TRIAGE Rugpijn

Triage 
Rugklachten 


1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
TriageMBOStudiejaar 1,4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Triage 
Rugklachten 


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb mijn huiswerk gemaakt in Medilect en in Teams
A
ja
B
alleen Medilect
C
alleen Teams
D
nee

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rugklachten

Slide 3 - Tekstslide

Wie heeft zich voorbereid?
Vragen?
Snap je alle begrippen/woorden?

Waardoor kan pijn onder in de rug onstaan?

Slide 4 - Woordweb

Het is niet duidelijk hoe pijn onder in de rug precies ontstaat. Artsen denken dat de spieren, banden en botten onder in de rug tijdelijk niet goed samenwerken.
De kans op pijn onder in de rug is groter bij:
- overgewicht
- veel stress
- werk dat zwaar is voor je lichaam
- lang autorijden
- veel tillen
- de rug veel draaien en buigen
Verschillende soorten rugpijn 
- Acute lage rugklachten 
- Sub acute lage rugklachten
- Chronische rugklachten
 - Achterliggende ziektebeelden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acute lage rugklachten
- vaak bij gezonde personen
- wanneer ontstaat het?
- patiënten ervaren veel pijn
- verwachtingspatroon patiënt bespreken 
Behandeling = blijven bewegen, warmte en pijnstilling

Slide 6 - Tekstslide

Pijn onder in de rug gaat meestal vanzelf over. De pijn wordt meestal binnen 4 weken minder als je veel blijft bewegen.


Adviezen:
Ga zo veel mogelijk door met wat je normaal elke dag doet. Zoals het huishouden, je werk en hobby's.
Zo maak je de kans kleiner dat de pijn lange tijd blijft.

Zorg dat je veel beweegt. Dat is belangrijk, ook al heb je veel pijn.
Je kunt met bewegen niets stuk maken in je rug, ook niet als het veel pijn doet. Bewegen helpt juist om beter te worden.

Zit niet te lang stil in dezelfde houding.
Ga bijvoorbeeld na 15 minuten zitten steeds even staan, een stukje lopen of een oefening doen.

Beweeg elke dag ook een halfuur of langer actief.
Bijvoorbeeld wandelen of fietsen.
Sporten zoals zwemmen, fietsen en hardlopen kunnen helpen je lichaam sterker en soepeler te maken. Je wordt er ook fitter van.

Ook bij heftige pijn in je rug is het goed om te blijven sporten.
Bijvoorbeeld zwemmen of wandelen.
Sub acute lage rugklachten
- Wat langere aanloop voor het echt erger wordt, of knapt niet op.
- Levensstijl kan er mee te maken hebben.
- Behandeling van klachten, 
- Evt. fysiotherapie  
- Klachten kunnen wel  6 weken tot 3 maanden duren

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chronische rugklachten
- Alle rugpijn die langer dan 3 maanden bestaat
- Oorzaak is vaak niet duidelijk
- Fysiotherapie van belang
- Rugpijn in algemeen voorkomen: spieren sterker maken, gewicht verliezen, goed tillen en juiste houding

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke adviezen geef je bij iemand met spit?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

adviezen bij spit
Pijn onder in de rug kan er opeens zijn of langzaam komen.
Zorg dat je veel blijft bewegen, ook als je pijn hebt.
Zit niet te lang stil in dezelfde houding.
Sporten is ook goed, zoals zwemmen, fietsen of wandelen.
Sommige mensen vinden het fijn om oefeningen te doen.
De klachten worden meestal binnen een maand minder.
Zo niet, bel dan je huisarts.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Achterliggende ziektebeelden
  • Aneurysma 
  • Cauda equinasyndroom 
  • Niersteenkoliek 
  • HNP (hernia nuclei pulposi) 
  • Urineretentie 
  • Osteoporotische inzakkingsfractuur door osteoporose (botontkalking)
  • Wervelmetastase


Slide 11 - Tekstslide

- Cauda syndroom in volksmond: 
door de wervelkolom lopen zenuwen, bundel van uitlopers ruggenmerg zenuw, lijkt op paardenstaart.
Schade aan de zenuw van de bundel uitlopers, werken als boodschapper tussen hersenen 

HNP
- Een tussenwervelschijf die uitpuilt en op een zenuw drukt. Geeft pijn in een bil/been. Pijnstillers en in beweging blijven op geleide pijn kan helpen. 75% gaat binnen 12 weken vanzelf over
- Wanneer bellen (bekend met hernia)? Minder kracht in benen, op tenen/hakken staan lukt niet, doof gevoel schaamstreek/anus, niet meer kunnen plassen, of incontinentie urine

Aneurysma (U1)
Cauda equinasyndroom (U2)
Niersteenkoliek (U2)
HNP (hernia nuclei pulposi) (U3-met neurologische uitval)
Urinewegproblemen (met koorts U3-zonder koorts U4)
Osteoporotische inzakkingsfractuur door osteoporose (botontkalking)
Wervelmetastase
We nemen de triagekaart door

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mw. Smit belt. Ze geeft aan hevige buikpijn te hebben aan de li.kant onderin buik wat doorstraalt naar rug. Ze is aan het zweten, bleek en duizelig. Waar denk je aan?
A
niersteenkoliek
B
urineretentie
C
Hernia nuclei pulposi
D
Aneurysma

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aneurysma
Een aneurysma is een verwijding van de aorta. 
Hoe groter deze verwijding, hoe groter de kans op barsten. 

