HIN 1BKA onregelmatige WW

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Fijn dat je er bent!
Pak je spullen alvast.

Doe je boek en schrift open. Basis:  230-231 
Kader: Blz. 238-239 

Log in op deze LessonUp. 


timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

  • Welkom
  • Herhaling vorige les en bespreken huiswerk 
  • Aan het werk
  • Morgen gaan we om 17.30 naar Modena.  € 15 meenemen. 

Slide 3 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van deze les

- kun je persoonsvormen in de tt en vt juist spellen
- kun je het voltooid deelwoord juist spellen


Slide 4 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
1BKA

Slide 5 - Tekstslide

Maar eerst:

Nakijken paragraaf 11

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- wat de regels voor het spellen van onregelmatige werkwoorden zijn; 
- hoe je met onregelmatige werkwoorden omgaat, zodat ze goed in de zin passen. 

Slide 7 - Tekstslide

Werkwoordspelling
Afgelopen weken hebben we veel gekeken naar werkwoorden. 




Tegenwoordige tijd
ik ik-vorm
je/jij ik-vorm+t*
hij/zij/het ik-vorm+t
meervoud hele werkwoord
Verleden tijd
enkelvoud ik-vorm +de/te
meervoud ik-vorm +den/ten
*als je/jij achter de persoonsvorm staat, gebruiken we de ik-vorm

Slide 8 - Tekstslide

(hebben)
Hij ......... een gave fiets!

Slide 9 - Open vraag

(zijn)
Gisteren ........ ik te laat thuis
A
waren
B
ben
C
was
D
bent

Slide 10 - Quizvraag

Onregelmatige werkwoorden
De meeste werkwoorden worden volgens de regels in de vorige sheet vervoegd. Er zijn ook zwakke werkwoorden, die in de verleden tijd van klank veranderen. 

Bij sommige werkwoorden gelden zelfs de regels die voor de tegenwoordige tijd gelden niet; dit zijn onregelmatige werkwoorden: 
zijn, hebben, willen, kunnen en zullen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'hebben'?
A
ik heb, jij hebt, hij hebt, wij hebben
B
ik heeft, jij heeft, hij heeft, wij heven
C
ik heb, jij heeft, hij heeft, wij hebben
D
ik heb, jij hebt, hij heeft, wij hebben

Slide 18 - Quizvraag

Dansen is een
A
Onregelmatig werkwoord
B
Regelmatig werkwoord

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'zijn'?
A
ik ben, jij is, hij is, wij bennen
B
ik is, jij is, hij is, wij zijn
C
ik ben, jij bent, hij is, wij zijn
D
ik ben, jij bent, hij bent, wij bennen

Slide 20 - Quizvraag

Hoe weet je of je te maken hebt met een onregelmatig werkwoord?
A
onregelmatige werkwoorden zijn duidelijk herkenbaar.
B
je schrijft de persoonsvorm en het voltooid deelwoord niet volgens de normale regels.
C
een onregelmatig werkwoord komt niet heel regelmatig voor.

Slide 21 - Quizvraag

Aan de slag
BK: Werk nu aan opdracht 1 tot en met 4 op pagina 232 en 233
Klaar? 
Online trainen/oefentoetsen paragraaf 9, 10, 11 en 12

KT: Werk nu aan opdracht 1 tot en met 5 op pagina 240 en 241
Klaar?
Online trainen/oefentoetsen paragraaf 10, 11 en 12

timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?

Slide 23 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?
Vandaag hebben we geleerd wat de onregelmatige werkwoorden zijn.
Vandaag hebben we geleerd hoe we de onregelmatige werkwoorden moeten spellen.

Slide 24 - Tekstslide