5.3 De reformatie

5.3 De reformatie
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

5.3 De reformatie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je uitleggen:
  • welke kritiek er was op de katholieke kerk
  • hoe de kritiek leidde tot de splitsing in de kerk
  • hoe het protestantisme werd verspreid
  • welke strijd ontstond tussen katholieken en protestanten

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video


Beschrijf enkele misstanden in de kerk omstreeks 1500

Slide 5 - Open vraag

Geef aan wat de kern was van Luthers kritiek op de kerkleer.

Slide 6 - Open vraag

Leg uit of de beschrijving van de Beierse hertog past bij de kritiek op de kerk van Erasmus en Luther.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Geef aan wat een aflaat was.

Slide 9 - Open vraag

Geef aan hoe Luther daartegen protesteerde.

Slide 10 - Open vraag

Geef aan welk gevolg Luthers protest had voor het christendom in West-Europa.

Slide 11 - Open vraag

Lees de bron en noem van Luthers uitspraken voor de rijksdag:
- twee gevolgen op korte termijn voor hemzelf,
- een gevolg voor Duitsland op langere termijn en
- een gevolg voor Europa op langere termijn.

Slide 12 - Open vraag

Een bewering: Zonder de uitvinding van de boekdrukkunst was er geen protestantse Reformatie gekomen.
Geef een argument voor en een argument tegen deze bewering.

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Verschillen tussen Luther en Calvijn
1. Kerkdiensten 
2. Weg naar hemel 
3. Rol van de vorst 
1. Verering van relikwieën en heiligen is bijgeloof. 
1. Verering van relikwieën en heiligen, branden van kaarsen en orgelspel is bijgeloof. 
2. Alleen door oprecht te geloven komt men in de hemel. 
2. Predestinatie: God heeft al bepaald of jij naar de hemel gaat. 
3. “Wiens gebied, diens gebed”, vorst mag het geloof voor zijn onderdanen te bepalen. 
3. Gelovige mag zelf zijn geloof bepalen, als de vorst dit niet toestaat mag de gelovige in opstand komen. 

Slide 15 - Tekstslide

Toon met een voorbeeld aan dat Calvijn een radicaler hervormer was dan Luther.

Slide 16 - Open vraag

Luther had een ander standpunt over de verhouding tussen kerk en overheid dan Calvijn. Leg het verschil uit.

Slide 17 - Open vraag

Een veelgehoorde bewering: Nederlanders hebben een calvinistische mentaliteit.
Maak duidelijk wat jij van deze bewering vindt door aan te geven op welke eigenschappen gedoeld wordt.

Slide 18 - Open vraag

Noem twee verschillen tussen het 16e-eeuwse katholicisme en het calvinisme die je uit de afbeeldingen kunt afleiden.

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Geef aan hoe de strijd tussen katholieken en protestanten afliep in het Duitse rijk.

Slide 21 - Open vraag

Geef aan hoe de strijd tussen katholieken en protestanten afliep in Frankrijk.

Slide 22 - Open vraag

Geef aan hoe de strijd tussen katholieken en protestanten afliep in Engeland.

Slide 23 - Open vraag

Bekijk de bron en leg uit, met een bronelement, wat het verband is met de rijksdag te Worms in 1521.

Slide 24 - Open vraag

Bekijk de bron weer en leg uit, met een bronelement, dat rondom de Reformatie een propagandastrijd woedde.

Slide 25 - Open vraag

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 26 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 27 - Open vraag