Par 4.2 De rechten van burgers in Nederland

Par 4.2 De rechten van burgers in Nederland
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Par 4.2 De rechten van burgers in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
Par 4.2 De rechten van burgers in Nederland

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je weet welke rechten de Eerste en de Tweede Kamer hebben en hoe de rechten werken.
- Je kent het recht van initiatief.
- Je kent het recht van amendement.
- Je kent het recht van budget.
- Je kent het recht van interpellatie.
- Je kent het recht van enquête.
- Je kent de belangrijkste klassieke grondrechten van 1848.
- Je kent de belangrijkste sociale grondrechten van 1983.
- Je kent de kenmerken van een rechtstaat en hoe die werkt.
- Je kent de functies van de wetgevende, uitvoerende en controlerende macht.
- Je weet hoe ons land geregeerd wordt.
- Je kunt de volgende begrippen herkennen en beschrijven gemeenteraad, Provinciale Staten, rechten van de Kamers, klassieke en sociale grondrechten, coalitie, oppositie, rechtstaat.

Slide 3 - Tekstslide

Quiz
Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Slide 4 - Tekstslide

Een wijziging van een wetsvoorstel indienen.
Welk recht hoort daarbij?
A
Recht van amendement
B
Recht van Interpellatie
C
Recht van initiatief
D
Recht van motie

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor een land met een koning?
A
Keizerrijk
B
Republiek
C
Dictatuur
D
Monarchie

Slide 6 - Quizvraag

Van welke partij was Schaepman de leider?
A
SDAP
B
VVD
C
ARP
D
RKSP

Slide 7 - Quizvraag

Sociale wetgeving staat bovenaan mijn 'to do' lijstje
A
Thorbecke
B
Schaepman
C
Troelstra
D
Kuyper

Slide 8 - Quizvraag

Waarom was het bijzonder dat Samuel van Houten met het kinderwetje kwam?
A
Hij was socialist
B
Hij was een fabrieksdirecteur
C
Hij was katholiek
D
Hij was liberaal

Slide 9 - Quizvraag

Bij welk recht hoort:
Een minister voor een spoeddebat naar de kamer roepen.
A
Recht van amendement
B
Recht van Interpellatie
C
Recht van initiatief
D
Recht van motie

Slide 10 - Quizvraag

Mindmap
Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Slide 11 - Tekstslide

Grondwet
Alle inwoners van Nederland hebben grondrechten.
Deze staan in de grondwet.
Veel grondrechten kwamen voor het eerst in de grondwet voor sinds 1848.

Slide 12 - Tekstslide

Grondwet van 1848
Vrijheid van onderwijs.
Recht op vereniging en vergadering.
Recht op privacy.
Vrijheid van godsdienst.
Recht op gelijke behandeling.

Slide 13 - Tekstslide

Klassieke grondrechten
De grondrechten van 1848 noemen we klassieke grondrechten.
Vrijheid en democratie.
Bescherming tegen de overheid.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Grondwet van 1983
In 1983 is de grondwet aangevuld met het discriminatieverbod.
Je mag mensen niet anders behandelen op basis van hun huidskleur, seksuele geaardheid, opleiding, politieke voorkeur, geslacht enz..

Slide 16 - Tekstslide

1983
Nieuwe grondrechten:
Bestaanszekerheid, Onderwijs.
Woonruimte, Werk.
Voldoende en goede medische verzorging.
Bewoonbaar land.
Rechtsbijstand.
Bescherming door de overheid.

Slide 17 - Tekstslide

Sociale grondrechten
De grondrechten van 1983 noemen we sociale grondrechten.
De overheid moet burgers beschermen tegen slechte leefomstandigheden.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Quiz
Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Slide 20 - Tekstslide

In welke grondwet komen er sociale grondrechten bij?
A
1848
B
1917
C
1983
D
2022

Slide 21 - Quizvraag

Klassieke grondrechten
Sociale grondrechten
Vrijheid van godsdienst
Recht op bewoonbaar land
Vrijheid van onderwijs
Rechtsbijstand

Slide 22 - Sleepvraag

Bij welke grondwet horen de klassieke grondrechten?
A
1840
B
1848
C
1917
D
1983

Slide 23 - Quizvraag

En nu?
Check of alle leerdoelen op je mindmap staan.
Maak de vragen van paragraaf 4.2.

Slide 24 - Tekstslide