  • Zeer hevige pijn
  • Meestal vegetatief (misselijk, zweten, grauwe kleur). 
  • Rugpijn kan ook een uiting zijn van een scheurend aneurysma. 

Dit ziektebeeld heeft een zeer slechte prognose.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cauda equinasyndroom 
De op een paardenstaart lijkende zenuwbundel waarin het centrale merg uitloopt, ongeveer ter hoogte van de tiende rugwervel. Compressie van het centrale merg ter hoogte van de lage lumbale wervels kan uitvals- of prikkelingsverschijnselen geven in het verzorgingsgebied van deze zenuwbundel (cauda-equinasyndroom): de blaas (incontinentie of retentie), genitaliën, het rijbroekgebied van de huid (perineum, genitalia en binnenzijde van de dijen).

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke symptomen heeft iemand met niersteenkoliek?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

niersteenkoliek
Stekende, acute en intense pijn in de flank, die vaak naar de balzak en liezen uitstraalt. De patiënt is rusteloos, heeft bewegingsdrang en is dikwijls misselijk.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Marije is bekend met een hernia in haar nek. Nu heeft ze het gevoel dat ze in haar linkerarm minder kracht heeft. Jij:
A
Maakt een afspraak binnen een uur voor Marije
B
Stuurt een ambulance naar Marije toe, ze heeft immers neurologische uitval
C
Maakt met Marije een afspraak binnen enkele uren
D
Stelt Marije gerust, deze klachten horen bij een hernia en gaan vanzelf over

Slide 18 - Quizvraag

U3 urgentie - neurologische uitval door hernia
HNP – hernia nuclei pulposi
Is een tussenwervelschijf die uitpuilt en druk uitoefent op een zenuwwortel. Zo ontstaat uitstralende pijn in het verzorgingsgebied van de zenuw. Door drukverhoging – hoesten, niezen, persen – neemt de pijn toe. Wanneer de druk groot is, kan de zenuw beschadigd raken en ontstaan er uitvalsverschijnselen. Deze kunnen zich uiten in gevoelsstoornissen of krachtsverlies van de spieren. Een hernia in de nek kan leiden tot klachten in de armen, terwijl een hernia in de lage rug klachten in de benen kan geven.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neurologische uitval door hernia: U3 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dhr. Pieterman woont in een zorgcentrum. Hij heeft vanmiddag een feestje gehad van een bewoner die 100 jaar is geworden. Hij is een uurtje geleden thuis gekomen. Hij heeft nog wel wat gedronken. Nu belt hij de praktijk omdat hij opeens niet meer kan plassen. Hij heeft veel pijn, waar denk je aan?
A
Liesbreuk
B
niersteenkoliek
C
acute urineretentie
D
urineweginfectie

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

urineretentie
Het niet spontaan kunnen plassen bij een volle blaas of wanneer je niet in staat bent om je blaas helemaal te legen, wordt urineretentie genoemd. Urineretentie kan plots optreden, dit heet acute urineretentie of zich langzaam ontwikkelen (een chronische vorm). Urineretentie kan zowel bij mannen als bij vrouwen voorkomen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

inzakkingsfractuur
Bij een inzakkingsfractuur ontstaat er een inzakking van een of meerdere wervels in de rug. Gezien de wervel(s) inzakken ontstaat er ernstige pijn in de rug. Vaak gebeurt dit als gevolg van osteoporose

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

inzakkingsfractuur

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het woord: metastase?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

wervelmetastase
Uitzaaiing in de wervels geeft vaak uitgebreide neurologische uitval, meestal in beide benen. Vaak wordt de pijn ’s nachts erger. De pijn neemt zelden toe door bewegen. De leeftijd van de patiënt (ouder dan 50 jaar) en de voorgeschiedenis (maligniteit of geen lagerugklachten) zijn factoren die kunnen doen denken aan een metastase.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer pijn onder in de rug als hevig (>8) wordt beschreven, welke urgentie past daarbij?
A
U4
B
U2
C
U3
D
U1

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer iemand hevige pijn aangeeft die niet onder in de rug zit, welke urgentie kies je dan?
A
U1
B
U3
C
U2
D
U4

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw Haverkamp belt over haar man, die klaagt over extreme rugpijn en heeft het gevoel flauw te vallen, is misselijk en zweet. Wat doe je?
A
Ik vraag of mevrouw direct kan langskomen op de praktijk met haar man
B
Ik stuur een ambulance, dit is een levensbedreigende situatie
C
Ik stuur de huisarts direct op huisbezoek
D
Ik maak een afspraak aan het eind van de middag op het spreekuur

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meneer Bos is bekend met een hernia, nu klaagt hij over verminderde kracht in zijn benen en een doof gevoel in de schaamstreek. Wat doe je?
A
Het is momenteel 9.00 uur, dus ik plan een afspraak voor hem in om 12.00 uur
B
Ik vraag of hij met spoed richting de praktijk kan komen, dit moet de huisarts beoordelen
C
Ik stuur een ambulance naar meneer
D
Ik geef hem een afspraak voor morgenmiddag 14.00 uur

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie van de les
Leerzaam
Niet leerzaam
Duidelijk
Onduidelijk
Anders:

Slide 31 - Poll

Deze slide heeft geen instructies