Lijdend voorwerp Maandag

Het lijdend voorwerp
Wat bedoelen ze nou hiermee?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het lijdend voorwerp
Wat bedoelen ze nou hiermee?

Slide 1 - Tekstslide

Het lijden voorwerp
Het lijdend voorwerp is het antwoord op de vraag:
Wie of wat + persoonsvorm + onderwerp (+andere werkwoorden)?


Voorbeeld: Jorn koopt een zak snoep.
Persoonsvorm: koopt
onderwerp: Jorn 
lijdend voorwerp: een zak snoep 

Slide 2 - Tekstslide

De opdrachten....
sleep in de volgende dia het woord naar het goede antwoord 

Is het een onderwerp? --> Slepen naar onderwerp
Is het een gezegde? --> Slepen naar het gezegde
Is het het lijdend voorwerp? --> Slepen naar het lijdend voorwerp

Slide 3 - Tekstslide

Meike gaat brood kopen.
Het onderwerp (wie of wat)
Gezegde (werkwoord)
Lijdend voorwerp
Meike
gaat kopen
Brood

Slide 4 - Sleepvraag

Roos heeft een mooie tekening gemaakt.
Het onderwerp (wie of wat)
Gezegde (werkwoord)
Lijdend voorwerp
Roos
heeft gemaakt
een mooie tekening

Slide 5 - Sleepvraag

De juf gaf Elle het boek. 
Het onderwerp (wie of wat)
Gezegde (werkwoord)
Lijdend voorwerp
gaf
De juf
het boek

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is het lijdend voorwerp?

Lisa leest een boek.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp?

Jurre speelt graag buiten voetbal.

Slide 8 - Open vraag

Hoe vond je het gaan? Snap je het lijdend voorwerp? Wat vind je moeilijk?

Slide 9 - Open vraag

Typ het woord in:

Slide 10 - Open vraag

Typ het woord in:

Slide 11 - Open vraag

Typ het woord in dat je hoort:

Slide 12 - Open vraag

Typ de zin de je hoort, denk aan de hoofdletters, punten etc.

Slide 13 - Open vraag

Typ de zin die je hoort, denk aan de hoofdletters, punten etc.

Slide 14 - Open vraag

Hoe vond je de spellingles?

Slide 15 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp?

Berend maakt een mooie boomhut.

Slide 16 - Open vraag