Spelling groep 5 centwoord

Spelling groep 5 centwoord
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Spelling groep 5 centwoord

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Bedenk zoveel mogelijk centwoorden

Slide 3 - Woordweb

Een gele zure vrucht is een

Slide 4 - Open vraag

Het midden van de stad is het

Slide 5 - Open vraag

Wat is de tegenwoordige tijd van 'hij hakte'
A
hij hakd
B
hij hakt

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de tegenwoordige tijd van 'ik wilde'

Slide 7 - Open vraag

We gaan het dictee doen
Let op dat je geen typfouten maakt en denk aan de categorieën. Deze hoef je niet op te schrijven, maar bedenk ze wel, want we gaan ze nabespreken.

Slide 8 - Tekstslide

Schrijf op

Slide 9 - Open vraag

Schrijf op

Slide 10 - Open vraag

Schrijf op

Slide 11 - Open vraag

Schrijf op

Slide 12 - Open vraag

Schrijf op

Slide 13 - Open vraag

Schrijf op

Slide 14 - Open vraag

Schrijf op

Slide 15 - Open vraag

Timmerman Bert werkt 's ochtends in de oude houtzagerij.
Wat is de persoonsvorm?
A
Bert
B
's ochtends
C
werkt
D
houtzagerij

Slide 16 - Quizvraag

Timmerman Bert werkt 's ochtends in de oude houtzagerij.
Wat is het zelfstandignaamwoord
A
Bert
B
's ochtends
C
oude
D
timmerman

Slide 17 - Quizvraag

Timmerman Bert werkt 's ochtends in de oude houtzagerij.
Welk lidwoord hoort bij timmerman?
A
De
B
Een
C
Het

Slide 18 - Quizvraag