Writing lesson 6

1st of December





Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1st of December





Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1-12-2023
  • Linking words
  • Writing an invitation
  • Homework
  • Test

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goals

Aan het einde van deze les..
.. weet je wat linking words zijn.
.. weet je welke categorieën linking words er zijn.
.. kun je linking words (en hun functie) herkennen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LINKING WORDS / signal words



signaalwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn linking words?
  • Linking words zijn woorden die de relatie tussen zinnen of alinea's aangeven. Voorbeelden zijn 'however', 'therefore' en 'in addition'.
  • Je gebruikt ze óók om twee zinnen aan elkaar te plakken. 
    VB: I was very tired. I went to bed early.
            I was very tired, therefore I went to bed early.

Slide 5 - Tekstslide

Geef de definitie van linking words en geef een paar voorbeelden.
Soorten linking words
Er zijn verschillende soorten / categorieën linking words:
  •  'addition', (opsomming)
  • 'contrast', (tegenstelling)
  • 'cause and effect', (oorzaak <> gevolg)
  • 'sequence' (volgorde / tijd)
  • 'summary'. (conclusie / samenvatting)

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijf de verschillende soorten linking words en geef voorbeelden van elk type.
Waarom moet je deze kennen?
In je examen:

  • moet je tekstverbanden kunnen herkennen (tussen alinea's)
  • geeft een linking word vaak een hint naar het juiste antwoord (MC)
  • moet je het juiste woord op een lege plek kunnen invoegen (vaak linking words)

Slide 7 - Tekstslide

Beschrijf de verschillende soorten linking words en geef voorbeelden van elk type.
Addition linking words
Addition linking words zijn woorden zoals

and, in addition, as well as, also, too, furthermore, 
moreover, apart from, in addition to, besides

Deze woorden geven extra informatie en voegen iets toe. 

Slide 8 - Tekstslide

Geef voorbeelden van addition linking words en laat de studenten oefenen met het gebruik ervan in zinnen.
Contrast linking words
Contrast linking words zijn woorden zoals:

but, however, although / even though
despite, in spite of, nevertheless, nonetheless

Deze woorden geven aan dat er een tegenstelling is.

Slide 9 - Tekstslide

Geef voorbeelden van contrast linking words en laat de studenten oefenen met het gebruik ervan in zinnen.
Cause and effect linking words
Cause and effect linking words zijn woorden zoals;

 due to / due to the fact that,because, because of, since, as, therefore, so, consequently, this means that, as a result

Deze woorden geven aan wat de oorzaak of het gevolg is.

Slide 10 - Tekstslide

Geef voorbeelden van cause and effect linking words en laat de studenten oefenen met het gebruik ervan in zinnen.
Sequence / order linking words
Sequence linking words zijn woorden zoals

 'first', 'next' firstly, secondly, finally, the first point is, lastly, the following 

Deze woorden geven de volgorde van gebeurtenissen aan.

Slide 11 - Tekstslide

Geef voorbeelden van sequence linking words en laat de studenten oefenen met het gebruik ervan in zinnen.
Summary linking words
Summary linking words zijn woorden zoals 

in conclusion, to sum up, in short, in summary, to summarise, in a nutshell, to conclude, overall. 

Deze woorden geven een samenvatting van wat er gezegd is.

Slide 12 - Tekstslide

Geef voorbeelden van summary linking words en laat de studenten oefenen met het gebruik ervan in zinnen.
Which word do we NOT use to give an example?
A
for example
B
namely
C
for instance
D
furthermore

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The words:
and, in addition, as well as, also, too, furthermore,
moreover, apart from, in addition to, besides
are used to .......?......information
A
explain
B
summarise
C
add
D
order

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The words:
in short, in summary, to summarise, in a nutshell,
to conclude, in conclusion
are used to ......?........information
A
summarise
B
explain
C
order
D
give examples of

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The words:
firstly, secondly, finally, the first point is,
lastly, the following
are used to:
A
summarise
B
add information
C
explain
D
order

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The words:
due to / due to the fact that,
because, because of, since, as
are used to:
A
explain / give a reason
B
order
C
summarise
D
indicate a contradiction

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The words:
therefore, so, consequently
this means that, as a result
are used to:
A
indicate consequence
B
order
C
summarise
D
give examples

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The words:
but, however, although / even though
despite, in spite of, nevertheless, nonetheless
are used to:
A
summarise
B
indicate a contrast
C
to explain
D
order

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Writing an invitation

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Invitation
  • Start with: You are invited to ... 
  • Laat weten waar, wanneer en hoe laat het is.
  • Lees goed wat ze nog meer van jou vragen, het kan zijn dat je extra informatie moet geven. Of dat je het een en ander er nog bij moet verzinnen, zorg dan dat dit een passende plek krijgt.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework
What?
Fill in the document handed to you. Use a dictionary if necessary.
When?
This lesson.
How?
If you keep your voice low, you may work together with your neighbour.
Finished?
Do the reading exercises which are in front of the class. You may take them home, I will upload the answers to the questions in Classroom.
timer
20:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Test
Next Wednesday.
You are able to ask me questions on Tuesday!
Don't forget to bring a pen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies