H3C Frans week 49

H3C Frans week 49
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3C Frans week 49

Slide 1 - Tekstslide

1HV1 Première leçon
Les objectifs :
*Je kunt een bucketlist maken. (A2)
*Je kunt à en de + een bepaald lidwoord gebruiken.

Le programme :
Apprendre: (=leren) 
Chapitre 2 Bron D+E

Faire: (=doen/ maken)
Maken ex. 20,21
Bonjour! Bienvenue à la semaine quarante-neuf!

Slide 2 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Répéter le dernier cours. Wisbordjes!
  • Corriger les devoirs/ exercices.
  • Quizizz
  • Travailler au niveau
  • Faire les devoirs: ex.21,22 + Bron E slim stampen
  • Réflexion du cours

Slide 3 - Tekstslide

Répéter le dernier cours 
Wat hebben we vorige keer ook alweer geleerd?
Het rad geeft de beurt!
  • Je suis (bij de)__________ club(m) de foot.
  • Il va (naar de)____________ matchs.
  • C'est l'entrée (van de)____________ collège.
  • C'est le chien (van de)___________ voisins.
  • Klopt de zin op het bord? JE VAIS À LA PISCINES.


timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Corriger les devoirs  
= huiswerk nakijken

Afgelopen week hebben jullie ex.15cd,16abc,17gemaakt. 
Deze ga je met een andere kleur pen nakijken aan de hand van de antwoorden die je kunt vinden in :

SharePoint CCS leerlingen / Lesmateriaal / CCS Vakgroep Frans / fa-h-3/ Antwoorden Boek A
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Ik weet hoe ik de Franse voorzetsels
à (in,naar,op,bij) en de (van) kan samenvoegen met de lidwoorden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Quizizz / ga door tot min. 70%
Travail au niveau/ werk op niveau = DIFFERENTIATIE
Prend ton ordinateur > Join my quiz > Login via de code
Score 70%-100% ? 
uitdagend niveau > maak ex. 11ab op p. 141 in je boek > faire les devoirs
Score 51%-69% ?
gemiddeld niveau > lees Bron D in je boek nogmaals door > quizizz
Score < 50% ?
basis niveau > volg de uitleg verder in deze lesson up > quizizz



timer
20:00

Slide 7 - Tekstslide

à + le/la/l'/les
à = in, naar, op, bij

Je vais au match de foot.               (le match      -->     à + le = au)
Je vais aux matchs de foot.          (les matchs  -->     à + les = aux)

Je vais à la cantine.
Je vais à l'école.

Slide 8 - Tekstslide

de + le/la/l'/les
de= van

L'arbitre du match de foot.               (le match      -->  de + le = du)
L'arbitre des matchs de foot.          (les matchs  -->  de + les = des)

L'arbitre de la compétition.
L'arbitre de l'équipe.

Slide 9 - Tekstslide

Ik weet hoe ik de Franse voorzetsels
à (in,naar,op,bij) en de (van) kan samenvoegen met de lidwoorden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Je vais _______________ école cinq jours par semaine.
A
au
B
à la
C
aux
D
à l'

Slide 11 - Quizvraag

J’habite ______________ Pays-Bas.
A
au
B
à la
C
aux
D
à l'

Slide 12 - Quizvraag

Qu’est-ce que vous pensez _________ musique néerlandaise?
A
du
B
de la
C
des
D
de l'

Slide 13 - Quizvraag

C’est le jean _________________ garçon.
A
du
B
de la
C
des
D
de l'

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Ik weet hoe ik de Franse voorzetsels
à (in,naar,op,bij) en de (van) kan samenvoegen met de lidwoorden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Wat ga ik nu zelf doen om het bijvoeglijk naamwoord beter te beheersen?
A
Ik ga Bron D nog een keer doorlezen.
B
Ik ga deze Lesson Up nog een keer doornemen.
C
Ik ga op de laptop extra oefenen met Slim Stampen
D
Ik bekijk de uitlegvideo nog een keer.

Slide 17 - Quizvraag

Faire les devoirs
Poser des questions 
aux voisins ou prof. 
(= vragen stellen aan
je buurman of docent)

Travailler en silence. 
(in stilte werken)
Leren: Bron E
Maken: ex. 20,21
timer
2:00
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Ik weet hoe ik de Franse voorzetsels
à (in,naar,op,bij) en de (van) kan samenvoegen met de lidwoorden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Les 2

Slide 21 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Répéter le dernier cours.
  • Ex. 19 p. 74
  • Bron E : levend vocabulaire memorie
  • Boire du chocolat?
  • Faire les devoirs: ex.23cd,24,25ab+ Bron F   
  • Réflexion du cours

Slide 22 - Tekstslide

Faire les devoirs
Poser des questions 
aux voisins ou prof. 
(= vragen stellen aan
je buurman of docent)

Travailler en silence. 
(in stilte werken)
Leren: Bron F
Maken: ex. 23cd,24,25ab
timer
2:00
timer
5:00

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide