In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
V4 Leesvaardigheid
Slide 1 - Tekstslide
Lees tekst 6
Slide 2 - Tekstslide
Kies het juiste antwoord voor in de gatentekst
Vraag 10
A
curious
B
humerous
C
pointless
D
useful
Slide 3 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord voor in de gatentekst
Vraag 11
A
can be very risky
B
has the least impact
C
is hardly acceptable
D
is highly noticeable
Slide 4 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord voor in de gatentekst
Vraag 12
A
directly ask her if
B
feel annoyed because
C
mistakenly believe that
D
quietly wonder whether
Slide 5 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord voor in de gatentekst
Vraag 13
A
boast one's successes
B
express one's feelings
C
spread one's genes
D
test one's emotions
Slide 6 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord voor in de gatentekst
Vraag 14
A
imagine
B
overestimate
C
undervalue
Slide 7 - Quizvraag
Kies het juiste antwoord voor in de gatentekst
Vraag 15
A
however
B
moreover
C
of course
D
therefore
Slide 8 - Quizvraag
Lees tekst 7
Slide 9 - Tekstslide
16. Wat is de belangrijkste functie van alinea 1 van de tekst 'The bottom line'?
A
De aanleiding noemen voor het schrijven van deze tekst.
B
De hoofdgedachte van de tekst kort samenvatten.
C
Het belangrijkste onderzoeksresultaat van het in de tekst besproken boek
uiteenzetten.
D
Het tekstonderwerp inleiden met behulp van een voorbeeld.
Slide 10 - Quizvraag
17. What are lines 13-18 (“The Arkansas-based chain … elsewhere.”) meant to illustrate?
A
How Wal-Mart has managed to become the leader in its field.
B
That Fishman’s book is about Wal-Mart’s position in the US only.
C
That Wal-Mart plays a key role in the American economy.
D
Why Fishman is mainly positive about Wal-Mart
Slide 11 - Quizvraag
18. wel of niet in overeenstemming is met alinea 3 (regels 19-28). 1 Fishman used only one source to collect information about Wal-Mart. 2 Fishman passes a balanced judgment on Wal-Mart. 3 Wal-Mart has often been accused of exploiting its employees. 4 Working conditions at Wal-Mart’s supply companies have deteriorated.
A
1. niet 2. niet
3. wel 4. niet
B
1. niet 2. wel
3. wel 4. niet
C
1. wel 2. wel
3. wel 4. niet
D
1. niet 2. wel
3. wel 4. wel
Slide 12 - Quizvraag
“Wal-Mart is not simply a predator” (regel 31).
19. Welk argument geeft de schrijver voor deze bewering?
Slide 13 - Open vraag
What kind of customers are “‘conflicted’ customers” according to paragraph 4 (lines 29-37)?
Customers who...
A
buy a great deal at Wal-Mart but have moral objections to some of its
company policies.
B
come to Wal-Mart for the best bargains but shop at other grocery stores as well.
C
often shop at Wal-Mart but suspect the company of not giving them enough value for money.
Slide 14 - Quizvraag
“Sam Walton … a billionaire.” (lines 42-44)
21. What is the function of this sentence?
A
To criticise Wal-Mart’s extreme meanness.
B
To illustrate the mentality underlying Wal-Mart’s financial policy.
C
To point out that Wal-Mart’s founder remained a conservative man all his life.
D
To show how difficult Wal-Mart’s first beginnings were.
Slide 15 - Quizvraag
22. Which of the following fits the gap in line 48?
A
Besides
B
Consequently
C
In short
D
Still
Slide 16 - Quizvraag
“the hypnotic effect it has on American shoppers” (regel 50)
23. Vat kort samen wat dit effect was volgens de voorbeelden in regels 50-53 (“They … them.”).
Slide 17 - Open vraag
24. Which of the following agrees with Martin’s review of Charles Fishman’s book 'The Wal-Mart Effect'?
A
It is full of facts and anecdotes but does not take a stand.
B
It is highly informative and refreshingly objective.
C
It is rightly critical but overlooks the shoppers’ responsibility
D
It is well written and justly praises the company.