6.2: bestuiving

6.2 Bestuiving
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.2 Bestuiving

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
herhalingsvragen 6.1 Bloemen
nieuwe uitleg: 6.2 Bestuiving
checkvragen
HW maken in het boek

Slide 2 - Tekstslide

check up: bloem onderdelen

Slide 3 - Tekstslide

Stempel
Stijl
Kroonblad
Meeldraad
Kelk
blad
Stamper

Slide 4 - Sleepvraag

De meeldraad is het ............... voortplantingsorgaan
A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heten de vrouwelijke voortplantingsorganen van een plant?
A
de meeldraden
B
de stamper
C
de kelkbladeren
D
de kroonbladeren

Slide 6 - Quizvraag

De stempel is een deel van de stamper.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

uitleg vandaag
Aan het einde van de les:
- kun je omschrijven wat bestuiving is
- kun je de kenmerken noemen van insectenbloemen en windbloemen

Slide 8 - Tekstslide

Inleiding
Veel bloemen hebben grote en opvallend gekleurde kroonbladeren.
Daarmee lokken ze insecten.
Insecten komen ook af op de geur en op de nectar.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

6.2 Bestuiving
Veel bloemen bevatten nectar.
Nectar is een zoet sap.
Met de zoete nectar lokken ze insecten.

Bijen verzamelen nectar en maken er honing van.
Veel mensen vinden honing lekker.

Slide 11 - Tekstslide

Bloemen lokken insecten met opvallend gekleurde bloemen en met nectar.
Insecten zoeken nectar in de bloemen.

Als een insect op de bloem zit, plakken er stuifmeelkorrels aan zijn poten en aan zijn lichaam.
Als de bij naar een andere bloem vliegt, neemt hij het stuifmeel mee. 
Zo komt het stuifmeel op een andere bloem terecht.

Slide 12 - Tekstslide

6.2 Bestuiving
Als stuifmeelkorrels terechtkomen op de stempel van een bloem van dezelfde soort, vindt bestuiving plaats.

Komt stuifmeel op de stempel van een bloem van de andere soort, dan is dat geen bestuiving.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

6.2 Bestuiving
Verschillende soorten bestuiving:
- insectenbestuiving (insectenbloemen)
- windbestuiving (windbloemen)

Slide 15 - Tekstslide

Insectenbloem vs windbloem
wat valt je het meest op?

Slide 16 - Tekstslide

6.2 Bestuiving
Insectenbloemen
- bestuiving door insecten
- grote, opvallend gekleurde kroonbladeren om insecten aan te trekken
- nectar om insecten aan te trekken
- stuifmeelkorrels blijven aan het insect vastplakken als deze naar nectar zoekt


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Insectenbloem
  • nectar
  • felgekleurde kroonbladeren
  • vaak geurende bloemen

Slide 19 - Tekstslide

6.2 Bestuiving
Windbloemen
Bij windbloemen blaast de wind het stuifmeel weg.
Het stuifmeel kan dan bij toeval op een stempel van een bloem van dezelfde plantensoort terechtkomen. Die kans is klein.

Windbloemen maken dan ook veel stuifmeel in verhouding tot insectenbloemen.



Slide 20 - Tekstslide

windbloem

  • kleine, groene kroonbladeren
  • veel stuifmeel
  • meeldraden en stempels hangen buiten de bloem

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

vragen!!!

Slide 23 - Tekstslide

Wat is bestuiving?
A
Als stuifmeelkorrels op de stamper komen
B
Als stuifmeelkorrels op de stempel komen van dezelfde soort
C
als eicellen op de stempel terecht komen

Slide 24 - Quizvraag

Is dit een insectenbloem?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Is dit een insectenbloem?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Wat is GEEN kenmerk van een insectenbloem?
A
De bloem maakt nectar
B
De bloem geurt lekker
C
Er wordt veel stuifmeel gemaakt
D
De kroonbladeren zijn fel gekleurd

Slide 27 - Quizvraag

Wat geldt voor windbloemen?
A
1. kleverig stuifmeel 2. onopvallende bloemen 3. produceren nectar
B
1. veel, heel fijn stuifmeel 2. onopvallende bloemen 3. produceren geen nectar
C
1. veel, heel fijn stuifmeel 2. opvallende bloemen 3. produceren nectar
D
1. kleverigstuifmeel 2. opvallende bloemen 3. produceren geen nectar

Slide 28 - Quizvraag

grote
kroonbladeren
plakkerig 
stuifmeel
nectar
kleurige 
kroonbladeren
meeldraden buiten de bloem
geur
licht stuifmeel
onopvallende kroonbladeren
wind 
bestuiving
insecten 
bestuiving

Slide 29 - Sleepvraag

zelf aan de slag 6.2
6.2 Bestuiving: lees de tekst en maak de opdrachten:
boek blz. 171
opdracht 1 t/m 7

Slide 30 - Tekstslide