B2C - unit 2 - Quantifiers

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EnglishMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

What are we going to learn today?
- What's the difference between many, much and a lot of
- When do you use many, much and a lot of
- When do you use (a) little and (a) few

Slide 2 - Tekstslide

Remember?
You've learned about many, much and a lot of before in year 1
What do you remember?

Slide 3 - Tekstslide

Many, much, a lot of

Wat betekent dat eigenlijk?
A
Veel
B
weinig
C
een beetje

Slide 4 - Quizvraag

a lot of
Many
Much

Slide 5 - Sleepvraag

Many, much, a lot 
Al deze woorden betekenen dus: veel

Let op!
Many of much kan grammaticaal a lot of vervangen in bevestigende
zinnen. Grammaticaal is dit correct.

Dit wordt echter alleen gedaan bij hele formele taal. Een toespraak
van de koningin bijvoorbeeld.
In regel gebruik je a lot of voor bevestigende zinnen en many/much voor
vragende of ontkennende zinnen. 

Slide 6 - Tekstslide

I have got ______ wallets.
A
a lot of
B
much

Slide 7 - Quizvraag

There was _______ rain last night.
A
many
B
much

Slide 8 - Quizvraag

She hasn't got _____ bananas.
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 9 - Quizvraag

She hasn't got _____ time.
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 10 - Quizvraag

Does he have ______ books?
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 11 - Quizvraag

(a) few, (a) little
We gebruiken few en little om aan te geven dat we ergens weinig of een paar van hebben.

Let op! Er is een verschil tussen weinig en een paar.

She bought a few books.
Een paar boeken

She bought few books. 
Bijna geen


Slide 12 - Tekstslide

She has _______ dollars.
A
a few
B
a little

Slide 13 - Quizvraag

She has _______ money.
A
few
B
little

Slide 14 - Quizvraag

Stap 1: Heb je te maken met Veel of met weinig/een paar

Slide 15 - Tekstslide