Zuid-Amerika: Politieke en economische kenmerken

Domein D: Zuid-Amerika
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Domein D: Zuid-Amerika

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Hoe zou je dit uitleggen aan een brugklasser?

Slide 2 - Tekstslide

Zuid-Amerika: Politieke en economische kenmerken

Slide 3 - Tekstslide

Onrustige situatie Venezuela
Samenvatting:
  • Economische en politieke crisis, hierdoor grote tekorten en inflatie in het land (geldbiljetten zijn niks meer waard)
  • Honger, tekort aan medicine zorg en geweld spelen op
  • 6 miljoen mensen op de vlucht naar buurlanden 
  • Maduro wilde niet dat zijn volk weg gaat, wil geen hulp aanvaarden  van andere landen en sluit grenzen
  • Maduro onderhield alleen politieke banden met andere socialisitische landen zoals Cuba en China (voor de olie toegang) 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Politiek protest in Peru
Samenvatting:
  • Plannen om President Castillo af te zetten al langer ivm corruptie en vriendjespolitiek, Castillo probeerde wet te veranderen zodat hij kon blijven zitten.
  • Castillo begin December afgezet en opgepakt
  • Oud-president veel aanhangers op het platteland
  • Explosieve situatie, veel onrust

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Lesdoel(en)
Kan ik...
  • in grote lijnen vertellen hoe de politiek zich ontwikkeld heeft in Zuid-Amerika
  • in grote lijnen verschillende economische kenmerken van Zuid-Amerika benoemen en uitleggen (zoals gini-coëfficient, foodcrops/cashcrops, landroof)

Slide 8 - Tekstslide

Politieke kenmerken
  • In het verleden: macht bij Portugal en Spanje (1500-1800)
  • Na onafhankelijkheidsoorlogen, rond 1825 de meeste landen onafhankelijk 
Na onafhankelijkheid, macht bij Oligarchie
Een kleine groep mensen van de hogere klasse, die veel economische en politieke invloed hadden.
Veel onstabiliteit, het leger grijpt in, soms ontstaat dictatuur
laatste decennia van 20ste eeuw democratisering

Slide 9 - Tekstslide

Waar komt de NLse koningin vandaan?

Slide 10 - Tekstslide

Jorge Zorreguieta (vader van Maxima)
  • Politicus 1976 - 1981
  • Betrokken bij het regiem van dictator van Argentinië (Gorge Videla) , die na militaire staatsgreep de macht pakte. 
  • Tijdens dit regiem zijn tussen de 10.000 en 30.000 mensen vermist/vermoord 

Slide 11 - Tekstslide

Politieke problemen
  • Weg naar democratie (soms nog met dictatuur)
  • Corruptie
  • Vriendjespolitiek  
  • Bureaucratie
Cliëntalisme
gunsten in ruil voor loyaliteit 

Slide 12 - Tekstslide

Fragile state index

Slide 13 - Tekstslide

Economische kenmerken
Bestuderen aan de hand van een interactieve video.

Log in op LessonUp 

Slide 14 - Tekstslide

7

Slide 15 - Video

Blokvorming
1991: 



2008:                                                 
Mercosur (economisch)
Douane-unie tussen Argentinië, Brazilië, Paraguay, Uruguay, Venezuela en Bolivia en een aantal geassocieerde landen. Gebied van vrijhandel. 
UNASUR (economisch, cultureel en politiek)
Unie van Zuid-Amerikaanse Naties: organisatie van alle Zuid-Amerikaanse landen, gericht op politieke, economische en culturele integratie.

Slide 16 - Tekstslide

Blokvorming 
Mercosur
Unasur
- economische samenwerking
- vrijhandel
- gunstig voor bedrijven in de lidstaten: grote belastingvrije afzetmarkt
- reactie op het handelsblok van VS en Canada
- Brazilië was bang voor te grote concurrentie
- doel: samenwerken op politiek, transport, energie, onderwijs, etc. 

Slide 17 - Tekstslide

Blokvorming
Voorbeeld van UNASUR project:
infrastructuur 
Nadelen?
  • nieuwe wegen gaan door natuurgebieden
  • er wonen mensen in deze gebieden
Voordelen?
  • goede verbindingen zijn voorwaarde voor samenwerking
  • nieuwe gebieden worden bereikbaar (mijnbouw)
  • makkelijker op producten te vervoeren
  • voor export naar zee

Slide 18 - Tekstslide

03:24
De Gini-coefficient laat ook de inkomensongelijkheid zien. Wanneer is er complete gelijkheid?
A
bij 0
B
bij 1
C
bij 100

Slide 19 - Quizvraag

05:37
een gewas, zoals cacao, dat wordt verbouwd om tot een product te worden bewerkt, met als doel om winst te maken noemen we...
A
Foodcrop
B
Cashcrop

Slide 20 - Quizvraag

05:58
Hoe noemen we het als kleine boeren en inheemse bevolking gedwongen hun land afstaan en moeten verhuizen...

Slide 21 - Open vraag

07:16
Welke producten exporteren zuid-amerikaanse landen vooral?
A
Diensten
B
land- en mijnbouwproducten
C
industrieproducten

Slide 22 - Quizvraag

08:54
Wat is het verschil tussen importsubstitutie en exportvalorisatie?

Slide 23 - Open vraag

05:37
Banen, noten en vruchten die bedoeld zijn voor conumptie noemen we...
A
Foodcrop
B
Cashcrop

Slide 24 - Quizvraag

03:24
Wanneer is er een gelijke verdeling in de lorenz-curve te zien?
A
Als de lijn horizontaal is
B
Als de lijn verticaal is
C
Als de lijn diagonaal is
D
Als de lijn gebogen is

Slide 25 - Quizvraag