In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welcome!
Slide 1 - Tekstslide
Today
Video about to be
Homework Check
Bezittelijke voornaamwoorden
Practice
Listening
Homework
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
to be / to have
Kies eerst het goede werkwoord, daarna de juiste vorm.
Tim ... a guitar.
Tomas ... watching a Youtube video.
Jayden's best friend ... Riemer.
Djura ... eating a sandwich.
Tjeerd ... from Friesland.
Sven ... done his homework.
Sanne ... 12 years old.
Stephanie ... walking outside
Slide 4 - Tekstslide
Bezittelijke voornaamwoorden
Je gebruikt bezittelijke voornaamwoorden om te zeggen dat iets van iemand is.
Sam is mysister. Give it back, it is histextbook!
Slide 5 - Tekstslide
De vorm
I - I have a shirt You - You have a book He - He has a pillow. She - She has a dog. It - It has a bone. We - We have a bird. You - You have a house. They - They have a car.
My - Myshirt is green. Your - Your book is new His - Hispillow is soft. Her - Herdog is small Its - Itsbone is old. Our - Ourbird is noisy. Your - Yourhouse is big. Their - Theircar is slow.
Slide 6 - Tekstslide
Practice
That is ... (mijn) football.
Mickey is ... (haar) cat.
Give Tim ... (zijn) textbook back!
... (hun) house is really big!
Is Steven ... (jouw / uw) brother?
This is ... (onze) computer.
Is that ferrari ... (jullie / uw) car?
Slide 7 - Tekstslide
Work
Exercise 23 Page 23
Slide 8 - Tekstslide
Homework
What: opdracht 22 t/m 25 How: voor jezelf Help: Steek je hand op Time: Tot het einde van de les Result: goefend met de bezittelijke voornaamwoorden Done: Words and Phrases B (page 30)
Slide 9 - Tekstslide
Today
Video about to be Homework Check Bezittelijke voornaamwoorden Practice Listening Homework
Lesduur is: 45 min
