5H - Brandende kwestie - Lockdownles 2

Brandende kwestie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Brandende kwestie

Slide 1 - Tekstslide

Deze week
  1. Stappenplan Brandende kwestie doornemen.
  2. Stijlmiddelen & retorica oefenen.
  3. Tekst voor speech afmaken.

Slide 2 - Tekstslide

Als 'stijlmiddelen' het onderwerp van deze les is, wat wil jij dan weten?

Slide 3 - Woordweb

Globaal stappenplan
  1. Onderwerp kiezen
  2. Specialiseren: bronnen lezen!
  3. Stelling definiëren
  4. Argumenten (3) opschrijven in argumentatiestructuur
  5. Argumenten uitwerken in alinea's
  6. Tekst larderen met voorbeelden, stijlmiddelen en beeldspraak.
  7. Speech oefenen in groepjes - dan bijwerken
  8. Speech houden voor de groep - dan bijwerken
  9. Officiële speech houden voor cijfer (25%)

Slide 4 - Tekstslide

Stijlmiddelen van Obama


Je analyseert een speech van Barack Obama uit 2008. Hierin ga je op zoek naar vijf bekende stijlmiddelen. De antwoorden geef je aan mij door via een Microsoft Forms.

Je krijgt eerst uitleg over de vijf stijlmiddelen.

Slide 5 - Tekstslide

Stijlmiddelen

Stijlmiddelen - of stijlfiguren - worden gebruikt door schrijvers en sprekers om bepaalde effecten teweeg te brengen bij hun publiek. Deze effecten hangen samen met de retorische driehoek van ethos, pathos en logos

Je wilt bijvoorbeeld indruk maken, grappig zijn of bepaalde gevoelens oproepen. Daarbij is een speech met stijlfiguren ook gewoon leuker om te horen!

Slide 6 - Tekstslide

De vijf van Obama
Anafoor / repetitio
Herhaling
Antithese
Tegenstelling
Enumeratio
Opsomming
Drieslag
(Anti)climax

Slide 7 - Tekstslide

Repetitio & anafoor

De spreker herhaalt een woord (repetitio) of een (deel van) een zin (anafoormeerdere keren.

Wij zijn leerlingen, wij hebben de toekomst!

Zonder jou is alles in mijn leven killer. 
Zonder jou is alles plotseling veel stiller. Zonder jou is wat voorheen vertrouwd was, niet langer vertrouwd.

Slide 8 - Tekstslide

Antithese

De spreker zet twee tegenovergestelde zaken zij aan zij. Vaak om het verschil in betekenis te accentueren.

In goede en in slechte tijden, in gezondheid en ziekte

Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat.

Ik ga het niet terugnemen, ik ga het herhalen.

Slide 9 - Tekstslide

Enumeratio

De spreker somt een aantal inhoudelijk bij elkaar horende elementen op

Ik zocht in zeeën, bossen, bergen, dromen,

Nimmermeer rustig tot de plek gekomen

Wat ben jij een miezerig, vervelend, irritant, misselijk ventje.


Slide 10 - Tekstslide

Drieslag

De spreker noemt drie zaken van iets. Dit kunnen woorden of zinnen zijn.

Ik kwam, ik zag, ik overwon

Heerlijk, helder, Heineken.

Bloed, zweet en tranen.

Niks, nada, noppes.

Slide 11 - Tekstslide

(Anti)climax
Anticlimax
De spreker maakt een opsomming waarvan de delen steeds zwakker, kleiner of slechter worden.

Climax
De spreker maakt een opsomming waarvan de delen steeds sterker, groter of beter worden.

Ik vind onze nieuwe coach razend slim, heel gedreven, tactisch heel sterk en een enorme eikel.

Het is een groot probleem, het is een verschrikking en het is een totale ramp voor de mensheid!

Ook non-verbaal!






Slide 12 - Tekstslide

Even testen!

Je krijgt een aantal vragen over deze stijlfiguren. Daarna ga je Barack Obama analyseren. Of althans: zijn speech.

Slide 13 - Tekstslide

Zij steunen elkaar door dik en dun.
Dit is een:
A
Anafoor
B
Drieslag
C
Enumeratie
D
Anthithese

Slide 14 - Quizvraag

Welk stijlfiguur
zie je hier vooral?
A
antithese
B
repetitio
C
enumeratie
D
drieslag

Slide 15 - Quizvraag

Ze huilt, maar ze lacht.

Dit is een (stom nummer, maar ook een):
A
Antithese
B
Enumeratie
C
Anafoor
D
Repetitio

Slide 16 - Quizvraag

Weet je wat ik heb gekocht? Nieuwe schoenen, een spiksplinternieuwe telefoon voor mijn vriendin, een PlayStation voor mijn broertje en voor jou... een bosje bloemen.
A
Climax
B
Repetitio
C
Anticlimax
D
Anafoor

Slide 17 - Quizvraag

Hij werd kwaad, woedend, nee.. witheet, toen hij zag dat hij een bekeuring had gekregen.
A
Anafoor
B
Repetitio
C
Anticlimax
D
Climax

Slide 18 - Quizvraag

Het regent kleine druppels in een plas
Het regent pijpestelen overal
Het regent harder, sneller en nog luider
Alles wordt kleddernat
A
Anafoor
B
Climax
C
Anticlimax
D
Repetitio

Slide 19 - Quizvraag

Stijlmiddelen van Obama


Je analyseert een speech van Barack Obama uit 2008. Hierin ga je op zoek naar vijf bekende stijlmiddelen. De antwoorden geef je aan mij door via een Microsoft Forms.

De Forms wordt gedeeld in de chat. Daarin vind je ook de link naar de video.
Je mag samenwerken. Je hoeft niet in de vergadering te blijven. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide