37_les2

NEDERLANDS - HOO
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

NEDERLANDS - HOO

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les...
  • Heb je 10 minuten gelezen in je leesboek. 
  • Weet je wat het verschil is tussen een wederkerend en wederkerig voornaamwoord.

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
  • 10 minuten lezen
  • Opdracht 3 bespreken
  • Uitleg: werkwoordelijke uitdrukking + woordsoorten 
    (persoonlijk + bezittelijk voornaamwoord + wederkerend + wederkerig voornaamwoord) (lees theorie op blz. 250 t/m 254)
  • Werken aan opdrachten Grammatica H1 opdracht 4 + 5 + Woordsoorten opdracht 1 
  • Tijd over? Woordsoortenquiz

Slide 3 - Tekstslide

Lezen in de klas
  • Pak je leesboek en lees in stilte! 
    Nog geen leesboek? Lees dan in je meegenomen boek, strip of tijdschrift
  • Leg je schrift open op het huiswerk (HOO controleert)
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
Opdracht 3 
1. Door de jeugdboeken over het motorbootje is de kameleon een bekende hagedissensoort geworden. 
2. Na de zomervakantie bleken Jobs spijkerbroeken hem te klein geworden
3. Bij het snoeien van de doornstruiken heb ik me behoorlijk verwond

Slide 5 - Tekstslide

Woordsoorten
Persoonlijk voornaamwoord: altijd een persoon of ding: Ik, jij, je, u, hij, zij,ze,het, 't (ow) - (geen ow: mij, me, jou, je, u, hem, haar, ze, het)
Bezittelijk voornaamwoord: mijn, jouw,, je, uw, zijn, haar, zijn, z'n, m'n, d'r. 
Wederkerend voornaamwoord: 
me, je, zich, ons
mezelf jezelf, zichzelf, onszelf (alleen bij toevallig wederkerende werkwoorden)
Wederkerig voornaamwoord : elkaar 

Slide 6 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Werk zelfstandig aan de opdracht 4 + 5 van Zinsdelen, blz. 19 +  opdracht 1 Woordsoorten blz.  31. 

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk + volgende les
Huiswerk  volgende les  (in Magister): 
Grammatica H1 opdracht 4,5, blz. 29 + opdr. 1 blz. 31
Volgende les gaan we aan de slag met: 
  • H1 Grammatica Woordsoorten opdracht 2,3,4




Slide 8 - Tekstslide

Die mooie jurk staat haar goed.
Wat voor woordsoort is die?
A
Aanwijzend voornaamwoord
B
Vragend voornaamwoord
C
Onbepaald voornaamwoord
D
Wederkerig voornaamwoord

Slide 9 - Quizvraag

Het is vier uur.
Wat voor woordsoort is 'het'?
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Onbepaald voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord
D
aanwijzend voornaamwoord

Slide 10 - Quizvraag

Jurre kwam blij uit de kantine.
Wat is 'uit' voor woordsoort?
A
bijwoord
B
voorzetsel

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen zitten er in de volgende zin?
Op zaterdag geeft Rik heel professioneel voetballes in Eindhoven aan jonge kinderen.

A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quizvraag