SCHAAL

Kaarten en Schaal
domein 3
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Kaarten en Schaal
domein 3

Slide 1 - Tekstslide

Toepassing

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een schaal?
A
verkleining van de werkelijkheid
B
vergroting van de werkelijkheid
C
verhouding tussen het model en het origineel
D
een kopie tussen het model en de het origineel

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent de schaal 1 : 50.000
A
1cm is in werkelijkheid 50.000 cm
B
1m is in werkelijkheid 50.000 meter
C
1 cm is in werkelijkheid 500 cm
D
1m is in werkelijkheid 50.000 cm

Slide 4 - Quizvraag

Hoe bereken je de schaal?
François tekent op schaal een vijver in de dierenweide op de plattegrond. De vijver is in werkelijkheid 20 m. lang.

Hoe lang moet François de vijver tekenen?

Slide 5 - Tekstslide

Hoe bereken je de schaal?
François tekent op schaal een vijver in de dierenweide op de plattegrond. De vijver is in werkelijkheid 20 m. lang.

Hoe lang moet François de vijver tekenen?

1cm is in werkelijkheid 1000cm
100cm = 1m.
1000cm = 10m.

François moet de vijver 2cm lang tekenen

Slide 6 - Tekstslide

10 cm lang
brug is in werkelijkheid 250 m. lang

Slide 7 - Tekstslide

10 cm lang
brug is in werkelijkheid 250 m. lang

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de schaal?
250 m. = 25.000 cm.

10 cm  = 25.000 cm
1 cm = 25.000 : 10 = 2500 cm

SCHAAL 1 : 2500

Slide 9 - Tekstslide

1 : 18
1 : 50.000
1 : 48

Slide 10 - Sleepvraag

Isa tekent haar bank op schaal op de plattegrond. De bank is in werkelijkheid 270 cm lang.
Hoeveel centimeter lang moet Isa de bank op de plattegrond tekenen?
A
4 cm
B
4,5 cm
C
5,5 cm
D
6 cm

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Link