Zintuigelijke beperkingen SW

Cliënten met aandoeningen aan de zintuigen
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Cliënten met aandoeningen aan de zintuigen

Slide 1 - Tekstslide

1
2
3
4
5

Slide 2 - Tekstslide

Zintuiglijke beperkingen
Via je zintuigen beleef je de wereld.
Bij een zintuiglijke beperking werken één of meerdere zintuigen niet of minder goed. Meestal gaat het om een auditieve of visuele beperking.

Slide 3 - Tekstslide

Problemen door zintuiglijke beperking...
Als er sprake is van bijvoorbeeld een visuele- of auditieve beperking heeft dat, zeker in combinatie met andere fysieke, zintuiglijke of mentale beperkingen, heeft het gevolgen voor het functioneren.
 Bij kinderen geeft het een verhoogd risico op problemen en achterstanden in de ontwikkeling. Bij volwassenen leidt het tot problemen in het uitvoeren van activiteiten en in de participatie. 

Slide 4 - Tekstslide

Ervaring met zintuigelijke beperking
Doof
Blind
Slechthorend
Slechtziend
Niet
Meerdere
Andere zintuigelijke beperking

Slide 5 - Poll

Zintuigelijke beperking


Met een zintuigelijke beperking wordt bedoeld dat bepaalde zintuigen niet of onvoldoende werken.


Slide 6 - Tekstslide

Zintuigelijke beperking
Er wordt onderscheid gemaakt tussen aangeboren en niet-aangeboren.
Mogelijke oorzaken:
  • Complicatie bij geboorte (aangeboren)
  • Erfelijkheid (aangeboren)
  • Hersenvliesontsteking (niet aangeboren)
  • Virusinfectie (niet aangeboren)
  • Ongeluk (niet aangeboren)

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen blind zijn en slechtziend zijn?

Slide 8 - Open vraag

Blind 
Mensen zijn blind als ze zich niet zonder hulpmiddelen zelfstandig in het maatschappelijk verkeer kunnen redden. Deze mensen zijn voor hun waarneming en ruimtelijke oriëntatie hoofdzakelijk of geheel aangewezen op tasten, ruiken of luisteren.

Slide 9 - Tekstslide

Blind/ Slechtziend
(visuele beperking)
  • Minder dan 30 procent zicht.
  • Een gezichtsveld  < 30 graden.
    (normaal 140 graden)
  • Niet corrigeerbaar met bril/contactlens

Cijfers:
-40 procent bewoners  in verpleeghuis is slechtziend.
-230.000 mensen slechtziend in Nederland.
-76.000 mensen blind in Nederland.

Slide 10 - Tekstslide

Slechtziend
Slechtziend noem je iemand bij wie het verminderde gezichtsvermogen niet (langer) met een gewone bril of contactlens kan worden gecorrigeerd.

Slide 11 - Tekstslide

Visuele beperking
Beperking van het gezichtsveld.
  1. Deel van je beeld is weggevallen
  2. gatenkaas
  3. kokervisus

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Verlies van gezichtsscherpte
Verziend
Bijziend

Slide 14 - Tekstslide

Welke hulpmiddelen gebruiken mensen met een visuele beperking zoal?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Zoek naar sporten voor mensen met een visuele beperking. Welke heb je gevonden?

Slide 18 - Woordweb

0

Slide 19 - Video

Aangeboren
erfelijke factoren
stoornissen ontstaan tijdens de zwangerschap (aanlegfouten, fouten in de celdeling, hersenvliesontsteking).
  • Verworven oftewel niet aangeboren
  1. hersenbeschadiging als gevolg van bijvoorbeeld zuurstofgebrek
  2. lawaai, harde geluiden
  3. ouderdom
  4. infectieziekte (rodehond, bof, mazelen, polio, kinkhoest, hersenvliesontsteking).

Slide 20 - Tekstslide

Wat is lawaaidoofheid?

