Mavo2 10.11.2021_1e les

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

DEUTSCH 

Mavo 2

1. Setz dich hin
   
2. Nimm deinen Laptop
   
3. 
   

• Wdh Grammatik (20 min)
• Selbstständig Arbeiten (15min)
• Planen (5min)

• Reflektieren (5min)

• Je kunt de woorden van Kapitel 1,2,3
• Je kunt de Sprachmittel van Kapitel 1,2,3
• Je kunt de persoonlijk voornaamwoorden in het Duits
• Je kunt de vormen van de werkwoorden haben und sein
• Je kunt het geslacht van zelfstandig naamwoorden bepalen. 
• Je kunt de kloktijden in het Duits

quizlet.com

• Je kunt de woorden van Kapitel 1,2,3
• Je kunt de Sprachmittel van Kapitel 1,2,3
• Je kunt de persoonlijk voornaamwoorden in het Duits
• Je kunt de vormen van de werkwoorden haben und sein
• Je kunt het geslacht van zelfstandig naamwoorden bepalen. 
• Je kunt de kloktijden in het Duits

• Je kunt de woorden van Kapitel 1,2,3
• Je kunt de Sprachmittel van Kapitel 1,2,3
• Je kunt de persoonlijk voornaamwoorden in het Duits
• Je kunt de vormen van de werkwoorden haben und sein
• Je kunt het geslacht van zelfstandig naamwoorden bepalen. 
• Je kunt de kloktijden in het Duits

Vertaal de persoonlijke voornaamwoorden

ik

jij

hij / zij / het

wij

jullie

zij

u

ich

du

er / sie / es

wir

ihr

sie / Sie

Ohne euch können (wij) ____ nicht gehen.

1. ihr
2. wir
3. euch
4. sie

Haben (u) uns in der Stadt gesehen?

1. sie
2. Sie
3. wir
4. du

(Hij) zeigt mir die Eintrittskarte.

1. Er
2. ich
3. sie
4. es

(Jullie) werdet mich bald besuchen.

1. Ich
2. Sie
3. Wir
4. Ihr

• Je kunt de woorden van Kapitel 1,2,3
• Je kunt de Sprachmittel van Kapitel 1,2,3
• Je kunt de persoonlijk voornaamwoorden in het Duits
• Je kunt de vormen van de werkwoorden haben und sein
• Je kunt het geslacht van zelfstandig naamwoorden bepalen. 
• Je kunt de kloktijden in het Duits

Het werkwoord haben

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

habe

hast

hat

haben

habt

haben

Het werkwoord sein

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

bin

bist

ist

sind

seid

sind

• Je kunt de woorden van Kapitel 1,2,3
• Je kunt de Sprachmittel van Kapitel 1,2,3
• Je kunt de persoonlijk voornaamwoorden in het Duits
• Je kunt de vormen van de werkwoorden haben und sein
• Je kunt het geslacht van zelfstandig naamwoorden bepalen. 
• Je kunt de kloktijden in het Duits

voor mannelijke woorden gebruik je

voor vrouwelijke woorden gebruik je

voor onzijdige woorden gebruik je

voor meervoud gebruik je

das

der

die

die

der

die

das

Lehrer

Buch

Test

Stundenplan

Schule

Heft

Klasse

Lehrerin

Gymnasium

• Je kunt de woorden van Kapitel 1,2,3
• Je kunt de Sprachmittel van Kapitel 1,2,3
• Je kunt de persoonlijk voornaamwoorden in het Duits
• Je kunt de vormen van de werkwoorden haben und sein
• Je kunt het geslacht van zelfstandig naamwoorden bepalen. 
• Je kunt de kloktijden in het Duits

Wie spät ist es?

1. Es ist fünf nach zwei.
2. Es ist fünf Uhr.
3. Es ist Viertel vor zwei.
4. Es ist sieben Uhr

Wie spät ist es?

1. Es ist neun Uhr .
2. Es ist fünf vor halb zehn.
3. Es ist halb eins.
4. Es ist halb drei.

Wie spät ist es?

1. Es ist zehn Uhr.
2. Es ist halb sechs.
3. Es ist Viertel vor sieben.
4. Es ist elf Uhr

Wie spät ist es?

1. Es ist sieben Uhr.
2. Es ist halb sechs.
3. Es ist Viertel nach zehn.
4. Es ist halb sieben.

Wie spät ist es?

1. Es ist neun Uhr.
2. Es ist halb fünf .
3. Es ist viertel vor neun.
4. Es ist viertel vor zehn.

Wie spät ist es?

1. Es ist drei Uhr.
2. Es ist zehn Uhr.
3. Es ist viertel nach zwölf .
4. Es ist viertel nach vier.

Keuze uit: 

• Kapitel 3 afronden
  

of

• opdrachten stempelkaart
• leren voor de toets
• extra uitleg nodig? Geef het aan!

• Lernliste Kapitel 1, 2 und 3 herhalen
• Wiederholung 1, 2 und 3 maken (S. 170-179)

• Je kunt de woorden van Kapitel 1,2,3
  
• Je kunt de Sprachmittel van Kapitel 1,2,3
  
• Je kunt de persoonlijk voornaamwoorden in het Duits
  
• Je kunt de vormen van de werkwoorden haben und sein
  
• Je kunt het geslacht van zelfstandig naamwoorden bepalen.
  
• Je kunt de kloktijden in het Duits

Was hast du heute gelernt?

Hoe goed ben voorbereid
op de toets?

😒🙁😐🙂😃

Hoe behulpzaam vond je deze les?

😒🙁😐🙂😃