Listening

Thanksgiving 

Wooren die met transport hebben te maken
de vergrotende trap in het Engels toepassen
Klassikale opdrachten
Grammatica comperisons 
woorden oefenen 
Maak de opdrachten van lesson 2 
Hoe ging het? 
Doel behaald? 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thanksgiving 

Wooren die met transport hebben te maken
de vergrotende trap in het Engels toepassen
Klassikale opdrachten
Grammatica comperisons 
woorden oefenen 
Maak de opdrachten van lesson 2 
Hoe ging het? 
Doel behaald? 

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 1 
klassikaal 

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 2
klassikaal 

Slide 3 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 3 en 4

Klaar? 
Lees de grammatica theorie door


Doe iets voor jezelf tot we verdergaan
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Comparisons
Vergrotende trap

....-er than

voorbeeld:
old --> older
tall --> taller 
Comparisons
Overtreffende trap

the ....- est

Voorbeeld:
old --> oldest
tall --> tallest 

Slide 5 - Tekstslide

Comparisons
Vergrotende trap
woorden op -y

....-ier than

voorbeeld:
tiny --> tinier
busy --> busier 
Comparisons
Overtreffende trap
woorden op -y

the ....- iest

Voorbeeld:
tiny --> tiniest
busy --> bussiest

Slide 6 - Tekstslide

Let op:
Bij langere woorden gebruik je more of most

Slide 7 - Tekstslide

Comparisons
vergrotende trap

more ....

Voorbeeld:
More expensive
Comparisons
Overtreffende trap

most.....

Voorbeeld:
Most expensive

Slide 8 - Tekstslide

Let op:
Er zijn ook onregelmatige werkwoorden


good -->  better -->  best

bad--> worse --> worst 

Slide 9 - Tekstslide

Fill in:
Andy is ______ (nice) than Andrew.
A
nicer
B
nicest
C
more nice
D
most nice

Slide 10 - Quizvraag

Fill in:
Miss Hartman is the .... (good) teacher in the world.
A
gooder
B
better
C
best

Slide 11 - Quizvraag

Fill in:
This jacket is ________ ( comfortable) than that one.
A
comfortabler
B
comfortablest
C
more comfortable
D
most comfortable

Slide 12 - Quizvraag

Fill in:

A car is _______ (fast) than a bicycle.
A
faster
B
fastest
C
more fast
D
most fast

Slide 13 - Quizvraag

Aan de slag
Maak opdracht  5,  6,  7 


Klaar? 
Doe iets voor jezelf tot we verdergaan

Nabespreken opdracht 6
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 8 en 9 
klassikaal 

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 10
huiswerk 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 11
klassikaal 

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 12
klassikaal 

Slide 18 - Tekstslide

tijd over? 

Slide 19 - Tekstslide

cycling

Slide 20 - Open vraag

distance

Slide 21 - Open vraag

to transfer

Slide 22 - Open vraag

besturen

Slide 23 - Open vraag

passagier

Slide 24 - Open vraag

wachten

Slide 25 - Open vraag

Thanksgiving 

Wooren die met transport hebben te maken
de vergrotende trap in het Engels toepassen
Klassikale opdrachten
Grammatica comperisons 
woorden oefenen 
Maak de opdrachten van lesson 2 
Hoe ging het? 
Doel behaald? 
kijk op het bord

Slide 26 - Tekstslide