Week 40 L1

Mevrouw van der Linden
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Mevrouw van der Linden

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  • Corregir - 10 min
  • Quizlet - 15 min
  • Repaso verbos - 15 min
  • Pauza - 5 min
  • Tarea - 30  min

Slide 2 - Tekstslide

Doel: Aan het eind van deze les...

  • weet ik wat ik verwachten van de S.O 1
  • heb ik de regel/-onregelmatige werkwoorden herhaald
  • heb ik de Tarea kunnen maken en vanuit de evaluatie kunnen reflecteren 

Slide 3 - Tekstslide

S.O 1
  • Gatentekst: Je moet de regmatige werkwoorden en de onregelmatige werkwoorden ser, estar, tener, hacer en ir kunnen herkennen en vervoegen.
  • Leesvaardigheid: vragen over de tekst kunnen beantwoorden
  • Schrijvaardigheid: over jezelf schrijven
  • Let op! je moet woordjes kennen.
timer
30:00

Slide 4 - Tekstslide

Traduce = vertaal
PARA PREGUNTAR
1. Sinds wanneer spreek je Spaans?
2. Wat voor soort kleding vind je niet leuk?
3. Is hij naar de les Spaans geweest?
4. Wat doen jullie nog meer graag?

PARA CONTESTAR
1. Wij houden niet van Nederlands eten. 
2. Sinds vorige week.
3. Zij vinden hotels ook leuk.
4. Ja, met jouw moeder en een vriendin.
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

1.¿Desde cuándo hablas español?
2.¿Qué tipo de ropa no te gusta?
3.¿Ha ido él a la clase de español?
4. ¿Qué más les gusta hacer?
1. Wij houden niet van Nederlands eten.
2.Sinds vorige week.
3. Zij vinden hotels ook leuk.
4. Ja, met jouw moeder en een vriendin.

Slide 6 - Tekstslide

QUIZLET LJ 1
Oefen de voca via quizlet
Link staat onder huiswerk in magister

Geen verbinding
Alle wifi vergeten en dan opnieuw verbinden 

Geen Laptop/baterij
Je schrijft de woordjes over in je schrift
(Achter in je boek)



timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Verbos irregulares
SER - ESTAR - TENER - IR - HACER

Slide 9 - Tekstslide

Verbos irregulares
SER
ZIJN
HACER
DOEN/MAKEN
IR
GAAN
TENER
HEBBEN

Slide 10 - Tekstslide

SER
TENER
IR
HACER
soy
tengo
voy
hago
eres
tienes
vas
haces
es
tiene
va
hace
somos
tenemos
vamos
hacemos
sois
tenéis
vais
hacéis
son
tienen
van
hacen

Slide 11 - Tekstslide

Verbos irregulares
  1. Los bolsos……………………………………………………….….(ser) rojos.
  2. Mariano ………………………………………….(tener) dos hermanas.
  3. ……………………………………………………………………..(ir, ik) a la iglesia.
  4. Mi hermano y su novio…………………..…………………….(ir) a Barcelona.
  5. ………………………………………………..……………(tener, jullie) tres perros.
  6. ¿………………………………………………………..………….(tener, jij) mi boli?
  7. El profesor…………………………………………..……………..(ser) muy alto.
  8. Mi amigo y yo……………………………………..…………………..(ir) a la playa.
  9. ………………………………………………….……….……………..(ser, wij) amigos.
  10. ¿…………………………………………………..(ser, jij) una amiga de Teresa?
  11. Carolina y Mari………………………………………(tener) una casa grande.

timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Verbos irregulares
  1. Los bolsos son rojos.
  2. Mariano tiene dos hermanas.
  3. Voy a la iglesia.
  4. Mi hermano y su novio van a Barcelona.
  5. Tenéis tres perros.
  6. Tienes mi boli?
  7. El profesor es muy alto.
  8. Mi amigo y yo vamos a la playa.
  9. Somos amigos.
  10. Eres una amiga de Teresa?
  11. Carolina y Mari tienen una casa grande.

Slide 13 - Tekstslide

Sleep de vormen van SER naar de juiste plek.
nosotros
yo
él, ella, ud.
vosotros
ellos, ellas, uds.
eres
somos
es
soy
son
sois

Slide 14 - Sleepvraag

Estar: zijn (zich bevinden)
yo
él, ella, usted
 nosotros
vosotros
ellos, ustedes
estoy
 estás
 está
estamos
estáis
están

Slide 15 - Sleepvraag

Tener:hebben
Tener: hebben
Yo
Él, ella, usted
 Nosotros
Vosotros
Ellos, ellas, ustedes
Tengo
Tienes
Tiene
Tenemos
Tenéis
Tienen

Slide 16 - Sleepvraag

Esta noche ..............(yo, ir) al cine
A
va
B
voy
C
vas
D
iro

Slide 17 - Quizvraag

Mi hermana y yo………….(tener) 14 años.
A
tengo
B
tienen
C
tene
D
tenemos

Slide 18 - Quizvraag

Yo ..........(hacer) siempre mis deberes
A
haco
B
haces
C
hago
D
hace

Slide 19 - Quizvraag

Preguntas
¿

Slide 20 - Tekstslide

Repaso
Je moet de regmatige werkwoorden en de onregelmatige werkwoorden ser, estar, tener, hacer en ir kunnen herkennen en vervoegen.

Oefen met de volgende twee linkjes:
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Korte pauze
Una pauza
timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

A trabajar!
Zonder laptop!
Tekstboek pág 14
Werboek pág 33 t/m 35
  • Paso 1 (oriënteren)
  • Paso 2 maken
  • Paso 3 maken
  • Paso 4 (Evaluatie)
timer
20:00

Slide 23 - Tekstslide

¡Adiós!

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link