Whatshappy mentorles B1HV

• Mentorles
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

We gaan afspraken maken over wat wel en niet zou moeten mogen op WhatsApp (en eigenlijk ook op andere sociale media).

1. 
2. 
3. 
4. 

FOMO – the fear of missing out

Deze term verwijst naar de angst om dingen te missen die online gebeuren; constant je telefoon checken en laten weten wat jij doet, hoe anderen daar op reageren en willen weten wat zij doen in hun leven.

Bron: https://www.mediawijsheid.nl/buzz/

Hoe oud moet je zijn om WhatsApp te mogen gebruiken?

1. 11
2. 13
3. 15
4. 16

Heb je wel eens wat vervelends meegemaakt via Whatsapp of andere sociale media? Wat dan?

Wat kan wel / wat kan echt niet?

Moet je meteen reageren op een bericht? 

Mag je scheldwoorden gebruiken?  

Kan je een groepsapp weigeren? 

Kan je afkortingen gebruiken tegen iedereen?  

Kan je straattaal gebruiken in de klassenapp?

Kun je foto's van een ander doorsturen? 

Kun je stickers maken van een ander?

Opdracht 

Werk voor jezelf en in stilte.  

5 dingen die jij WEL kunt doen als je praat via social media. 

5 dingen die je NIET kunt doen als je praat via social media. 

Weet je er geen 5.....probeer dan zoveel mogelijk.

Niet overleggen en bij elkaar kijken!! 

Opdracht: Werken in een groep. 

Je krijgt een nummer van de docent. Onthoud dat nr. goed.

1. Lees je antwoorden aan elkaar voor. 
2. Luister naar wat een ander heeft opgeschreven
3. Overleg met elkaar en bedenk een top 5 met:
4. De dingen die wel kunnen (5).
5. De dingen die niet kunnen (5). 
6. Schrijf ze op een een vel papier.

Wat wel en Wat niet

• Je loopt per groepje langs de andere tafels.
• Zet een streepje achter de drie afspraken per papier die jij het belangrijkste vindt.

Poster

Welke afspraken maken wij als klas

over hoe wij communiceren via de 

social media? 

Hoeveel mensen heb jij al bericht? 

Instructie: -ga ergens alleen zitten.

                       -schrijf op een blaadje

                       -je mag niets delen met elkaar, dus stilte.

opdracht:  Telefoon mag gebruikt worden voor dit onderzoekje.

schrijf op: na 6 minuten stoppen. Docent neemt les weer over.

"Met hoeveel mensen heb jij al bericht vandaag?"

"Welke apps gebruikte jij daarvoor?"