230512 Vloeistoffen

12-5-23 vloeistoffen 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BSPMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

12-5-23 vloeistoffen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je weet welke vloeibare toedieningsvormen er zijn
Je weet de voor- en nadelen van vloeibare gnm  
Je weet minstens 3 oplosmiddelen 
Je weet dat methylparabeen op een speciale manier wordt verwerkt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de afkorting FNA en wat is het?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

FNA
  • Formularium der Nederlandse Apothekers
  • Een verzameling landelijk gestandaardiseerde bereidingsvoorschriften van goede ontwerpkwaliteit.
  • Voorschriften voor geneesmiddelen (geen geregistreerd handelspreparaat beschikbaar)
  • FNA voorschriften dragen altijd de naam van de werkzame stof. De werkzame stoffen staan altijd bovenaan het voorschrift.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw FNA-voorschrift

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem voordelen van medicatie in een vloeibare vorm.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
De nadelen van vloeibare geneesmiddelen zijn:

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met welke vloeistoffen kan je een bereiding maken ?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten water ken je?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke andere soorten oplosmiddelen ken je?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke hulpstoffen ken je nog meer?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bron
Maak vraag 1 tm 5 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Welke conserveermiddelen worden gebruikt in cremes

Slide 21 - Woordweb

voornamelijk sorbinezuur, propyleenglycol (130 mg/g),
natriumbenzoaat, methyloxybenzoaat = methylparahydroxybenzoaat, propyloxybenzoaat = propylparahydroxybenzoaat→gels

Vraag 2: Welke conserveermiddelen worden toegepast bij vloeistoffen?

Slide 22 - Woordweb

Acidum sorbicum=sorbinezuur, Methylparahydroxybenzoaat=methylparabeen,
Benzalkoniumchloride , Fenylkwikboraat chloorbutanol

Vraag 3: Als het goed is herken je de hierboven genoemde conserveermiddelen. Waar worden ze in toegepast om te conserveren? 

Acidum sorbicum=sorbinezuur, Methylparahydroxybenzoaat=methylparabeen,
Benzalkoniumchloride , F
enylkwikboraat chloorbutanol

Slide 23 - Tekstslide

Acidum sorbicum=sorbinezuur → crèmes, vloeistoffen Methylparahydroxybenzoaat=methylparabeen→ gels, vloeistoffen→ Methylparahydroxybenzoaat en propylparahydroxybenzoaat zijn goed vetoplosbaar en daarom minder geschikt voor conservering van crèmes, echter wel voor gels en oplossingen. Propylparahydroxybenzoaat wordt alleen in combinatie met methylparahydroxybenzoaat gebruikt; ze versterken elkaars werking. De benzoaten kunnen bij een pH lager dan 9 worden gebruikt. Bij gebleken overgevoeligheid kan men meestal uitwijken naar propyleenglycol en soms naar sorbinezuur.
Benzalkoniumchloride , Fenylkwikboraat chloorbutanol → worden als conserveermiddel van oogdruppels gebruikt→
Benzalkoniumchloride 0,1 mg/ml (met Natriumedetaat 1 mg/ml)
Fenylmercuriboraat (phenylhydrargyri boras) 40 mg/liter

Vraag 4: Voor het conserveermiddel methylparabeen is speciaal een procedure geschreven. Waar kun je deze procedure vinden?

Slide 24 - Open vraag

Bereiding / LNA-procedures bereiding / Basishandelingen / Verwerken van methylparahydroxybenzoaat
Vraag 5: Beschrijf in eigen woorden de inhoud van de procedure

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 
een bron vraag 6 tm 16 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je de lesdoelen behaald?
Je weet welke vloeibare toedieningsvormen er zijn
Je weet de voor- en nadelen van vloeibare gnm
Je weet minstens 3 oplosmiddelen
Je weet dat methylparabeen op een speciale manier wordt verwerkt.
-24

Slide 37 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies