Les 2 Schizofrenie

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
DoelgroepenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Datum toets
Leerdoel bespreken
Theorie Schizofrenie
Opdracht uitzetten
Leerdoel checken
Vragen & afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets
In de week van 25 t/m 29 maart

Wat moet je leren: reader, PowerPoint/ Lesson up lessen en aantekeningen

Beroepshouding is aanwezigheid en mee doen met de les

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
  • Je identificeert het ziektebeeld schizofrenie  
  • Je benoemt de symptomen, gevolgen en behandeling van schizofrenie


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de definitie van psychiatrie?

Slide 5 - Open vraag

Behandeling van geestelijke stoornissen of behandeling van geestesziekten
Definitie van psychiatrie
  • Psychiatrie met betrekking tot de behandeling van geestelijke stoornissen
 
  • Of met betrekking tot de behandeling van geestesziekten

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een psychose?

Slide 7 - Open vraag

Wat is een psychose?
  1. Een psychose is een toestand waarbij je contact met de werkelijkheid ernstig verstoord is
  2. Een psychose komt vaak eenmalig voor, of kan optreden bij andere ziektebeelden zoals een manisch-depressieve (bi-polaire) stoornis of ernstige depressies.

Een psychose
Wat is een Psychose?

  • Een psychose is een toestand waarbij je contact met de werkelijkheid ernstig verstoord is

  • Een psychose komt vaak eenmalig voor, of kan optreden bij andere ziektebeelden zoals een manisch-depressieve (bi-polaire) stoornis of ernstige depressies.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is schizofrenie?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Schizofrenie
Bij deze hersenaandoening verliest iemand het contact met de werkelijkheid, omgeving en identiteitsgevoel


  • Het vermogen tot aanpassing is niet meer aanwezig.
  • De afgrenzing van het individu met de omgeving vervaagt en er is een grote innerlijke angst.
  • Het lijkt of denken, doen en voelen geen verband met elkaar hebben.

  • De patiënt ”doet raar’’, is chaotisch en denkt ’’vreemde’’ dingen. Hij kan lachen bij ellende en huilend allerlei leuke dingen vertellen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schizofrenie
  • Een ernstige en complexe psychiatrische ziekte, die gepaard gaat met psychoses.

  • Chronische ziekte die zich kenmerkt door afwisselend actieve en rustige periodes



Slide 11 - Tekstslide

  • Een psychose en schizofrenie lijken veel op elkaar. 
Het belangrijkste verschil is dat schizofrenie langer duurt dan een psychose. Je kunt een keer een psychose krijgen en daarna nooit meer. Iemand die schizofrenie heeft, heeft eigenlijk een hele lange psychose of meerdere psychoses achter elkaar

Schizofrenie
Oorzaken:
  • Erfelijke aanleg: men denkt aan biochemische stoornissen in de stofwisseling van de hersenen

  • Er zijn ook theorieën die zeggen dat de gezinssituatie een rol kan spelen. Het gaat dan met name om een onduidelijke communicatie met zgn. dubbele boodschappen. Let wel dit kan nooit alleen de oorzaak zijn.



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen schizofrenie 
 Wanen

 Hallucinaties

 Verward denken

 Verminderd functioneren

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen schizofrenie 
Bij schizofrenie wordt onderscheid gemaakt tussen positieve en negatieve symptomen
 

Wanen, hallucinaties en verward denken (horen ook bij een psychose) worden de positieve symptomen van schizofrenie genoemd: ze zijn duidelijk aanwezig


Het verminderd functioneren worden de negatieve symptomen van schizofrenie genoemd: bepaalde vaardigheden of eigenschappen zijn afwezig.  

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leroy durft zijn kamer niet meer op te gaan. Hij verteld dat er demonen ronddwalen die in hem willen kruipen en hem willen bezitten. Hij vertelt dat ze boos naar hem kijken, om hem heen dansen en wachten op een geschikt moment om toe te slaan.
A
Leroy heeft last van wanen
B
Leroy heeft last van hallucinaties
C
Leroy heeft teveel televisie gekeken
D
Leroy heeft last van mutisme.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Joep denkt achtervolgd te worden door de CIA. Hij sluit zich op in zijn huis en heeft alle elektrische apparaten het huis uitgedaan omdat de CIA d.m.v. straling ook zijn gedachten kan lezen.
A
Joep heeft last van wanen
B
Joep heeft last van hallucinaties
C
Joep heeft mutisme
D
Joep heeft last van afasie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bas komt met grote, opengesperde ogen naar je toe lopen en zegt: ‘Jullie praten via de krant over mij, toch? Jullie hebben me vannacht ook ingestraald, dat heb ik gevoeld.’ Hij kijkt je wantrouwend aan.
A
Bas ervaart positieve symptomen
B
Bas ervaart negatieve symptomen
C
Bas ervaart een verminderd bewustzijn
D
Bas ervaart tremoren

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je bent een potje aan het schaken met Adriaan, een man van 57 jaar. Hij was ooit nationaal kampioen bij de junioren in het schaken. Na tien minuten schudt hij zijn hoofd en wil weg. Na tien minuten is hij nog niet terug. Als je hem zoekt, ligt hij op bed met zijn ogen dicht. Hij is moe, zegt hij.
A
Adriaan heeft last van negatieve symptomen
B
Adriaan heeft last van positieve symptomen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op in groepjes
We maken 5 groepen
Zoek met je groepje de verschillende type schizofrenie op
- Wat voor type is het
- Welke symptomen zie je 
- Geef hierbij ook een voorbeeld



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Type schizofrenie
  • Paranoïde type
  •  Katatone type
  •  Gedesorganiseerde type
  •  Ongedifferentieerde type
  •  Resttype





Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling
In de geestelijke gezondheidszorg (GGZ)

  • Medicijnen, de zogenaamde antipsychotica
                Nadeel zijn de bijwerkingen
  • Voorlichting

Slide 22 - Tekstslide

Medicijnen
Bieden geen genezing
Door de bijwerkingen niet goed vol te houden
Schizofrenie verloopt in fasen
Begin: acute psychotische toestand.
  • Patiënt krijgt waan-denkbeelden en hij hallucineert
  • Deze noemt men akoestische wanen.

(Zij vormen een speciaal gevaar door hun bevelende (imperatieve) vorm, omdat ze de patiënt kunnen aanzetten tot suïcide of zelfs doodslag)


Ontstaat vaak in adolescentie (12-18 jaar) of vroege volwassenheid (18-35 jaar).

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten in de begeleiding
  • Belangrijk om te realiseren: Cliënt heeft weinig/ geen ziektebesef dus weinig/ geen acceptatie.

Doen in de begeleiding: 
  • Stimuleer de cliënt medicatie in te nemen
  • Vraag naar gedachten en gevoelens (tweezijdig effect)
  • Benadruk de realiteit en wees duidelijk
  • Wees duidelijk en gebruik geen dubbelzinnige woordspelingen
  • Help de cliënt de dagelijkse structuur op te pakken/ aan te houden






Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreken we van Schizofrenie?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de symptomen van schizofrenie?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke type van schizofrenie hoort er niet bij?
A
Paranoïde type
B
Signaal type
C
Katatone type
D
Ongedifferentieerde type

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn bijwerkingen van antipsychotica?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
- Maak opdracht 3
- Bekijk opdracht 4 en beschrijf in het kort welke symptomen/type/behandeling je ziet


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week Dissociatieve Identiteitsstoornis
Lees als voorbereiding de reader en kijk de de site www.wijzijnmindz.nl

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Zijn er nog vragen?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies