B1-K1-W1- Lesweek 2 - F20 (lesweek 1- introductieweek)

Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt 

                      

B1-K1-W1

Klas: F20A
Docent: M. Eshuis 
Les 1 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Inventariseert ondersteuningsvragen van de cliënt 

                      

B1-K1-W1

Klas: F20A
Docent: M. Eshuis 
Les 1 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma - deel 1 - introductie van het vak 
  • Welkom, AWR

  • Energizer – korte kennismaking met elkaar
  • Lesdoelen vandaag 
  • Omgangsafspraken
  • B1-K1-W1- Wat kan ik ermee?
  • B1-K1-W1- Opbouw van het vak
  • B1-K1-W1- Toetsing en praktische zaken 
  • Check up lesdoelen dmv quiz 

  • Afsluiting 


  • Afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energizer - 'Klas op een rij'

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen vandaag: 
Aan het einde van de les.... 

  • Aan het einde van de les weet je hoe je voor het vak B1-K1-W1 een voldoende kunt behalen.
  • Aan het einde van de les weet je waar je alles kunt vinden m.b.t. het vak W1.
  • Aan het einde van de les kun je in je eigen woorden uitleggen wat B1-K1-W1 inhoudt.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omgangsafspraken 
Klas versus docent  (halen/brengen)
Docent versus klas (brengen) 
Klas versus klas (brengen)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

W1- Doornemen van de lesplanner: 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B1- K1- W1- Opbouw van het vak 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B1- K1- W1-Toetsing van het vak 
Toetsing (formatief): 
- Toets 1: week van 13 april   (lesweek 10)
- Toets 2: week van 01 juni   (lesweek 15)

LET OP! Eerste IJK moment 10- dan nemen we mee: huiswerk + beroepshouding
- Eindtoets van B1-K1-W1 (voorwaardelijk) :  week van 15 juni (lesweek 17) 
Alle stof van B1-K1-W1 komt dan aan bod (digitale toets). 

Als je de lessen aanwezig bent, vragen stelt, aantekeningen maakt dan heb je al meer dan 50% van je toets.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktische informatie- Opdrachten W1 
  1. Licentie – digitale opdrachtcheck- groepenbeheer

  2. Ga naar: https://mijn.thiememeulenhoff.nl/?tab=licenties
  3. Dan naar digitale leeromgeving- Vul code in:
    ST77T4PI

  4. Nog geen licentie? 
  5. Eigen verantwoordelijkheid om foto's te maken om opdrachten over te nemen in WORD/schriftje

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je opgelet??? Pak je telefoon/laptop erbij! 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat bedoelen ze met de term 'voorwaardelijke toets'?
A
Een oefentoets, ter controle
B
Een toets die meetelt voor je overgang
C
Een toets met studiepunten
D
Een examen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een van de thema's die aan bod komt tijdens dit vak is:
A
Wonen en huishouden
B
Persoonlijke hygiëne
C
Ergonomie
D
Protocollen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je tijdens dit vak allemaal leren?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de voornaamste reden dat tijdens deze les je je aantekeningen moet opschrijven?
A
Je behoud je motoriek
B
Je kunt dan niet via de computer whats'appen
C
Voor de rust van de docent
D
Je hersenen verwerken de informatie beter

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma - deel 2 - Methodisch werken 
  • Welkom, AWR

  • Lesdoelen vandaag 
  • Theorie methodische werken
  • Korte pauze
  • Theorie waarnemen
  • Opdracht ‘waarnemen’

  • Afsluiting 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen vandaag: 
Aan het einde van de les.... 

  • Je kunt uitleggen wat de begrippen methode en methodisch werken betekenen
  • Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat een PDCA-cyclus betekent
  • Je kunt uitleggen wat het begrip waarnemen betekent
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen subjectief en objectief waarnemen 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methodiek 
Belangrijke begrippen: 

Methode: is een vaste, doordachte manier van werken om een bepaald doel te bereiken

Methodisch werken: is het consequent handelen volgens vooraf bepaalde stappen.

Methodisch werken kenmerken:
1. Doelgericht
2. Planmatig
3. Procesmatig
4. Bewust 


Slide 18 - Tekstslide

Doelgericht
Wat is het doel, waar werken we naartoe, wat willen we bereiken, waar willen we uitkomen? Doelgericht handelen is ook terugkijken: hebben we het doel bereikt en zijn we uitgekomen waar we wilden uitkomen? Meestal worden de doelen, die men met de cliënt wilt bereiken, vastgesteld in een vergadering waar verschillende disciplines met elkaar overleggen om deze doelen vast te stellen.
-Planmatig
Alle stappen zijn met elkaar verbonden, er zit een logische lijn in.
-Procesmatig
Tijdens de uitvoering van een activiteit werkt men met een doel. Als beroepskracht MZ houd je in het oog of je nog op de goede weg zit, of dat je moet bijsturen.
-Bewust
Bij het aanbieden van activiteiten denk je na over de doelen die je voor de cliënt wilt bereiken. Je houdt tijdens de uitvoering het proces in de gaten. Dit betekent dat je bewust bezig bent. Je bent je niet alleen bewust van de situatie van de cliënt, de doelen, de werkwijze en het proces, maar ook van je eigen gevoelens. Ook ben je je bewust van de invloed van je eigen gedrag op de cliënt.

