In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Nederlands
Schrijven - Uiteenzetting
Les 2
H2 - P1 2022/2023
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les ...
... hebben we de leerstof over schrijfvaardigheid uit leerjaar 1 herhaald.
... en een begin gemaakt aan schrijfvaardigheid leerjaar 2.
Slide 2 - Tekstslide
Voor we verdergaan ...
... een aantal vragen.
Log in en doe mee met de les.
Slide 3 - Tekstslide
Terugblik: Wat weet je al over de uiteenzetting? Noteer alles wat je hebt onthouden van de vorige les.
Slide 4 - Woordweb
Het schrijfdoel van een uiteenzetting is:
A
Informeren
B
Uitleg geven
C
Overtuigen
D
Amuseren
Slide 5 - Quizvraag
In een uiteenzetting komen nooit meningen van mensen voor:
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Een belangrijk kenmerk van de uiteenzetting is dat deze altijd .... is
A
Interessant
B
Objectief
C
Subjectief
D
Overtuigend
Slide 7 - Quizvraag
Aan het einde van deze les ...
... weet je hoe je een tekst op verschillende manierenkunt opbouwen.
... weet je wat een tekststructuur is.
... ken je verschillende tekststructuren.
Slide 8 - Tekstslide
Opbouw van een tekst
We kennen allemaal de indeling in: inleiding middenstuk en slot.
Maar wat doen we in die 3 tekstdelen?
Wat doe je in de inleiding? Wat doe je in het middenstuk? En wat doe je in het slot?
Dat hangt af van de tekststructuur die je gebruikt om je tekstop te bouwen.
Slide 9 - Tekstslide
Tekststructuren
Er zijn verschillende tekststructuren:
Oorzaak/gevolg
Voordelen/nadelen
Vroeger/nu
Slide 10 - Tekstslide
Uitleg tekststructuren
Om uit te leggen hoe een tekst er uitziet als je die opbouwt volgens de: oorzaak-/gevolg-structuur, voordelen-/nadelen-structuur of vroeger-/nu-structuur stellen we ons een situatie voor op de volgende slide.
Slide 11 - Tekstslide
Stel je voor...
Bij lichamelijke opvoeding heb je het gehad over doping bij sporters. Je vertelt dit aan je tante, die lesgeeft op een basisschool. Zij vraagt jou om een uiteenzetting
te schrijven over het gebruik van doping in de sport voor leerlingen van groep 8.
Hoe zou je een tekst als deze kunnen opbouwen?
Slide 12 - Tekstslide
Oorzaken & Gevolgen
Een uiteenzetting over het gebruik van doping in de sport voor leerlingen van groep 8 volgens de oorzaak-/gevolg-structuur.
Zie volgende slide.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Voordelen & Nadelen
Een uiteenzetting over het gebruik van doping in de sport voor leerlingen van groep 8 volgens de voordelen-/nadelen-structuur.
Zie volgende slide.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Vroeger & Nu
Een uiteenzetting over het gebruik van doping in de sport voor leerlingen van groep 8 volgens de vroeger-/nu-structuur.
Zie volgende slide.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Hoe gaan we te werk?
De lessen
1. Oefenen met het schrijven van een uiteenzetting: stap voor stap. Daarvoor gebruiken we de voorbeeldsituatie (over doping in de sport).
2. Twee weken voor de toets kies je een onderwerp (3 keuzes).
3. Hierover verzamel je bronnen met informatie.
De toets
4. Neem de bronnen met info geprint mee, zodat je deze kunt gebruiken bij het schrijven van de uiteenzetting.
Slide 19 - Tekstslide
Tijd om aan de slag te gaan!
Stap voor stap schrijven is een proces
Slide 20 - Tekstslide
We beginnen met ...
Voor het schrijven maak je een plan! Een schrijfplan.
Slide 21 - Tekstslide
Voordat je begint met schrijven, vul je een schrijfplan in.
Weet je nog?
Schrijfplan = schema dat de basis van je tekst vormt, hierop bouw jij je tekst (bouwplan)
Een schrijfplan is vergelijkbaar met de fundering van een huis. Die heb je nodig om verder te kunnen bouwen.
Slide 22 - Tekstslide
Mapje Nederlands
Maak op je computer een mapje Nederlands aan. Hierin sla je het hele schooljaar alle documenten van het vak Nederlands op.
Waarom? Zodat je altijd al je documenten terug kunt vinden!
Slide 23 - Tekstslide
Ga naar ...
SOM - Vakken - Nederlands - Jaarbijlagen - Uiteenzetting P1
Download en sla op in je mapje:
- Bouwplan uiteenzetting
- Hulpblad invullen bouwplan
Slide 24 - Tekstslide
Aan de slag!
Opdracht: Vul het bouwplan in.
Wat heb je hiervoor nodig?
- de situatie op slide 12
- een tekststructuur naar keuze (zie slide 14, 16, 18)