HIN 1BKA - oefentoets Werkwoordspelling

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Dagopening

Slide 2 - Tekstslide

Fijn dat je er bent!
Pak je spullen alvast.

Doe je boek en schrift open. Basis:  232-233 
Kader: Blz. 240-241 

Log in op deze LessonUp. 


timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

  • Welkom
  • Powerpoint LOC-gesprek af en ingeleverd via Magister?
  • Herhaling vorige les en bespreken huiswerk  
  • Oefentoets
  • Vragen stellen 

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoordspelling

Slide 5 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van deze lessenserie

- kun je persoonsvormen in de tt en vt juist spellen
- weet je wat een onregelmatige werkwoord is

Slide 6 - Tekstslide

Vul de persoonsvorm (TT) in met een onregelmatig werkwoord: 'Mijn opa ..... je niet horen, hij is doof'

Slide 7 - Open vraag

Wat zijn onregelmatige werkwoorden?
A
Begint vaak met ge-, be- of ver- en is NOOIT de persoonsvorm.
B
Dat zijn 6 werkwoorden die je moet kennen en anders moet leren.
C
Dat zijn sterke werkwoorden.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Je zult het moeten proberen.

Slide 9 - Open vraag

Welk onregelmatig werkwoord zit in deze zin?
'Hij heeft zich totaal in de tijd vergist.'
A
Hij
B
heeft
C
tijd
D
vergist

Slide 10 - Quizvraag

Welk onregelmatig werkwoord zit in deze zin?
'Haar moeder is best wel oud.'
A
Haar
B
is
C
best
D
wel

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Je zult het moeten proberen.

Slide 12 - Open vraag

Vul de persoonsvorm (TT) in met een onregelmatig werkwoord: 'Je .... moe zijn na die lange reis'

Slide 13 - Open vraag

Wat zijn de onregelmatige werkwoorden?
Als we geluk hebben, is het straks af.
(Let op het zijn 2 werkwoorden)

Slide 14 - Open vraag

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'hebben'?
A
ik heb, jij hebt, hij hebt, wij hebben
B
ik heeft, jij heeft, hij heeft, wij heven
C
ik heb, jij heeft, hij heeft, wij hebben
D
ik heb, jij hebt, hij heeft, wij hebben

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Selma zegt boos: 'Zij hebben het ook niet gedaan!'

Slide 16 - Open vraag

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Kim vraagt: 'Mogen we het samen doen?'

Slide 17 - Open vraag

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Misschien wil de leraar ons helpen.

Slide 18 - Open vraag

Onregelmatige werkwoorden
willen
hebben
zijn
kunnen
mogen
zullen

Slide 19 - Tekstslide

onregelmatige werkwoorden
-werkwoorden waarbij de regels niet gelden
-hebben-zijn-kunnen-zullen-willen- mogen
ik heb-jij hebt- hij heeft- wij hebben
ik ben- jij bent- hij is-wij zijn
ik kan- jij kunt/kan- hij kan- wij kunnen

Slide 20 - Tekstslide

Heb je nog                      vragen?

Slide 21 - Tekstslide

Oefentoets
Zet je naam op de oefentoets. Begin bij de eerste paragraaf.

Lever die aan het einde van de les bij mij in. We kijken deze samen na.

Klaar? Maak je Powerpoint voor het LOC-gesprek af. 

timer
20:00

Slide 22 - Tekstslide

Heb je nog                      vragen?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
De meeste werkwoorden worden volgens de regels in de vorige sheet vervoegd. Er zijn ook zwakke werkwoorden, die in de verleden tijd van klank veranderen. 

Bij sommige werkwoorden gelden zelfs de regels die voor de tegenwoordige tijd gelden niet; dit zijn onregelmatige werkwoorden: 
zijn, hebben, willen, kunnen en zullen

Slide 25 - Tekstslide

Wat zijn voorbeelden van onregelmatige werkwoorden in het Nederlands?
A
zijn, hebben, willen, kunnen, zullen
B
lopen, rennen, fietsen, zwemmen

Slide 26 - Quizvraag