2 Havo/ VWO K3 L1&2
1 / 19
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
timer
1:00
ontleden door vragen te stellen
welke vraagwoorden?
welke vraagwoorden?
Slide 3 - Woordweb
Der Mann gibt der Frau einen Kuss.
Der Mann
Der Mann
timer
0:30
A
onderwerp
1e naamval
B
lijdend voorwerp
4e naamval
C
meewerkend voorwerp
3e naamval
Slide 4 - Quizvraag
Der Mann gibt der Frau einen Kuss.
einen Kuss
einen Kuss
timer
0:30
A
onderwerp
1e naamval
B
leidend voorwerp
4e naamval
C
meewerkend voorwerp
3e naamval
Slide 5 - Quizvraag
timer
1:00
hoe noem je de regel
waar je iets kunt vervangen?
waar je iets kunt vervangen?
Slide 6 - Woordweb
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Hoe is de hoofdregel voor het vervoegen van werkwoorden.
timer
0:30
A
feesttenten
B
feesttent
C
(fe)esttenten
D
(fee)sttenten
Slide 10 - Quizvraag
Du (wohnen) ... in Berlin.
timer
0:30
A
wohnt
B
wohne
C
wohnen
D
wohnst
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Aufgabe 10 Frage 1
Bij veel sterke werkwoorden met een e in de
stam verandert de e in een ... of in ....
Bij veel sterke werkwoorden met een e in de
stam verandert de e in een ... of in ....
Slide 13 - Woordweb
Aufgabe 10 Frage 2
Bij zwakke werkwoorden verandert de klinker wél / niet.
Bij zwakke werkwoorden verandert de klinker wél / niet.
Slide 14 - Open vraag
Aufgabe 10 Frage 3
Het voltooid deelwoord van een
zwak werkwoord eindigt op .... of ... .
Het voltooid deelwoord van een
zwak werkwoord eindigt op .... of ... .
Slide 15 - Woordweb
Aufgabe 10 Frage 4
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt op ..... .
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt op ..... .