Methodisch werken 
3 fases in methodisch werken
Fase 1: Voorbereiding (beginsituatie)
Fase 2: Uitvoering (activiteit uitvoeren)
Fase 3: Afrondingsfase (evalueren) 

PDCA-cylus is altijd actief
P=fase 1, D= fase 2
C=fase 3, A= tussen fase 3 en fase 1 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 1- Voorbereiding 
Stap 1: Informatie verzamelen
Stap 2: Wensen, behoeften en problemen vaststellen
Stap 3: Doelen formuleren
Stap 4: Activiteiten vaststellen en plannen


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 2- Uitvoering 
Stap 5: Geplande activiteiten uitvoeren en begeleiding bieden

Slide 21 - Tekstslide

Iedereen die bij het plan betrokken is, is van de inhoud op de hoogte. Je voert het plan met elkaar uit. Tijdens de uitvoering bewaak je de continuïteit: je houdt steeds in de gaten wat de cliënt nodig heeft om zijn doelen te bereiken. Maar let erop dat je het belang van de cliënt altijd centraal blijft stellen en niet het plan! Als het nodig is, stel je de activiteiten in overleg bij. Het is van belang alle veranderingen en aanpassingen in samenspraak toe te passen en goed te rapporteren.

Fase 3:
Stap 6: Evalueren en reflecteren op het eigen handelen

Evalueren: is het tussentijds of achteraf beoordelen van een activiteit of handeling op vooraf opgestelde criteria.
-Procesevaluatie (Hoe is het verlopen?)
-Product (Wat is er behaald?)

Slide 22 - Tekstslide

IEvalueren doe je gedurende het hele traject en niet alleen aan het eind. Het houdt in dat je terugblikt op wat je hebt gedaan, zodat je je plan zo nodig bij kunt stellen. Je maakt onderscheid tussen een product- en een procesevaluatie. Een productevaluatie geeft antwoord op de vraag of het doel, het beoogde resultaat, is bereikt. Een procesevaluatie geeft antwoord op de vraag of de weg ernaartoe goed is verlopen: hoe is er samengewerkt? Zijn de werkwijze en de begeleiding juist gekozen?
In de procesevaluatie wordt van jou als beroepskracht ook gevraagd dat je reflecteert op je eigen handelen. Je evalueert een traject met de daarbij betrokken personen. Meestal (afhankelijk van het traject) evalueer je het traject zowel mondeling als schriftelijk. De uit de evaluatie naar voren komende gegevens zijn nuttig, je kunt ze gebruiken om trajecten zo nodig bij te stellen. We leren van evaluaties niet alleen iets over het product, maar ook over het proces dat je met elkaar hebt doorgemaakt.

Waarnemen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

''Ans de begeleider''

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie waarnemen 
Waarnemen:
een doorlopend proces van informatie tot zich nemen via de zintuigen
-Prikkel--> gewaarwording (voelen,zien, horen, ruiken, proeven)->  verwerking->waarneming

Waarnemen doe je dus altijd en overal! Dus ook onbewust! 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarnemen: 
- Objectief - waarneming van feiten (je kunt dit controleren)
- Subjectief - waarneming met waarde oordeel

Check met elkaar! 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subjectief of objectief- opdracht 
1. Hij denkt na. 
2. Hij reageerde angstig op het geluid.
3. Hij speelde tot etenstijd met de blokken.
4. Toen de vrachtwagen voorbijreed, stond zij stil, deed zij haar handen voor haar ogen en gilde. Het gillen stopte toen de vrachtwagen om de hoek was.
5. Zij was nogal emotioneel, toen zij het nieuws hoorde.
6. Stef bewoog met zijn armen toen de taxibusjes aankwamen.

timer
3:00

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht- Maak objectief:  
Hij reageerde agressief.
Het duurde nogal lang totdat zijn woedeaanval ophield.
Marian stelt zich afhankelijk op van de begeleiders.
Jeroen kletst de hele tijd over zijn overleden papegaai.

timer
3:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen check 
Check lesdoelen:
  • Je kunt uitleggen wat de begrippen methode en methodisch werken betekenen
  • Je kunt uitleggen wat het begrip waarnemen betekent
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen subjectief en objectief waarnemen 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht in de school: 
Opdracht: 
Ga op een plekje in de school zitten, en voer daar gedurende 10 minuten een waarneming uit.
Schrijf 10 waarnemingen op.

Neem deze 10 waarnemingen de volgende keer mee naar de volgende les! 
Heb je deze niet bij je, kun je tijdens deze oefening niet mee doen in de les en wordt je afwezig gezet voor dat deel in de les! 
Zet 'm op 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting 
- Check leerdoelen: 

Je kunt uitleggen wat de begrippen methode en methodisch werken betekenen 
Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat een PDCA-cyclus betekent
Je kunt uitleggen wat het begrip waarnemen betekent
Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen subjectief en objectief waarnemen 

- Meenemen: schrift, pen, laptop/tablet + licenties 
- Huiswerkopdracht 
--> Geen huiswerkopdracht bij je? Kun je eerste 45 min niet deelnemen en sta je afwezig. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies