Nederlands - HTV20 - les 20 week 12

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 3

De vragen waren zo makkelijk, dat alle leerlingen het antwoord (raden).

Hebben de leerlingen al (douchen)?

1. doucht
2. gedoucht
3. gedouchd
4. gedouchen

Op deze manier (bewijzen) ………………… hij de zaak een slechte dienst.

bewijst

bewijzt

bewijsd

De slijterij wilde graag (stunten) ………………. met wijn.

stunten

stuntten

De (aanbrengen)………………..….. veiligheidsklep bleek niet te functioneren.

Aan de oude wet (kleven)…………………. zoveel bezwaren, dat hij werd ingetrokken.

kleven

kleefden

kleefde

Hij (vergroten)………..………….. vorige week alle foto’s.

vergrote

vergroote

vergrootte

vergrootten

Tijdens het zomerfeest (verlichten) …………..………… honderden lampen het park.

1. verlichten
2. verlichtten
3. verlichte
4. verlichtte

Vorig jaar (kosten) ………..………. deze vergrotingen nog maar een euro.

GESPREKKEN

5 minuten voorbereiden op het gesprek. 

Ik kies straks iemand uit, met wie ik het gesprek ga voeren. 

Je loopt stage bij een bedrijf. Het is pauze. Je gaat naar de kantine om te lunchen. In de kantine kom je een collega tegen.

Je begint een gesprek met je collega. Je docent speelt de rol van de collega.

Verwerk in het gesprek de volgende informatie:

• Groet je collega.

• Laat merken dat je verbaasd bent je collega hier te zien: je dacht dat hij/zij pas later pauze zou hebben.

• Vertel dat je baalt van het werkrooster: het wordt té vaak aangepast.

• Begin over het weer van vandaag.

• Vraag aan je collega of hij/zij nog iets leuks heeft gedaan het afgelopen weekend.

• Vertel over jouw weekend.

• Sluit het gesprek af.

Tijdens het gesprek...

Komen alle punten aan de orde?

Wie neemt het initiatief?

Worden de juiste vragen gesteld: open, gesloten, etc.?

Tips en tops

Dit doen we nog een keer...

Tips en tops