De media zijn alle communicatiemiddelen om nieuws over te brengen.
Voorbeelden: tv, krant, radio en internet.
Sociale media:
Door de opkomst van het internet krijgen we ook veel nieuws binnen via sociale media.
Voorbeelden: Snapchat, TikTok, Facebook en Instagram.
Om te onthouden
Slide 2 - Tekstslide
Mediawijsheid:
Mediawijsheid is het veilig en slim inzetten van alle media, digitaal en niet digitaal.
Mediawijsheid is voor iedereen belangrijk. Het maakt niet uit of je jong of oud bent.
Media zijn overal om ons heen. Op school, thuis en in het winkelcentrum. Daarom is het belangrijk om mediawijs te zijn.
Om te onthouden
Slide 3 - Tekstslide
Communicatie:
Communicatie is bedoeld of onbedoeld een bepaalde boodschap overbrengen aan iemand anders.
In communicatie kan iets fout gaan. Dat noemen we ruis.
Communicatie bestaat altijd uit vijf elementen: zender, boodschap, kanaal of medium, ontvanger en gevolgen.
Communicatie kan op verschillende manieren plaatsvinden: verbaal, non-verbaal, direct of indirect.
Om te onthouden
Slide 4 - Tekstslide
Oude en nieuwe media:
We noemen 'oude media' of 'traditionele media' zo als ze voor het jaar tweeduizend werden gebruikt om met klanten te communiceren.
Oude media kenmerken zich doordat ze een eenrichtingsverkeer zijn.
Tot de nieuwe media behoren digitale media. Hieronder vallen ook sociale media.
Bij oude media kun je anoniem de krant lezen of tv kijken. Bij nieuwe media is dat veel moeilijker en dus weten 'nieuwe' mediabedrijven best goed wie ik ben.
Om te onthouden
Slide 5 - Tekstslide
Mediawijsheid:
Sociale media worden ook wel sociale netwerken genoemd.
Sociale media bedrijven doen er veel aan om je zo lang mogelijk op hun platform te laten scrollen, swipen en liken.
Sociale media heeft positieve kanten, maar kan ook negatieve kanten hebben.
Gebruik sociale media met mate ;)
Om te onthouden
Slide 6 - Tekstslide
Omgangsvormen:
Omgangsvormen zijn ongeschreven regels over hoe we netjes met elkaar omgaan.
Een ander woord voor omgangsvormen is beleefdheidsregels.
Beleefdheidsregels heb je thuis, op school en op straat.
Mensen kunnen verschillend denken over beleefdheidsregels. Niet iedereen vindt hetzelfde belangrijk.
Om te onthouden
Slide 7 - Tekstslide
Online omgangsvormen:
Online omgangsvormen zijn beleefdheidsregels op het internet.
Een mediawijs persoon gebruikt media om zichzelf te ontwikkelen (of vermaken) zonder daarbij een ander te schaden.
Likes maken ons blij. Daarom vinden we het zo belangrijk.
Bij negatieve sociale reacties kun je droevig of heel boos worden.
Om te onthouden
Slide 8 - Tekstslide
Ik ben een mediamaker:
Iedereen kan mediamaker zijn.
Je hebt een scoop als je de eerste bent die iets belangrijks filmt of schrijft en dit deelt.
Viraal betekent dat iets heel snel, heel veel gedeeld wordt.
Op veel sociale mediaplatforms zijn er regels.
Wanneer je iets origineels maakt, bijvoorbeeld een gedicht of een filmpje, dan is dat van jou.
Als maker (auteur) heb je het recht om te bepalen wat er met jouw gedicht en filmpje gebeurt. Dit noemen we auteursrecht.
Om te onthouden
Slide 9 - Tekstslide
Gratis media:
Om toegang te krijgen tot het nieuws en amusement moet je betalen.
Media is (bijna) nooit gratis.
Een tv-zender, YouTube-kanaal en radio die programma's maken, verdienen geld door reclames.
Een reclame is bedoeld om mensen over te halen om bepaalde dingen te doen, of een bepaald product te kopen.
Sociale media lijken gratis, maar zijn dit niet.
Je betaalt namelijk niet direct met geld, maar wel met informatie. En die informatie wordt doorgespeeld.
Om te onthouden
Slide 10 - Tekstslide
Privacy:
Privacy betekent dat je zelf moet kunnen bepalen welke informatie je wel of juist niet deelt.
Een cookie is een informatiedeeltje dat op je laptop/tablet/mobiel wordt opgeslagen wanneer je op het internet surft. Dit kan soms fijn zijn.
Bedrijven die informatie van je opslaan, bouwen een online profiel van je op.
Op die manier kunnen bedrijven je gerichtere reclames sturen die passen bij jou. Dit kan soms fijn zijn en soms niet.