,

h.5 Sociale media les 13

h.5 Sociale media
les 13
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

h.5 Sociale media
les 13

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we deze les?


  • We bekijken opdracht 31 en de moeilijke woorden;

  • We bespreken nieuwe theorie van h.5;

  • Jullie gaan aan de slag met de opdracht 32.




Slide 2 - Tekstslide


Wat bekijk en lees je als je een tekst voorspellend leest?

Slide 3 - Open vraag

Titel, afbeelding en tussenkopje

Slide 4 - Tekstslide

Eerste en laatste alinea lezen

Slide 5 - Tekstslide


Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 6 - Open vraag


Op welke drie manieren helpen sociale media de situatie in Afghanistan? 

Slide 7 - Open vraag


Wat betekenen de woorden 'monitoren' en 'regime'?
A
volgen en controleren dieet, leefregel
B
volgen en controleren bestuur van een land
C
volgen en controleren directie
D
volgen en controleren management

Slide 8 - Quizvraag


Wat betekenen de woorden 'repressie' en 'misère'?
A
opstand gevaar
B
onderdrukking verveling
C
onderdrukking ellende
D
opstand verveling

Slide 9 - Quizvraag


Wat betekenen de woorden 'staatsmonopolie' en 'dissident'?
A
de staat bepaalt alles wat er in een land gebeurt, andersdenkende
B
de staat bepaalt alles wat er in een land gebeurt, boze burger
C
spel van een staat, andersdenkende
D
spel van een staat, opstandeling

Slide 10 - Quizvraag

De tekst aandachtig lezen
leesdoel
aanpak
resultaat
De tekst kritisch beoordelen
•  Vraag je af of de informatie in de
  tekst juist, volledig en actueel is.

• Vraag je af of de schrijver eerlijk en
  overtuigend is.

• Vraag je af of de bron betrouwbaar
   is.

• Je kunt de kwaliteit en de betrouwbaar-     heid van de tekst beter inschatten.

• Je kunt informatie in teksten met
   elkaar vergelijken en beoordelen.

• Je kunt achterhalen wat de mening
   van de schrijver is.

•  Je kunt bepalen of de tekst bruikbaar
    is voor een werkstuk of verslag.
De tekst kritisch beoordelen

Slide 11 - Tekstslide

  • 5 Sociale media (blz. 149 en verder) opdr. 32. 
  • Maak woordenschat af (online 5 Sociale media)
  • Magister - leermiddelen - Op niveau - 5. Sociale media - woordenschat

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Zoek de betekenis op van de volgende moeilijke woorden uit de tekst:

regime
monitoren
indammen
smoren
prominent
dissident
staatsmonopolie
repressie
misère

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Titel: geeft vaak aanwijzingen waar de tekst over gaat.

-------------------------------
--------------------------------
  --------------------------------------------------------------

Tussenkopjes: geven vaak aanwijzingen
                   waar een alinea over gaat.
bron: waar een tekst vandaan komt
Alinea: klein deel van de tekst.
begint altijd op een nieuwe regel
afbeelding: plaatje, foto, grafiek
Titel, tussenkopjes, bronvermelding

Een titel vertelt vaak waar de tekst over gaat, maar kan je ook nieuwsgierig maken.

In langere teksten staan meestal tussenkopjes. Die geven aan waarover de volgende tekst gaat. Ze maken een tekst overzichtelijker.

Onderaan de tekst staat de bronvermelding. Deze geeft aan waar de tekst vandaan komt.

Slide 16 - Tekstslide


Wat is de kernzin van de vorige alinea?
A
eerste zin
B
tweede zin
C
laatste zin

Slide 17 - Quizvraag