- Je weet welke rechten de Eerste en de Tweede Kamer hebben en hoe de rechten werken.
- Je kent het recht van initiatief.
- Je kent het recht van amendement.
- Je kent het recht van budget.
- Je kent het recht van interpellatie.
- Je kent het recht van enquête.
- Je kent de belangrijkste klassieke grondrechten van 1848.
- Je kent de belangrijkste sociale grondrechten van 1983.
- Je kent de kenmerken van een rechtstaat en hoe die werkt.
- Je kent de functies van de wetgevende, uitvoerende en controlerende macht.
- Je weet hoe ons land geregeerd wordt.
- Je kunt de volgende begrippen herkennen en beschrijven gemeenteraad, Provinciale Staten, rechten van de Kamers, klassieke en sociale grondrechten, coalitie, oppositie, rechtstaat.