Slide 21 - Open vraag

Vormen van doofheid
  1. Perceptieve doofheid
Bij deze vorm van doofheid kan iemand geluid niet goed waarnemen. De oorzaak kan een probleem met het binnenoor, de gehoorzenuw en/of delen van hersenen zijn.
2. Geleidingsdoofheid
bij deze vorm van doofheid is er iets mis met het doorlaten van geluid. Het doorlaten van geluid heet geleiding. De oorzaak is dan een probleem met het buitenoor en/of middenoor

Slide 22 - Tekstslide

0

Slide 23 - Video

Doof/ Slechthorend
(auditieve beperking)
  • Normaal heb je ongeveer 120 dB gehoor
  • Licht gehoorverlies: 16 tot 40 dB verlies
    ( fluisteren/rumoerige ruimte) 
  • Matig gehoorverlies: 41-55 dB verlies
    (telefoneren/gesprekken voeren) 
  • Ernstig gehoorverlies: 56-70 dB verlies
    (hard praten/ sirenes)
  • Zeer ernstig gehoorverlies: 71-90 dB verlies
    (vrachtwagens/ boormachines)
  • Doofheid: 90-120 dB



Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Gehoorbeschadiging?

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Tips communicatie
auditieve beperking

Slide 28 - Woordweb

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Verschil doof en slechthorend
Dove mensen leven helemaal zonder geluid, die horen dus helemaal niks. 

Slechthorende mensen die horen minder goed, zij kunnen bijvoorbeeld horen dat hun moeder roept, maar niet wat zij dat precies roept.

Slide 31 - Tekstslide

Oefen je naam met het handalfabet. 

Slide 32 - Tekstslide

DOOFBLIND

Slide 33 - Tekstslide

DRIEDELING 

  • doofblind vanaf de geboorte
Contact leggen en communicatie zijn de eerste grote uitdagingen.
  • doofblind worden op jonge of volwassen leeftijd
Dit is een ingrijpende verandering, die vaak geleidelijk optreedt en grote gevolgen heeft voor zelfstandigheid en participatie.
  • doofblind worden op oudere leeftijd
Dit wordt ook wel ouderdomsdoofblindheid genoemd. Doofblind worden vergt veel aanpassingen en ondersteuning kan nodig zijn om de zelfstandigheid, activiteiten en sociale contacten te behouden.

Slide 34 - Tekstslide

Kun jij een manier bedenken om te communiceren met iemand die doofblind is?

Slide 35 - Woordweb

Slide 36 - Video

BEGELEIDING
voelen als manier van communicatie

Hou er rekening mee dat elke cliënt anders is, stem je communicatie af op de cliënt. 
Werk met verwijzers, duidelijke voorwerpen die een vaste betekenis hebben.

Slide 37 - Tekstslide

NIET KUNNEN VOELEN
Het fysiek niet kunnen voelen van pijn is een zeldzame ziekte. HSAN (hereditale sensibele en autonome neuropathie) 

  • verschillende gradaties 
  • openbaart zich na de geboorte of in de kindertijd/tienerjaren. 
  • chemotherapie of diabetes.




Slide 38 - Tekstslide

Geef een tip voor het begeleiden van cliënten die niet kunnen voelen

Slide 39 - Open vraag

BEGELEIDEN VAN CLIËNTEN DIE NIET KUNNEN VOELEN
  • Controleren op fysieke beschadigingen
  • Alert zijn op gevaar of fysiek letsel

Slide 40 - Tekstslide

CLIËNTEN DIE NIET KUNNEN RUIKEN OF PROEVEN
  • De smaakpapillen van de tong en de zenuwen in de neus geven geen of onvoldoende signalen naar de hersenen door doorsturen. 
  • kan aangeboren zijn, maar ouder worden, ziekten en of een ongeluk kan ook invloed hebben op minder goed kunnen ruiken en proeven. Ziektes of een ongeval kunnen ook de oorzaak zijn voor het verlies van geur en smaak.



In de zorg en begeleiding moet je alert zijn dat de cliënt niet wordt blootgesteld aan gevaarlijke situaties. Verder kan het zijn dat de cliënt begeleiding nodig heeft bij het vinden van andere prettige sensaties wanneer lekker eten niet meer aan de orde is.

Slide 41 - Tekstslide

wat zijn de risico's voor mensen die niet kunnen ruiken of proeven?

Slide 42 - Open vraag

Auditieve beperking
Slechthorend
Doof
Tinnitus 

Geleidingsslechthorendheid

Waarnemingsslechthorendheid 
Gemengde vorm
Aangeboren doofheid

Verworven doofheid

Slide 43 - Tekstslide