Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2T Duits grammatica toets hoofdstuk 4
werkwoord: schwimmen
Laura ... jeden Morgen.
(Vul de juiste vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd in het Duits in)
1 / 15
volgende
Slide 1:
Open vraag
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
15 slides
, met
interactieve quizzen
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
werkwoord: schwimmen
Laura ... jeden Morgen.
(Vul de juiste vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd in het Duits in)
Slide 1 - Open vraag
werkwoord: wohnen
... du in Berlin?
(vul de juiste vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd in het Duits in)
Slide 2 - Open vraag
werkwoord: streicheln
... ihr die Schlange?
(vul de juiste vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd in het Duits in)
Slide 3 - Open vraag
werkwoord: machen
Ich ... morgen ein Picknick.
(vul de juiste vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd in het Duits in)
Slide 4 - Open vraag
werkwoord: beschreiben
Die Kinder ... das Kaninchen.
(vul de juiste vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd in het Duits in)
Slide 5 - Open vraag
werkwoord: fehlen
Zwei Schüler haben in Mathe ...
(vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in het Duits in)
Slide 6 - Open vraag
werkwoord: holen
Hast du die Pommes ... , Felix?
(vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in het Duits in)
Slide 7 - Open vraag
werkwoord: kaufen
Wir haben ein Geschenk ... .
(vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in het Duits in)
Slide 8 - Open vraag
werkwoord: hören
Ich habe ... , dass du ein Pferd hast.
(vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in het Duits in)
Slide 9 - Open vraag
werkwoord: schicken
Tessa hat mir ein Karte ... .
(vul de juiste vorm van het voltooid deelwoord in het Duits in)
Slide 10 - Open vraag
tegenwoordige tijd van meinen:
A
ich mein
B
ich meine
Slide 11 - Quizvraag
voltooid deelwoord van streicheln:
A
getreichelt
B
gestreichet
Slide 12 - Quizvraag
voltooid deelwoord van lachen:
A
gelachen
B
gelacht
Slide 13 - Quizvraag
Was (haben) du gestern (machen)?
Wat is de juiste vorm?
A
Was hast du gestern gemacht?
B
Was hast du gestern machst?
Slide 14 - Quizvraag
(Haben) ihr die Vögel schon (füttern)
Wat is de juiste vorm?
A
Habt ihr die Vögel schon gefüttert?
B
Haben ihr die Vögel schon gefüttert?
C
Habt ihr die Vögel schon gefütterd?
D
Haben ihr die Vögel schon gefütterd?
Slide 15 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
G2A oefentoets grammatica Kapitel 4
Januari 2023
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Oef. met vol. deelwoord NK1.4 2hv
Mei 2021
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Neue Kontakte Kap. 4 bkgt
Juni 2023
- Les met
37 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Neue Kontakte Kap. 4 WH
Maart 2023
- Les met
43 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
groep 7 werkwoordcito oefenen
Maart 2023
- Les met
35 slides
nederlands
Primary Education
groep 8 werkwoord spelling cito
Oktober 2024
- Les met
44 slides
nederlands
Primary Education
Grammatik Kapitel 2
Mei 2024
- Les met
35 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Week 1.6 - 2
Oktober 2023
- Les met
23 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3