,

h.5 Sociale media les 12

h.5 Sociale media
14 februari 2025
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

h.5 Sociale media
14 februari 2025

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doen we deze les?


  • We bekijken opdracht 26 + 27 (blz. 147 en verder);

  • We bespreken nieuwe theorie van h.5;

  • Jullie gaan aan de slag met de opdracht 30 + 31.




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kernzin van de alinea

Slide 5 - Tekstslide

zin 2
opdracht 27a



'Waar ligt de grens tussen 1. af en toe voor de lol vloggen, 2. creatief een leuk zakcentje bijverdienen of 3. echt onder druk commercieel bezig zijn?'

Wat geldt voor Jaylinn? Geef twee voorbeelden uit het fragment waaruit dat blijkt.

Slide 6 - Tekstslide

onder druk...zijn
Jaylinn maakt reclame voor speelgoed en in speelgoedwinkels. Daardoor is zij commercieel bezig.

Aan de ontbijttafel blijven haar vader en moeder doorvragen hoe Jaylinn ervoor kan zorgen dat haar filmpjes beter bekeken worden. Daardoor lijkt het alsof ze onder druk werkt.
opdracht 27b



Wat is de rol van haar vader hierbij?

Slide 7 - Tekstslide

De vader van Jaylinn is degene die alles bedenkt en Jaylinn filmt. Hij helpt haar dus om vlogger te zijn, en te blijven. 
opdracht 30

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de kernzin van deze alinea?

Slide 9 - Tekstslide

zin 1
Waarom worden sociale media in verschillende landen afgesloten als de overheid protesten wil onderdrukken?


Slide 10 - Tekstslide

Omdat sociale media een belangrijk communciatiemiddel zijn om protesten en demonstraties aan te kondigen.
leesdoel
aanpak
resultaat
de tekst kort doornemen
Voorspellen waar de tekst over gaat 
• Bekijk de titel, tussenkopjes
  en afbeeldingen.
 • Je weet wat het  onderwerp
   van de tekst is.
• Let op opvallende
  woorden.
• Je weet of je de tekst
  helemaal wilt lezen.
• Lees de eerste en
  laatste alinea.
Voorspellen waar de tekst over gaat

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De tekst aandachtig lezen
leesdoel
aanpak
resultaat
begrijpen waar de tekst over gaat
• Vraag je af wat de alinea's met
  elkaar te maken hebben.

•  Probeer te begrijpen wat de
   schrijver met de tekst bedoelt.

• Probeer de betekenis van moeilijke
  woorden af te leiden uit de context.

• Markeer belangrijke (signaal)woorden
  en (kern)zinnen.
• Je begrijpt waar de tekst over
   gaat.

• Je begrijpt wat de hoofdgedachte
   van de tekst is.

• Je kunt verbanden leggen tussen
   zinnen en alinea's, of tussen
   teksten.

Begrijpen waar de tekst over gaat

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De tekst aandachtig lezen
leesdoel
aanpak
resultaat
De tekst kritisch beoordelen
•  Vraag je af of de informatie in de
  tekst juist, volledig en actueel is.

• Vraag je af of de schrijver eerlijk en
  overtuigend is.

• Vraag je af of de bron betrouwbaar
   is.

• Je kunt de kwaliteit en de betrouwbaar-     heid van de tekst beter inschatten.

• Je kunt informatie in teksten met
   elkaar vergelijken en beoordelen.

• Je kunt achterhalen wat de mening
   van de schrijver is.

•  Je kunt bepalen of de tekst bruikbaar
    is voor een werkstuk of verslag.
De tekst kritisch beoordelen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de betekenis op van de volgende moeilijke woorden uit de tekst:
regime
monitoren
indammen
smoren
prominent
dissident
staatsmonopolie
repressie
misère
activist

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Titel: geeft vaak aanwijzingen waar de tekst over gaat.

-------------------------------
--------------------------------
  --------------------------------------------------------------

Tussenkopjes: geven vaak aanwijzingen
                   waar een alinea over gaat.
bron: waar een tekst vandaan komt
Alinea: klein deel van de tekst.
begint altijd op een nieuwe regel
afbeelding: plaatje, foto, grafiek
Titel, tussenkopjes, bronvermelding

Een titel vertelt vaak waar de tekst over gaat, maar kan je ook nieuwsgierig maken.

In langere teksten staan meestal tussenkopjes. Die geven aan waarover de volgende tekst gaat. Ze maken een tekst overzichtelijker.

Onderaan de tekst staat de bronvermelding. Deze geeft aan waar de tekst vandaan komt.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de kernzin van de vorige alinea?
A
eerste zin
B
tweede zin
C
laatste zin

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies