Historische vaardigheden

Deze les

  • Oefenen met historische vaardigheden
  • Voorbereiding toets (Kahoot)

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Deze les

  • Oefenen met historische vaardigheden
  • Voorbereiding toets (Kahoot)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Historisch Redeneren

Hoe pas je historische vaardigheden toe op de onderwerpen die we hebben geleerd?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Historische vaardigheden
- Oorzaken en gevolgen
- verandering en continuïteit
- bruikbaarheid van bronnen
- betrouwbaarheid van bronnen
- representativiteit van bronnen
- standplaatsgebondenheid
- onderbouwen van je mening
- inleving
- chronologie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Continuïteit en verandering
  • In historische processen continuïteit en verandering onderscheiden
  • Verschillende soorten verandering herkennen :
- in tempo , duur, omvang, intensiteit
- op politiek-bestuurlijk, sociaaleconomisch en cultureel-mentaal  gebied


N.B. Sommige dingen veranderen, terwijl andere blijven bestaan (er is dus altijd verandering en continuïteit).

Slide 4 - Tekstslide

  • Sommige dingen veranderen terwijl andere blijven bestaan (er is dus altijd verandering en continuïteit).
  • Een bestaande werkelijkheid is een mengsel van zaken die al (heel lang) bestaan en zaken die nog maar kort geleden zijn veranderd.
  • Dat laatste geldt dus ook voor het heden.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Continuïteit en verandering
Was er in de vroegmoderne tijd ten opzichte van de middeleeuwen meer sprake van continuïteit of verandering?

Slide 8 - Tekstslide

Veel veranderingen maar wat was de continuïteit?
Het geloof bleef belangrijk.





  • Het leven na de dood is belangrijk. (Memento Mori)

  • God staat centraal

  • Kunstenaar blijft anoniem





  • Genieten van het leven op aarde is belangrijk (Carpe Diem)

  • De mens staat centraal

  • Kunstenaar signeert zijn werk
Verschil in mentaliteit / ideeën van mensen
Middeleeuwen
Renaissance

Slide 9 - Tekstslide

90% van de mensen leven als boeren op het platteland en komen bijna niet in aanraking met deze nieuwe ideeën.

Bruikbaarheid bronnen
Bruikbare bronnen zijn bronnen die informatie geven voor het onderzoek dat de historicus doet.  

Stap 1: Kijk naar de vraagstelling of het onderzoeksdoel.
Stap 2: Beoordeel de betrouwbaarheid 
Stap 3: Beoordeel de representativiteit van de bron.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaarheid
Kunnen de gegevens die de bron oplevert als feitelijk juist worden beschouwd? 
  • De bron (soort, tijd, herkomst) 
  • De maker van de bron (ooggetuige, bedoeling, standplaatsgebondenheid)
  • Andere bronnen
  • Controleerbare feiten 

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer is de bron gemaakt? In de tijd waarover hij gaat of in een veel latere tijd?

Hoe is de maker aan zijn informatie gekomen? Hoe minder tussenschakels hoe betrouwbaarder

Welke bedoeling heeft de maker van de bron? Hoe minder persoonlijk en partijdig hoe betrouwbaarder.


Standplaatsgebondenheid 
  • In welke plaats/land/gebied is de bron gemaakt?
  • Wat is de achtergrond van de maker?  (politiek idee, geloof, arm of rijk, leeftijd, beroep)
  • Een bron is altijd tijd- en plaatsgebonden
  • Dit onderdeel gebruik je bij het vaststellen van de betrouwbaarheid van de bron

Slide 12 - Tekstslide

GEBONDENHEID:
Iets wat niet anders gezien kan worden omdat men zich onmogelijk naar een andere positie kan verplaatsen.
SLEUTELVRAAG BIJ TIJDGEBONDENHEID
Was het naar de maatstaven van een tijd (en plaats) toelaatbaar?

VOORBEELDEN
het verbranden van ‘ketters’ op de brandstapel, het toepassen van martelingen bij ondervragingen, het niet toekennen van volledige burgerrechten aan vrouwen.
Dit zijn allemaal zaken die ooit als ‘normaal’ zijn beschouwd, maar waarin in de loop der tijd verandering is opgetreden.

