In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
7.4 Spieren
Slide 1 - Tekstslide
Doel van deze les
Je weet waar spieren zitten
Je kunt vertellen hoe ze zijn opgebouwd
Je kunt vertellen hoe ze vastzitten
en natuurlijk hoe ze werken
Je krijgt er bijna kippenvel van wat je deze les allemaal hebt geleerd!
Slide 2 - Tekstslide
Waar zitten al je spieren?
spieren zitten onder je huid
spieren zitten in organen (maag)
je hart is een spier
Slide 3 - Tekstslide
Bouw van een spier
Spiercellen vormen spiervezels
Groepjes spiervezels vormen spierbundel.
Om spierbundel zit een laag bindweefsel.
Één spier heeft meerdere spierbundels.
Om de spier ligt een laag bindweefsel: de spierschede
Bindweefsel van de spierschede is bij de uiteinden aan elkaar gegroeid = pees
Pezen zitten vast aan botten
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Antagonisten = tegengestelde spieren
armbuigspier
(biceps)
armstrekspier
(triceps)
Slide 6 - Tekstslide
Werking van een spier
Wat heeft een spier nodig om te werken?
Een impuls vanuit het zenuwstelsel
Energie uit voedingsstoffen en zuurstof (verbranding).
Wat komt er vrij: warmte, CO2 en beweging
Slide 7 - Tekstslide
Pezen
Skeletspieren, zitten vast aan beenderen met pezen.
Pezen zijn taaie "kabels". Pezen kunnen zich niet samentrekken. Waar pezen vast zitten aan de
botten noemen we de
aanhechtingsplaats
Slide 8 - Tekstslide
0
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Zin in een quizje?
Slide 11 - Tekstslide
Waar bestaan spieren uit?
A
Pezen
B
Spiervezels
C
Vlies
Slide 12 - Quizvraag
Welke spieren zijn elkaars antagonisten?
Spier 1 en spier
Spier 2 en spier
3
4
Slide 13 - Sleepvraag
Waar kan je lichaam door bewegen
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren
Slide 14 - Quizvraag
Wat zit er tussen een bot en een spier?
A
Spierbundel
B
Spiervezel
C
Pees
D
Vlies
Slide 15 - Quizvraag
Als de armbuigspier samentrekt wordt hij:
A
langer en dunner
B
langer en dikker
C
korter en dikker
D
korter en dunner
Slide 16 - Quizvraag
De spieren zitten met pezen vast aan de botten
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Spier
Spierschede
Spiervezel
Pees
Bewegingszenuwcel
Spierbundel
Slide 18 - Sleepvraag
Wat is een antagonist?
A
een spier met een tegengestelde werking
B
een spier met dezelfde werking
C
allemaal pezen bij elkaar
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de antagonist van de biceps?
A
armbuigspier
B
armstrekspier
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de antagonist van de triceps?
A
armbuigspier
B
armstrekspier
Slide 21 - Quizvraag
De spier die het been laat buigen is de ....
De spier die het been weer strekt is de ....
Achterste dijspier
Voorste dijspier
Slide 22 - Sleepvraag
Een spier kan een bot maar in één richting bewegen. Daardoor zijn er minstens twee spieren nodig om een bot te bewegen. Deze spieren hebben een tegengesteld effect op de beweging van het bot. Hoe noem je deze spieren?
Slide 23 - Open vraag
Behalve bewuste spierbewegingen traint Jane ook onbewuste spierbewegingen. Welke spier die onbewuste spierbewegingen uitvoert traint Jane als ze gaat hardlopen?