afweer

Welkom allemaal !
Vandaag gaan we over het afweersysteem hebben 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal !
Vandaag gaan we over het afweersysteem hebben 

Slide 1 - Tekstslide

bacteriën/ virussen 
kleinste organel 
geen organisme, eiwit met genetische materiaal 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat is het verschil tussen een bacterie en een virus?

Slide 4 - Open vraag

Noem een aantal manieren of wegen hoe ziekteverwekkers in ons lichaam kunnen komen.

Slide 5 - Open vraag

1

Slide 6 - Video

01:42
Deze vreetcel lijkt geen onderscheid te maken tussen verschillende bacteriën.
Tot welke vorm van afweer zal deze cel behoren?
A
Algemene
B
Specifieke

Slide 7 - Quizvraag

Je witte bloedcellen willen, wanneer je bijvoorbeeld besmet bent met corona, deze ziekteverwekker zo snel mogelijk uitschakelen.
Ze kunnen de cellen van het virus herkennen door bepaalde eiwitten. Hoe noemen we die eiwitten?
A
Antistoffen
B
Antigenen

Slide 8 - Quizvraag

Nadat je de 1e keer besmet bent geraakt met het coronavirus wordt er gezegd dat je er de 2e keer niet meer ziek van zal worden; je bent immuun.
Hoe kan dat?
A
Doordat er nog steeds antistoffen aanwezig zijn in je bloed. Die dan direct kunnen werken
B
Omdat een bepaalde witte bloedcel onthoudt welke antistoffen gemaakt moeten worden tegen een bepaalde antigen
C
Je lichaam weet hoe de ziekteverwekker eruit ziet en zorgt dat hij niet meer je lichaam binnen kan komen.
D
De witte bloedcellen die het virus onschadelijk maken, wachten op de plek waar het virus het lichaam binnenkomt. Hier maken ze het virus direct onschadelijk

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer je immuun bent voor het coronavirus maakt je lichaam de eerst volgende keer, wanneer het virus je lichaam binnendringt, meteen heel veel antistoffen om het virus uit te schakelen.
Zullen je witte bloedcellen dit ook doen als er een mutant van het virus met andere antigenen je lichaam binnendringt?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Specifieke afweer
- Eén type antistof werkt maar op één type antigeen.

- Antigen: Eiwitten op een cel (signaaleiwit).

- Antistof: Herkennen antigen en maken 
ziekteverwekker onschadelijk.

- Immuun: Bij een mogelijke 2e infectie maakt 
   afweersysteem bijna direct antistoffen. Je wordt dan vaak ook niet ziek.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe werkt een vaccin nu eigenlijk?

Slide 12 - Tekstslide

Natuurlijke en kunstmatige immuniteit

Natuurlijke immuniteit:
- Lichaam maakt zelf antistoffen tegen binnengedrongen ziekteverwekkers.
- Deel witte bloedcellen onthouden gemaakte antistof (geheugencel, immuun) 

Kunstmatige immuniteit: 
- Actieve immuniteit: inbrengen verzwakte ziekteverwekker (vaccineren). Lichaam maakt zelf           antistof (geheugencel onthoudt antistof, immuun)

- Passieve immuniteit: Antistoffen worden ingebracht (serum). Lichaam maakt zelf 
   geen antistoffen en onthouden de antistoffen ook niet (tijdelijke immuniteit)

Slide 13 - Tekstslide

In een vaccin zitten verzwakte ziekte-
verwekkers. Hoe noemen we de immuniteit
die je krijgt na te worden ingeënt door een
vaccin?
A
Natuurlijke actieve immuniteit
B
Kunstmatige passieve immuniteit
C
Kunstmatige actieve immuniteit
D
Natuurlijke passieve immuniteit

Slide 14 - Quizvraag

Sleep de gegeven voorbeelden naar de juiste vorm van immunisatie
Actieve immuniteit
Passieve immuniteit
zelf antistoffen maken
antistoffen ingespoten krijgen
Vaccin
Serum
Tijdelijk immuun
Blijvend immuun
Ziekten voorkomen

Slide 15 - Sleepvraag