H3C Frans week 40

H3C Frans week 41
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3C Frans week 41

Slide 1 - Tekstslide

1HV1 Première leçon
Les objectifs :
* Je kunt het bijvoeglijk naamwoord gebruiken.

Le programme :
Apprendre: (=leren) 
Chapitre 1 Bron D + E

Faire: (=doen/ maken)
Maken ex. 21
Bonjour! Bienvenue à la semaine quarante-et-un!

Slide 2 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?

  • Répéter le dernier cours
  • Corriger ex. 16abcd,18
  • Theorie filmpje grammatica Bron D Chapitre 1 kijken
  • Aantekeningen afmaken
  • Faire les devoirs: ex. 21

Slide 3 - Tekstslide

Répéter le dernier cours 
Wat hebben we vorige keer ook alweer geleerd?
Het rad geeft de beurt!

  • Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
  • Noem een voorbeeld van een Frans bijv nw.

timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Controler les devoirs  
= maakwerk controleren

Afgelopen week hebben jullie ex.16abcd,18 gemaakt. 
Deze ga je met een andere kleur pen nakijken aan de hand van de antwoorden die je kunt vinden in :

SharePoint CCS leerlingen / Lesmateriaal / CCS Vakgroep Frans / fa-h-3 / Antwoorden Boek A
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Aantekening  bijvoeglijk naamwoord
Regarde le film
Ferme ton livre
Prend ton cahier et un stylo
* stappenplan - ev of mv? - m of v?

Slide 6 - Tekstslide

Noem een Frans bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Open vraag

Wat is een bijvoeglijk naamwoord ?
(in het Nederlands)

Slide 8 - Open vraag

Wat is het juiste adjectif?
Le cabriolet est
A
noir
B
noire
C
noirs
D
noires

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het juiste adjectif?
Les chaussures sont
A
blanc
B
blanches
C
blancs
D
blanche

Slide 10 - Quizvraag

Faire les devoirs
Poser des questions 
aux voisins ou prof. 
(= vragen stellen aan
je buurman of docent)

Travailler en silence. 
(in stilte werken)
Ex. 21
timer
2:00
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Réflexion:
Ik ken de plaats en de vorm van het bijvoeglijk naamwoord.
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Slide 13 - Tekstslide