Toetsvoorbereiding vragers en aanbieders

• Economie
• Middelbare school
• vmbo lwoo, havo
• Leerjaar 4

Toetsvoorbereiding 

vragers en aanbieders

Hoofdstuk 1

Omzet = hoeveelheid X prijs

Kosten -

Winst

Marginale opbrengsten = extra opbrengst als je één product extra maakt

Marginale kosten = extra kosten als je één product extra maakt

Constante kosten en variabele kosten

Wat zijn variabele kosten?

1. Nemen toe als de productie toeneemt.
2. Die zijn niet afhankelijk van de afzet.
3. Kunnen veranderen als het bedrijf investeert
4. Die komen uit het buitenland.

Wat is de premie?

1. Het bedrag dat je elke periode betaalt voor de verzekering.
2. De voorwaarden voor de verzekering
3. Degene die de verzekering betaalt.
4. Degene die jou verzekert.

Begrippen

Averechtse selectie = alleen de slechte risico's verzekeren zich

Risico aversie = hekel hebben aan risico's

Asymmetrische informatie = de ene partij beschikt over meer informatie dan de andere partij

Wat is het gevolg van averechtse selectie voor de premie?

Antwoord

Doordat alleen slechte risico's zich verzekeren zijn de gemiddelde kosten per verzekerde hoog en is de premie niet hoog genoeg om dit te dekken

De premie zal moeten stijgen

Mike gaat op vakantie. Hij neemt geen reisverzekering. Is er sprake van risico-aversie

1. ja
2. nee

Hoe noemen we dat deel van de schade die de verzekerde zelf moet betalen?

1. Polisvoorwaarden
2. Risico-aversie
3. Premiedifferentiatie
4. Eigen risico

Hoe kun je averechtse selectie bestrijden?

Antwoord

Premiedifferentiatie--> lage risico's betalen een lagere premie dan hoge risico's. Zo zullen de lage risico's zich ook verzekeren

Of een verplichting --> iedereen moet zich verzekeren

Solidariteit! Iedereen betaalt mee

Wat is moreel wangedrag?

Moreel wangedrag

Roekeloos gedrag omdat de verzekeringsmaatschappij toch wel betaalt

Oplossingen

Eigen risico--> deel van de schade zelf betalen. Nu wordt je voorzichtig want anders moet je iets betalen

Bonus-malusregeling --> bij schade declareren gaat de premie omhoog bij niets declareren gaat de premie naar beneden

Wat is een substitutiegoed van Cola

1. een frisdrankglas
2. een rietje
3. 7up
4. bacardi

Voorbeelden van substitutiegoederen zijn ...

1. een bromfiets en de brandstof voor die bromfiets
2. vakantiereis naar Bonaire en een vakantiereis naar Torremolinos
3. een koophuis en een hypotheek
4. een pakje kauwgom en een zakje drop

Wat gebeurt er dus met de vraag naar koffie, als de prijs van thee (het substitutiegoed) stijgt?

1. De vraag daalt
2. De vraag stijgt

Wat is het consumentensurplus bij p = € 0,40?

1. 0,10
2. 0,50
3. 1
4. 4,50

Positieve externe effecten

Negatiever externe effecten

Externe effecten

Extern effect: 

effect als gevolg van 

productie en consumptie --> 
Niet bij de prijs inbegrepen.

Negatieve externe effecten &  

positieve externe effecten