Representativiteit
Is de bron representatief?
Is de maker van de bron representatief voor de groep waarvan hij/zij deel uitmaakt?

  • In hoeverre geld dit voor meer mensen en meer situaties?
  • Zijn er meer van dergelijke bronnen?
  • Op grond van één situatie kun je niet besluiten dat iets altijd zo was. Het kan om een uitzondering gaan.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Middeleeuwse stadsrechten
Kun je aan de hand van deze bron de volgende stelling over landsheer Floris V bewijzen?

Het beleid van Floris V was gericht op bevordering van de handel door het geven van stadsrechten en privileges.’ 

Tolprivilege van Floris V voor Amsterdam, 
verleend in 1275

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Nee, één bron is nooit voldoende.

  • Je kunt de stelling wel bewijzen met de informatie hiernaast
Tolvrijheden die werden afgegeven onder het bestuur van Floris V:

1267      Delft
1272      Gouda
1273      Schiedam
1273       Vlaardingen
1275       Amsterdam
1280      Den Briel
1282       Gorinchem
1290      Haarlem
1290      Heusden
1290      Leiden
1290      Zierikzee

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

  • Oefenen met examenvraag 
  • Zie voor meer oefening de D-toets in de studiewijzer 
  • Leerstof V4-gs-t02: H.3, H.4 en H. 5.1
  • Kahoot!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1
Deze gedragsregels passen bij “(het ontstaan en) de verspreiding van de islam” (of een omschrijving daarvan) 1
• De verandering die uit de bron is af te leiden is de invoering van de islam als overheersende godsdienst 1
• wat blijkt uit de regels die niet-islamieten als tweederangsburgers behandelen/ de islam bevoorrechten 1
• De continuïteit die uit de bron is af te leiden is het voortbestaan van een christelijke/niet-islamitische gemeenschap (met een eigen godsdienstuitoefening) 1
• wat blijkt uit de noodzaak regels te maken voor niet-islamieten/ de regels voortdurend te herhalen (als er geen niet-islamieten waren geweest, was er geen noodzaak dergelijke regels af te kondigen) 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 2
Emir Oesama heeft twee verschillende ervaringen met de ‘Franken’:
• de pas uit West-Europa aangekomen ‘Frank’ stelt zich onverdraagzaam op als hij ziet dat de emir bidt in de ‘verkeerde’ richting 1
• de tempelieren bieden de emir hun bidvertrek aan als plaats om te bidden en beschermen hem 1
• Hieruit kun je afleiden dat de verhouding tussen beide religies goed is, want de emir is bevriend met de tempeliers/mag in hun bidvertrek bidden / wordt door hen in bescherming genomen / de christenen hebben een eigen bidvertrek in de moskee 1
• De bron is bruikbaar om deze conclusie te trekken, want de emir beschrijft zijn eigen ervaringen / hij is zelf islamiet 1
• maar aan de andere kant is de bron niet representatief voor de verhouding tussen islamieten en christenen in het algemeen, omdat de emir een Arabisch vorst/edelman is, die door de tempeliers als een gelijke beschouwd wordt / het over één geval gaat / het alleen de contacten tussen hoge edelen beschrijft 1

Emir Oesama heeft twee verschillende ervaringen met de ‘Franken’:
• de pas uit West-Europa aangekomen ‘Frank’ stelt zich onverdraagzaam op als hij ziet dat de emir bidt in de ‘verkeerde’ richting 1
• de tempelieren bieden de emir hun bidvertrek aan als plaats om te bidden en beschermen hem 1
• Hieruit kun je afleiden dat de verhouding tussen beide religies goed is, want de emir is bevriend met de tempeliers/mag in hun bidvertrek bidden / wordt door hen in bescherming genomen / de christenen hebben een eigen bidvertrek in de moskee 1
• De bron is bruikbaar om deze conclusie te trekken, want de emir beschrijft zijn eigen ervaringen / hij is zelf islamiet 1
• maar aan de andere kant is de bron niet representatief voor de verhouding tussen islamieten en christenen in het algemeen, omdat de emir een Arabisch vorst/edelman is, die door de tempeliers als een gelijke beschouwd wordt / het over één geval gaat / het alleen de contacten tussen hoge edelen beschrijft 1

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies