Prefixes (not made by me))

Prefixes
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Prefixes

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What are we going to learn today?
Voorvoegsels
=
Prefixes

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesson goals

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warm-up activity:
Reading

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prefixes
Suffixes zijn een aantal letters die achter het woord gevoegd worden (een achtervoegsel) om zo de betekenis van het woord te veranderen.

Example in Dutch: Openen--> Her+ openen= Heropenen
                                        Diep--> On+ diep= Ondiep
Example in English: Sense--> Non + sense= Nonsense
                     Legal-->IL+ legal= illegal
Let op! Het woord na de prefix blijft hetzelfde.


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prefixes
  1. Non- /un- / im- / il- / in- / ir- / dis-: Niet of Tegenovergestelde
  2. Re-: Opnieuw, Terug, Als reactie op
  3. Mis-: Verkeerd, Niet 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prefixes go at the .....
A
end of a word
B
beginning of a word

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

misheard / disbelief / mistake / dislike / disrespect

de prefixes MIS- en DIS- geven een woord een ___ of ___ betekenis.
A
tegenovergestelde & negatieve
B
tegenovergestelde & dezelfde
C
tegenovergestelde & positieve

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou de prefix 'un' in het woordje unimportant betekenen?
A
heel
B
verkeerd
C
niet

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou de prefix 're' kunnen betekenen in het woordje replay?
A
nog een keer
B
verkeerd
C
niet

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou de prefix 'mis' kunnen betekenen in het woordje misunderstand?
A
nog een keer
B
verkeerd
C
heel goed

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What is a prefix?
A
A word word
B
Something at the beginning of word
C
Something at the end of a word
D
Something in the middle of a word

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Complete the missing word: Prefixes:
___legal
A
il
B
non
C
dis
D
re

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De juiste prefix van "happy" is..........
A
im-happy
B
non-happy
C
dishappy
D
unhappy

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De juiste prefix van "gain" is ..............
A
regain
B
disgain
C
ungain
D
misgain

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de juiste prefix van "belief" is..........
A
unbelief
B
rebelief
C
disbelief
D
misbelief

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct prefix

...proper
A
un-
B
im-
C
in-
D
dis-

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct prefix

...possible
A
a-
B
im-
C
un-
D
in-

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct prefix

...sufficient
A
im-
B
un-
C
in-
D
a-

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de prefix (voorvoegsel) van able:
A
dis
B
re
C
un

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct prefix:
Stop
A
Non(stop)
B
Mis(stop)

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct prefix:
Polite
A
Im(polite)
B
Co(polite)

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What is the prefix for:
kind
A
Re(kind)
B
Mis(kind)
C
Un (kind)
D
Non(kind)

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct prefix:
Dependent
A
Independent
B
Misdependent

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What is the prefix for:
understand
A
Re(understand)
B
Mis(understand)
C
In(understand)
D
Dis(understand)

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct prefix:
Zip
A
Inzip
B
Unzip

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct prefix:
A
Nonstop
B
Misstop

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Choose the correct prefix:
Polite
A
Impolite
B
Copolite

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Where is the right prefix used?
A
imregular
B
inregular
C
irregular
D
nonregular

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Where is the right prefix used?
A
ircomfortable
B
uncomfortable
C
imconfortable
D
noncomfortable

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Recap
What did we learn today?

Slide 34 - Tekstslide

http://perrysecondgrade.weebly.com/uploads/7/9/8/1/79819866/unit_27_rp.pdf

https://www.education.com/download/lesson-plan/prefixes-in-texts/prefixes-in-texts.pdf

https://www.education.com/lesson-plan/prefixes-in-texts/

https://blog.allaboutlearningpress.com/prefixes/