,

h.5 Sociale media les 13

h.5 Sociale media
maandag 17 februari 2025
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

h.5 Sociale media
maandag 17 februari 2025

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we deze les?


  • We bespreken nieuwe theorie van h.5;

  • Jullie maken de proeftoets;

  • We bekijken opdracht 31 en de moeilijke woorden;

  • Jullie gaan aan de slag met de opdracht 32.




Slide 2 - Tekstslide

Zoekend lezen

  • Je hoeft een tekst niet altijd helemaal te lezen.
  • Soms ben je alleen geïnteresseerd in bepaalde informatie in de tekst. Om die informatie te vinden moet je zoekend lezen.

  •  Als je zoekend leest, lees je de tekst niet van begin tot eind, maar zoek je de informatie op die je nodig hebt.





Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld


Omdat je bijna klaar bent met je opleiding en wilt gaan werken, heb je je ingeschreven voor een banenbeurs. Je wilt weten hoe je met het openbaar vervoer bij de beurs kunt komen. Op de website van de banenbeurs zoek je deze informatie op.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld


Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld


Slide 6 - Tekstslide

De tekst zoekend lezen
Zoeken naar informatie in de tekst
- Let op tussenkopjes.

- Let op opvallend gedrukte woorden.

- Lees de zin of alinea die je vraag
  beantwoordt, aandachtig door.
Je vindt snel de gevraagde informatie.

Slide 7 - Tekstslide


Wat bekijk en lees je als je een tekst voorspellend leest?

Slide 8 - Open vraag

Titel, afbeelding en tussenkopje

Slide 9 - Tekstslide

Eerste en laatste alinea lezen

Slide 10 - Tekstslide


Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 11 - Open vraag


Op welke drie manieren helpen sociale media de situatie in Afghanistan? 

Slide 12 - Open vraag


Wat betekenen de woorden 'monitoren' en 'regime'?
A
volgen en controleren dieet, leefregel
B
volgen en controleren bestuur van een land
C
volgen en controleren directie
D
volgen en controleren management

Slide 13 - Quizvraag


Wat betekenen de woorden 'repressie' en 'misère'?
A
opstand gevaar
B
onderdrukking verveling
C
onderdrukking ellende
D
opstand verveling

Slide 14 - Quizvraag


Wat betekenen de woorden 'staatsmonopolie' en 'dissident'?
A
de staat bepaalt alles wat er in een land gebeurt, andersdenkende
B
de staat bepaalt alles wat er in een land gebeurt, boze burger
C
spel van een staat, andersdenkende
D
spel van een staat, opstandeling

Slide 15 - Quizvraag

De tekst aandachtig lezen
leesdoel
aanpak
resultaat
De tekst kritisch beoordelen
•  Vraag je af of de informatie in de
  tekst juist, volledig en actueel is.

• Vraag je af of de schrijver eerlijk en
  overtuigend is.

• Vraag je af of de bron betrouwbaar
   is.

• Je kunt de kwaliteit en de betrouwbaar-     heid van de tekst beter inschatten.

• Je kunt informatie in teksten met
   elkaar vergelijken en beoordelen.

• Je kunt achterhalen wat de mening
   van de schrijver is.

•  Je kunt bepalen of de tekst bruikbaar
    is voor een werkstuk of verslag.
De tekst kritisch beoordelen

Slide 16 - Tekstslide

  • 5 Sociale media (blz. 149 en verder) opdr. 32. 
  • Maak woordenschat af (online 5 Sociale media)
  • Magister - leermiddelen - Op niveau - 5. Sociale media - woordenschat

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Zoek de betekenis op van de volgende moeilijke woorden uit de tekst:

regime
monitoren
indammen
smoren
prominent
dissident
staatsmonopolie
repressie
misère

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Titel: geeft vaak aanwijzingen waar de tekst over gaat.

-------------------------------
--------------------------------
  --------------------------------------------------------------

Tussenkopjes: geven vaak aanwijzingen
                   waar een alinea over gaat.
bron: waar een tekst vandaan komt
Alinea: klein deel van de tekst.
begint altijd op een nieuwe regel
afbeelding: plaatje, foto, grafiek
Titel, tussenkopjes, bronvermelding

Een titel vertelt vaak waar de tekst over gaat, maar kan je ook nieuwsgierig maken.

In langere teksten staan meestal tussenkopjes. Die geven aan waarover de volgende tekst gaat. Ze maken een tekst overzichtelijker.

Onderaan de tekst staat de bronvermelding. Deze geeft aan waar de tekst vandaan komt.

Slide 21 - Tekstslide


Wat is de kernzin van de vorige alinea?
A
eerste zin
B
tweede zin
C
laatste zin

Slide 22 - Quizvraag