Koppeltekens en trema's

Koppeltekens en trema's
Door Jesse, Melissa en Per
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Koppeltekens en trema's
Door Jesse, Melissa en Per

Slide 1 - Tekstslide

Koppelteken
- Samenstelling van letters, cijfers en afkortingen (A4-papier, hbo-student)
- Leesbaarheid (Identiteits-schip, late-nachtdienst)
- Klinkerbotsing (Auto-ongeluk, diploma-uitreiking)
- Aardrijkskundige namen (Zuid-Amerika, West-Europa)
- Een titel of rang (Luitenant-kolonel, advocaat-generaal)

   

Slide 2 - Tekstslide

Koppelteken
- Samenkoppeling (Huis-aan-huisblad, kant-en-klaarmaaltijd)
- Gelijkwaardige woorden (Zwart-wit, Nederlands-Duits)
- Initiaal woorden (IQ-test, tv-kijker)
- Vaste voorvoegsels (Oud-burgemeester, chef-kok)
   

Slide 3 - Tekstslide

Trema
Een trema zijn twee puntjes op een klinker.
Een trema is bedoeld om duidelijk te maken hoe je een woord uitspreekt.

Alleen een trema boven een klinker als er meerdere klinkers naast elkaar staan die samen één klank hebben, maar niet als één klank worden uitgesproken

Slide 4 - Tekstslide

Trema
Trema's komen vrijwel alleen voor bij een meervoud vorm van een woord.

Bijvoorbeeld: poëzie, zeeën, geëxperimenteerd, beëindigen, bacteriën en creëren.

Slide 5 - Tekstslide

Kies het juiste woord
A
officieel
B
officiëel
C
ofi-ceel
D
officéle

Slide 6 - Quizvraag

Kies het juiste woord
A
Dieet
B
Diëet
C
dieët
D
die

Slide 7 - Quizvraag

Kies het juiste woord
A
skieën
B
skieen
C
skieeen
D
skleën ,

Slide 8 - Quizvraag

Kies het juiste woord
A
naäpen
B
na-apen
C
na-äpen
D
apen-na

Slide 9 - Quizvraag

Kies het juiste woord
A
België
B
ßelgië
C
Belgïum
D
Zuid-Nederland

Slide 10 - Quizvraag

Kies het juiste woord
A
Kopieren
B
Kopieëren
C
Kopiëren
D
Köpieren

Slide 11 - Quizvraag

Kies het juiste woord
A
Auto ongeluk
B
Autoongeluk
C
Outo-ongeluk
D
Auto-ongeluk

Slide 12 - Quizvraag

Kies het juiste woord
A
Radioomroep
B
Radi-oomroep
C
Radio-omroep
D
Radïo-omroep

Slide 13 - Quizvraag

Kies het juiste woord
A
Identiteits-schip
B
Identiteitsschip
C
Identitëits-schip
D
Identiteits schip

Slide 14 - Quizvraag

Kies de onjuiste namen
A
Noord Amerika
B
Noord-Brabant
C
België
D
Australie

Slide 15 - Quizvraag

Kies het juiste woord
A
IQtest
B
IQ-test
C
IQ test
D
I'Q-test

Slide 16 - Quizvraag

Kies de juiste woorden
A
hbo-er
B
Chef-kok
C
Zwart-wit
D
hbo'er

Slide 17 - Quizvraag

Kies de onjuiste namen
A
Twee onder een kapwoning
B
Diploma uitreiking
C
Cd'tje
D
Drieendertig

Slide 18 - Quizvraag

Noem 3 woorden met een trema
en/of koppelteken

Slide 19 - Open vraag

Koppeltekens en trema's
Dus een trema zijn twee puntjes op een klinker die de klank verandert.
En een koppelteken is een streepje tussen twee of meerdere woorden.

Zijn er nog vragen?

Slide 20 - Tekstslide