3.3 lezen (tekstverbanden)

3.3 lezen (tekstverbanden)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

3.3 lezen (tekstverbanden)

Slide 1 - Tekstslide

Vorige week 
  • Planning doorgenomen. Wat moeten we nog doen?
    -Moodboard, presentatie module praktijk, proefwerk lezen h3, h4 en h5. 
  • Start gemaakt met 3.3 lezen  

Slide 2 - Tekstslide

Flex NL
Van sommigen heb ik nog geen stageverslag ontvangen. In de flex van dinsdag wordt er gekeken naar je stageverslag. Heb je deze al af en ingeleverd? Schrijf je dan voor een andere flex in. 

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
  • Lezen in je leesboek
  •  Verder met 3.3 lezen
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn signaalwoorden ook alweer?

Slide 5 - Woordweb

Signaalwoorden 
  • Geven het verband in de tekst aan. Met tekstverbanden bedoelen we de relaties tussen verschillende delen van een tekst (bv. alinea’s of zinnen).
  •  Meestal hebben dit soort tekstdelen namelijk aparte functies.
Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat zin 1 een oorzaak vertelt (bv. Het heeft al maanden niet meer geregend) en zin 2 een gevolg (bv. Daardoor is de oogst van de boeren mislukt).

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Welke vraag kan je hierbij verwachten op de toets?
  • In alinea 2 van tekst 1 staat een signaalwoord  voor het tekstverband oorzaak-gevolg. Welk signaalwoord is dit?

Wat ga je nu doen? 

Slide 8 - Tekstslide

Tekst: Meer doden door selfies dan haaienbeten

Slide 9 - Tekstslide

Welk signaalwoord voor het tekstverband oorzaak-gevolg staat in alinea 2?

Slide 10 - Open vraag

Wat is de oorzaak en wat is het gevolg?

Slide 11 - Open vraag

Voor welk tekstverband is door (alinea 3) een signaalwoord? Leg het tekstverband uit.

Slide 12 - Open vraag

Voor welk tekstverband is waarmee (alinea 4) een signaalwoord?

Slide 13 - Open vraag

Welk signaalwoord voor het tekstverband doel-middel staat er in de laatste drie zinnen?

Slide 14 - Open vraag

Huiswerk:
3.3 lezen opdracht 11,  13 en 14

Slide 15 - Tekstslide