HV1A 18-1

18-1-2020


Ga naar lessonup.app op je mobiel en login met de code.
Welkom HV1A
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

18-1-2020


Ga naar lessonup.app op je mobiel en login met de code.
Welkom HV1A

Slide 1 - Tekstslide

Hoe was jullie weekend?
A
Leuk
B
Leuk, koud en SNEEUW!!
C
Druk
D
Saai

Slide 2 - Quizvraag

Wat gaan we vandaag doen?
- Vandaag gaan we flink puzzelen met allemaal  hoekproblemen. 

- We leren bewijzen goed op te schrijven. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe stel je een bewijs op:
Stel de vraag luidt als volgt:
Bereken E5 als je weet dat E4 = 60 graden.

Hoe groot is hoek E5?
 

Slide 4 - Tekstslide

Hoek E5 = ...?

Slide 5 - Open vraag

Welke 4 bewijzen kennen we?

We kennen 4 soorten bewijzen, namelijk:

         




bewijs:
notatie:
1. een rechte hoek is 90 graden. 
(rechte hoek)
2. een gestrekte hoek is 180 graden
(gestrekte hoek)
3. een volledige hoek is 360 graden
(volledige hoek) 
4. overstaande hoeken zijn gelijk
(overstaande hoek)

Slide 6 - Tekstslide

Hoe stel je een bewijs op:
Stel de vraag luidt als volgt:
Bereken E5 als je weet dat E4 = 60 graden.

Stap 1: Schrijf eerst op wat je weet.

Stel: E4 = 60 graden.
 

Slide 7 - Tekstslide

Hoe stel je een bewijs op:
Stel de vraag luidt als volgt:
Bereken E5 als je weet dat E4 = 60 graden.

Stap 2: Schrijf op wat je moet bewijzen
of berekenen

Te berekenen: Hoek E5
 

Slide 8 - Tekstslide

Kan het ook anders?
Stel: E4 = 60 graden
Te berekenen: Hoek E5

Bewijs:
Hoek E4 = 60 graden (gegeven)
Hoek E4,5 = 180 graden (gestrekte hoek) 
dus E5 = 180 - 60 = 120 graden (q.e.d)

Slide 9 - Tekstslide

Hoe stel je een bewijs op:
Vervolgens begin je met je uitwerking:

tip: schrijf eerst op alle dingen die je al 
weet (klad)
tip: Schets het probleem in je schrift en 
maak aantekeningen in je tekening

Slide 10 - Tekstslide

Hoe stel je een bewijs op:
Klad:
Ik zie dat Hoek E1,5 een gestrekte hoek
is en daarom 180 graden. 

Slide 11 - Tekstslide

Hoe stel je een bewijs op:
Stel: E4 = 60 graden
Te berekenen: Hoek E5

Bewijs:
Hoek E4 = hoek E1 = 60 graden (overstaande hoeken) 
Hoek E1,5 = 180 graden (gestrekte hoek)

Slide 12 - Tekstslide

Hoe stel je een bewijs op:
Klad:
Ik zie dat Hoek E1,5 een gestrekte hoek
is en daarom 180 graden. 
Ik zie dat Hoek E2,3,4 een gestrekte hoek
is en daarom 180 graden. 

let op: Schrijf niet alles op want anders verlies je het overzicht!

Slide 13 - Tekstslide

Hoe stel je een bewijs op:
Stel: E4 = 60 graden
Te berekenen: Hoek E5

Bewijs:
Hoek E4 = hoek E1 = 60 graden (overstaande hoeken) 

Slide 14 - Tekstslide

Hoe stel je een bewijs op:
Stel: E4 = 60 graden
Te berekenen: Hoek E5

Bewijs:
Hoek E4 = hoek E1 = 60 graden (overstaande hoeken) 
Hoek E1,5 = 180 graden (gestrekte hoek)
dus: hoek E5 = 180 - 60 = 120 graden (q.e.d)

Slide 15 - Tekstslide

Ik snap een beetje wat de bedoeling is...
A
Jazeker, tot nu toe snap ik het.
B
Ik snap het ongeveer, even oefenen hiermee.
C
Ik snap het een beetje maar nog wel wat '?'.
D
Ik snap het helemaal niet.

Slide 16 - Quizvraag

En nu zelf proberen
We gaan kijken naar een nieuw probleem. 
Vraagstuk: E3 = 40 graden, 
bereken hoek E1 en E5

Los het vraagstuk op door middel van een bewijs:
Stel:  E3 = 40 graden
Te berekenen: E1 en E5

Slide 17 - Tekstslide

Wat zie je in het figuur wat je kan helpen/gebruiken (klad)?

Slide 18 - Open vraag

Schrijf je berekening van hoek E1 en E5 op (bewijs)

Slide 19 - Open vraag

uitwerking
Stel: hoek E3 = 40 graden
Te berekenen: hoek E1 en E5

Bewijs:
hoek E3 = hoek E5 (overstaande hoeken)
dus E5 = 40 graden.

Hoek E1,2,3 = 180 graden (gestrekte hoek)
Hoek E2 = 90 graden (rechte hoek)
Hoek E3 = 40 graden (gegeven
dus E1 = 180 - 90 - 40 = 50 graden (q.e.d.)

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag:


Wat: Opdracht 36 t/m 40
Oefen vooral met het opschrijven van de bewijzen.
Lees het document 'Bewijzen' door.  
Hoe: schrijf al je uitwerkingen netjes in je schrift. (teken met potlood, geodriehoek en passer).  
Resultaat: je hoeft niets in te leveren.  
Hulp: App elkaar of steek je vinger op.


Slide 21 - Tekstslide

Welke 4 stappen moet je opschrijven bij een bewijs?

Slide 22 - Woordweb