Herhaling Zuur-Base Reacties

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Herhaling Zuur-Base Reacties

Hoe kun je op microniveau herkennen of het om een zuur-base-, neerslag of redoxreactie gaat?

Sleep de definities onder het juiste reactietype.

zuur-base reactie     neerslagreactie      redoxreactie

overdracht e-

overdracht H+

gehydrateerde ionen gaan naar ionrooster

Zijn dit wel of geen redoxreacties, sleep naar het juiste blok.

GEEN Zuur-Base Reactie

Zuur-Base Reactie

HCN + OH^- --> CN^- + H₂O

BaCl₂ --> Ba²⁺ + 2 Cl^-

2 HCl + Mg --> H₂ + Mg²⁺

H₂SO₄ + CO₃^2- --> H₂O + CO₂ + SO₄^2-

Is het een zuur, base of beide? Sleep naar het juiste blok

Zuur

Zuur & Base

Base

OH^-

HNO₃

HCl

CH₃COO^-

HPO₄^2-

HCO₃^-

O^2-

H₂PO₄^-

NH₃

Wat is de juiste notatie van waterstoffluoride-oplossing in een zuur/base-reactie?

1. HF(l)
2. HF(aq)
3. H​3​​O​+​​(aq)
4. H​3​​O​+​​(aq)+F​−​​(aq)

Hoe noemen we de oplossing die als volgt kan worden weergegeven?

Ba²⁺ + 2 OH^-

1. natronloog
2. kaliloog
3. kalkwater
4. barietwater

De reactie tussen zoutzuur en natronloog wordt als volgt weergegeven:

HCl + OH^-  --->   Cl^- + H₂O

1. juist
2. niet juist

Deze stof is een .......

1. éénwaardig zuur
2. éénwaardige base
3. tweewaardig zuur
4. tweewaardige base

Deze stof is een
zwakke base. Opgelost
in water ontstaat
dus een kleine concentratie....

1. H​+​​
2. OH​−​​
3. H​2​​O
4. NH​3​​

Deze stof is een
zwakke base. Welke groep
in het molecuul kan
een H+ opnemen?

1. CH​3​​
2. CO
3. NH​2​​
4. C​6​​H​6​​

Wat verstaan we onder een buffer?

1. een sterk zuur met zijn geconjugeerde zwakke base
2. een zwak zuur met zijn geconjugeerde zwakke base
3. een sterk zuur met zijn geconjugeerde sterke base
4. een zwak zuur met zijn geconjugeerde sterke base

Welk van de onderstaande mengsels kan een buffer zijn?

1. natronloog en water
2. oplossing van HCl en NaCl
3. oplossing van azijnzuur en natriumacetaat
4. oplossing van HBr en NaBr

+

+

+

Geef de vergelijking van de reactie tussen een overmaat zoutzuur en een schepje kaliumoxide. Sleep de gele componenten naar de juiste plek.

K₂O

2 H₃O⁺

2 K⁺

3 H₂O

Antwoord

K₂O  +  2 H₃O⁺    --->    2 K⁺  +  3 H₂O

+

+

+

Geef de vergelijking van de reactie tussen een overmaat kaliloog en zwavelzuur. Sleep de gele componenten naar de juiste plek.

H₂SO₄

2 OH^-

SO₄^2-

2 H₂O

Antwoord

H₂SO₄  +  2 OH^-    --->    SO₄^2-  +  2 H₂O

Om de structuur van een eiwit intact te houden is de pH-waarde belangrijk. Welke structuur speelt een rol bij het functioneren van een eiwit?

1. primaire
2. secundaire
3. tertiaire
4. quarternaire

Succes bij het SE!