Week 3, les 1

¡Bienvenidos!
Mevrouw de Cuba
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos!
Mevrouw de Cuba

Slide 1 - Tekstslide

El programa de hoy
  • 5 min - Bienvenidos
  • 5 min - SO
  • 25 min - el presente 
  • 15 min - verbuga verbos irregulares
  • 15 min - ejercicios 
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

1. SO
Wat ga je leren voor de eerste SO?

De regelmatige werkwoorden op -AR -ER -IR (presente)
Onregelmatige werkwoorden:
- SER
- TENER
- ESTAR
- HAY
-IR
-HACER

woordenlijst SO1 NL-SP 
Link 

Slide 3 - Tekstslide


El presente

Slide 4 - Tekstslide

El presente gebruiken we voor gebeurtenissen in het heden: 

- Me llamo Marc y vivo en Holanda.  
- Hoy como carne.
- Me gusta el colegio.
- Mi herman tiene tres gatos.
- Mis padres visitan mis abuelos. 



El presente gebruiken we voor gewoontes: 

- Los lunes voy a la piscina
- Cada verano trabajo en una tienda.
- Mi hermano siempre lleva unos pantalones negros. 

Slide 5 - Tekstslide

De 3 stappen voor het vervoegen van regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd: 
HAKKEN
TELLEN
PLAKKEN
HABLAR 
HABL
TÚ = DE 2E PERSOON
AS = DE TWEEDE UITGANG 
HABLAS
HABLAS = 
JIJ PRAAT

Slide 6 - Tekstslide

El presente

Slide 7 - Tekstslide

3. Los verbos irregulares
Ser
tener
estar
Ir
hacer
yo
soy
tengo
estoy
voy
hago
eres
tienes
estás
vas
haces
el/ella/usted
es
tiene
está
va
hace
nosotros/
nosotras
somos
tenemos
estamos
vamos
hacemos
vosotros/
vosotras
sois
tenéis
estáis
vais
hacéis
ellos/ellas/
ustedes
son
tienen
están
van
hacen

Slide 8 - Tekstslide

El presente:
Ser
Estar
vivir
Hablar
hacer
Yo
él/ella/usted
Nosotr@s
Vosotr@s
Ell@s/ustedes
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Verbuga español
https://www.verbuga.eu/Esmi/
timer
15:00
 SER,  TENER, ESTAR,  IR y HACER
Presente

Slide 10 - Tekstslide

Tener:hebben
Tener: hebben
yo
él, ella, usted
 nosotros
vosotros
ellos, ustedes
Tengo
tienes
tiene
tenemos
Tenéis
tienen

Slide 11 - Sleepvraag

¡Hola! yo __________(ser) Francis. 
Él ___________ (ser) español. 
Ana y Carlos _______________(ser) amigos. 
¿De dónde ___________ (ser) tú?
Nosotros _____ (ser) de Barcelona.
soy
es
son
eres
somos

Slide 12 - Sleepvraag

Sleep de juiste vorm van 'estar' naar het juiste doel.
Stacy y Fiene _____ (estar) de vacaciones en Madrid.
Rick y yo______(estar) en el salón 132.
¿Tú________ (estar-tú) en casa o en el colegio?
Yo _______ (estar) en la casa de mi abuela
Lisa y tú _____(estar-vosotros) en Holanda.
están
Estamos
estás

estoy
estáis

Slide 13 - Sleepvraag

(Yo)_____ (trabajar) en una escuela
A
Trabaja
B
Trabajo
C
Trabajan
D
Trabajamos

Slide 14 - Quizvraag

Nosotros ___(vivir) en una casa muy grande.
A
Vivo
B
Vivimos
C
Viven
D
vivís

Slide 15 - Quizvraag

¿(beber, tú)____ una coca cola?
A
Bebo
B
Bebemos
C
Beben
D
Bebas

Slide 16 - Quizvraag

Oefenen met de presente (herhaling)

Slide 17 - Tekstslide

De "presente" heet in het Nederlands de...
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
presente perfecto

Slide 18 - Quizvraag

De presente perfecto gebruik je om iets te vertellen over:
A
het heden
B
het verleden
C
de toekomst
D
alledrie

Slide 19 - Quizvraag

De "presente perfecto" heet in het Nederlands de...
A
onvoltooid verleden tijd (o.v.t.)
B
voltooid verleden tijd (v.v.t.)
C
voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t.)
D
tegenwoordige tijd (t.t.)

Slide 20 - Quizvraag

Ik snap nu de tegenwoordige tijd.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Los objetivos
Aan het einde van de les: 
Hoe goed kan/weet ik dit?
wat ik nog kan doen is..
weet ik hoe je de regelmatige werkwoorden vervoegd
kan ik het werkwoord ser/tener/estar/ ir en hacer vervoegen
weet ik een aantal nieuwe woorden in het Spaans

Slide 22 - Tekstslide

Los deberes 
Aprender: 
el vocabulario en gimkit 


Slide 23 - Tekstslide