25162BLVM9A1 Lezen/luisteren 3F (04-03-2021)

25162BLVM9A1
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

25162BLVM9A1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
- terugblik op vorige week
- Inleiding, kern en slot en samenhang
- tekst lezen
-vragen over tekst

Slide 2 - Tekstslide

Vorige week was referentiekader
Vorige week
Tekstsoorten (met tekstdoelen)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke tekstsoorten met tekstdoel weet je nog?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vorige week
Onderwerp en hoofdgedachte

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp
Hoofdgedachte
Een of een paar woorden waar de gehele geschreven of gesproken tekst over gaat 
 beschrijft in één zin het belangrijkste wat over het onderwerp wordt verteld

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding, kern en slot
Inleiding, kern en slot
 
Elke goed geschreven of gesproken tekst heeft een opbouw. Die opbouw bestaat uit een inleiding, een kern en een slot. Ook als je zelf een tekst maakt, gebruik je deze opbouw.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding, kern en slot
Inleiding
Elke tekst begint met een inleiding van meestal één alinea.
Deze inleiding heeft één of meer van de volgende drie functies:
aandacht trekken van het publiek;
het publiek motiveren om de tekst te lezen of te blijven luisteren;
informatie geven over wat komen gaat.


De titel van de tekst hoort niet bij de inleiding.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding, kern en slot
Kern
De kern is het middenstuk en bestaat vaak uit meer dan één alinea.
Als je zelf een tekst schrijft, vertel je in dit stuk waar het om draait: je boodschap.
Het onderwerp dat in de inleiding kort genoemd is, wordt in de kern verder uitgewerkt. De kern bevat vaak meerdere deelonderwerpen, die vaak te herkennen zijn aan de tussenkopjes.
De volgorde van de deelonderwerpen is afhankelijk van de structuur van de kern. Bijvoorbeeld:
vroeger - nu (tijd);
stelling - argumenten - weerleggen tegenargumenten (argumentatie);
oorzaak - gevolg.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding, kern en slot
Slot
Het slot is het laatste deel van de tekst en heeft meestal één of meer van de volgende vier functies:
een samenvatting geven;
een conclusie trekken;
naar de toekomst kijken;
een vraag meegeven aan de lezer.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenhang
Een tekst is geordend met behulp van verbanden en signaalwoorden. Daardoor begrijp je een tekst makkelijker.

Signaalwoorden
Signaalwoorden geven verbanden aan in een tekst, alinea en/of zin.
In de tabel hieronder zie je de belangrijkste signaalwoorden en het verband dat ze aangeven.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenhang
Verband
Signaalwoord
Tijd
als, daarna, eerst, later, nadat, nu, sinds, terwijl, tijdens, toen, totdat,
uiteindelijk, vervolgens, voordat, vroeger, zodra, zolang
Opsomming
bovendien, daarnaast, en, ook, ten eerste ... ten tweede, tevens, verder, ten slotte
Tegenstelling
maar, hoewel, toch, echter, aan de ene kant ... aan de andere kant, daarentegen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenhang
Verband
Signaalwoord
Vergelijking
evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e), zo
Oorzaak-gevolg
als gevolg daarvan, daardoor, door, doordat, dus, het gevolg is,
het komt door, hierdoor, waardoor, zodat, vanwege, te danken aan
Doel-middel
daarvoor, door middel van, om, met de bedoeling, om dat te bereiken, zodat, opdat, waarvoor

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenhang
Verband
signaalwoord
Probleem-oplossing
probleem, oplossing, manier, door, overlast, lastig, knelpunt, moeilijkheid, dilemma, vraagstuk, uitkomst, antwoord, helpen, handreiking, steun, maatregelen, maar, daarom, als ... dan, dus, om ... te
Reden/verklaring/argument
daarom, omdat, want, namelijk, dus, aangezien, dat blijkt uit, vanwege, immers

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenhang
Verband
signaalwoord
Voorwaarde
als, indien, mits, tenzij, in (/voor) het geval dat
Samenvatting/conclusie
samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar, dat

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenhang

Beeld en tekst

Een afbeelding bij een tekst maakt een tekst aantrekkelijker. Vaak heeft een afbeelding ook als functie de tekst te verduidelijken. Een afbeelding bij een tekst laat vaak al veel zien over de inhoud van de tekst. Soms is beeld zelfs belangrijker dan tekst.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Lees de tekst en bepaal wat de tekstsoort is en wat het doel, onderwerp en hoofdgedachte.
Daarnaast kijk je waar de kern en het slot van het artikel begint en noem je in ieder geval 3 signaalwoorden (samenhang)

https://www.nu.nl/coronavirus/6119480/rivm-weet-pas-over-drie-weken-of-nieuwe-versoepelingen-verstandig-zijn.html

Tekst is ook terug te vinden in de vergader-chat  


   

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar begint de kern (1e paar woorden) en waar begint het slot (1e paar woorden)

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de tekstsoort en het doel?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 signaalwoorden uit de tekst

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
verder met lezen/luisteren 3F
(Hoofd- en bijzaken en argumenteren)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je genoeg geleerd vandaag?
Geef eens een cijfer voor hoeveel je geleerd hebt vandaag?
Wat kunnen we doen om het cijfer omhoog te krijgen? Geef tips, tops mogen ook.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies