Lesweek 13 AANPASSEN Luisteren 2F: 1.2 Functie van beeld

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Luistertekst
Vragen uittypen 
Vragen opnemen in LessonUp

Slide 2 - Tekstslide

Wat staat er op de planning
De loopbaan-les vervalt: Extra tijd voor je verslag!


Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen Luisteren & Kijken
  • Je kunt vertellen waarom je gericht moet luisteren.(1.1)
  • Je kunt signaalwoorden herkennen in een gesproken tekst.(1.1)
  • Je begrijpt de functie ervan.(1.1)
  • Je kunt extra informatie halen uit beelden.(1.2)
  • Je kunt de vier functies van beelden benoemen.(1.2)

Slide 4 - Tekstslide

Herhalen - de beste manier van leren
Leren leren

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent gericht luisteren en kijken?

Slide 6 - Open vraag

Kies het juiste antwoord
In welke situatie luister je gericht?
A
Je luistert naar een live-verslag van het festival Lowlands.
B
Je luistert tijdens de afwas naar een nieuwsprogramma met korte onderwerpen.
C
Je voicemail is ingesproken door een winkel. Het gaat over een bestelling.

Slide 7 - Quizvraag

Als je iemand hoort zeggen: "Dus het was allemaal flauwekul."

Wat is hier het signaalwoord?

A
Dus
B
het
C
allemaal
D
flauwekul

Slide 8 - Quizvraag

Als je iemand hoort zeggen: "Maar veel studenten hebben geen boek."

Wat is hier het signaalwoord?

A
Maar
B
veel studenten
C
hebben
D
geen boek

Slide 9 - Quizvraag

Als je iemand hoort zeggen: "Maar veel studenten hebben geen boek."
"
Welke functie heeft dit signaalwoord?

A
Het zegt dat daarna een opsomming komt.
B
Het zegt dat er daarna een uitleg komt.
C
Het zegt dat er daarna een conclusie komt.
D
Het zegt dat er daarna iets tegengestelds gezegd wordt.

Slide 10 - Quizvraag

Als je iemand hoort zeggen: "Daardoor hebben ze geen inlogcode gekregen."

Wat is hier het signaalwoord?

A
Daardoor
B
ze
C
geen inlogcode
D
hebben

Slide 11 - Quizvraag

Als je iemand hoort zeggen: "Daardoor hebben ze geen inlogcode gekregen".

Welke functie heeft dit signaalwoord?

A
Het zegt dat daarna een opsomming komt.
B
Het zegt dat er daarna een reden wordt geven.
C
Het zegt dat er daarna een conclusie komt.
D
Het zegt dat er daarna iets tegengestelds gezegd wordt.

Slide 12 - Quizvraag

1.2 De functie van beeld

Slide 13 - Tekstslide

Betekenis: opvrolijken, aantrekkelijker maken
sfeer oproepen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

De toon en houding herkennen
Je herkent de toon uit de keus van de woorden:
  • .....de vaste linksbuiten...... (Houding: neutraal)
  • .....de briljante dribbelaar....(Houding: enthousiast)
  • .....de technisch beperkte speler..... (Houding: kritisch)
  • .....de irritante matennaaier....                                                   (Houding: verontwaardigd/boos)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Examenopdracht
Samen aan de slag.

Je krijgt de vragen op papier.
Je krijgt het filmpje 2x te zien.
Je beantwoordt de 10 vragen in LessonUp

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

1 De presentator begint met vier tips.
Noteer ze alle vier kort

Slide 20 - Open vraag

2. Hoe is de toon van de interviewer tijdens het geven van deze tips?
A
Enthousiast
B
Streng
C
Neutraal

Slide 21 - Quizvraag

3. Noteer twee non-verbale signalen
die je antwoord op de
vorige vraag ondersteunen.

Slide 22 - Woordweb

4. De presentator adviseert om voor je gaat rijden te controleren of alle spullen die aan boord zijn het doen.
Kies daarvan een voorbeeld.
A
radio
B
richtingaanwijzer
C
koplampen
D
ruitenwisser

Slide 23 - Quizvraag

5. Waarom moet je de buitenkant controleren op kleurverschil?

Slide 24 - Tekstslide

6. Een warme motorkap kan erop duiden dat de verkoper de auto heeft warmgedraaid. Waarom kan dat een slecht teken zijn?

Slide 25 - Open vraag

7. Wat kun je afleiden uit het gedrag van de presentator tijdens de proefrit?
A
Hij kan niet zo goed rijden.
B
Hij is nogal nerveus
C
Hij is ontspannen

Slide 26 - Quizvraag

8. Volgens Pieter moet je de remmen testen. Welk beeld gebruikt de maker om te laten zien hoe je dat moet doen?

Slide 27 - Tekstslide

9. Uit de beelden kun je afleiden wat wordt bedoeld met het profiel van een band. Wat is dat?

Slide 28 - Open vraag

10. Welke uitspraak is juist?

"Een auto met apk...........
A
....moet je grondig testen, want hij kan gebreken hebben.
B
...kan je rustig kopen: die is gekeurd, dus altijd goed.
C
....moet je niet kopen, want die is onveilig omdat er niet op kwaliteit wordt gelet.

Slide 29 - Quizvraag

Aan de slag!

Slide 30 - Tekstslide