19 tekst Argo

19 tekst Argo
Check je eigen vertaling en streeptekst met behulp van de vragen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

19 tekst Argo
Check je eigen vertaling en streeptekst met behulp van de vragen

Slide 1 - Tekstslide

r. 1-3 Ἐν τῇ τῶν Ἀθηνῶν ἀγορᾷ πλῆθος γυναικῶν καὶ τέκνων ἐζήτει τὴν τῆς στρατιᾶς τύχην ἐξευρεῖν= Op het marktplein van de Atheners probeerde een menigte vrouwen en kinderen het lot van het
leger uit te vinden.
A
Deze vertaling is correct
B
Deze vertaling is niet correct: "Atheners" moet "Athene" zijn (altijd mv.)
C
Deze vertaling is niet correct: "probeerde" moet praesens zijn: zoekt

Slide 2 - Quizvraag

r. 1-3 Ἐν τῇ τῶν Ἀθηνῶν ἀγορᾷ πλῆθος γυναικῶν καὶ τέκνων ἐζήτει τὴν τῆς στρατιᾶς τύχην ἐξευρεῖν
A
ἐζητει = 3ev. ind praes (van ἐζητω)
B
ἐζητει = 3ev. ind impf (van ζητεω)

Slide 3 - Quizvraag

r. 3-5 Οἱ γὰρ υἱοὶ καὶ οἱ πατέρες ἔβησαν εἰς
τὸν Μαραθῶνα, οὗ οἱ Μῆδοι τοῖς Ἀθηναίοις ἐπολέμουν. =
Want hun zonen en hun vaders waren naar Marathon gegaan,
waar de Mediërs oorlog voerden tegen de Atheners.
A
τοῖς Ἀθηναίοις = dat. obj. (πολεμεω +dat.)
B
τοῖς Ἀθηναίοις = MV
C
τοῖς Ἀθηναίοις = BWB

Slide 4 - Quizvraag

r. 3-5 Οἱ γὰρ υἱοὶ καὶ οἱ πατέρες ἔβησαν εἰς
τὸν Μαραθῶνα, οὗ οἱ Μῆδοι τοῖς Ἀθηναίοις ἐπολέμουν. =
Want hun zonen en hun vaders waren naar Marathon gegaan,
waar de Mediërs oorlog voerden tegen de Atheners.
A
ἔβησαν =impf. van βαινω
B
ἔβησαν =pseudo-sigmatische aor. van βαινω
C
ἔβησαν = sigmatische aoristus van βαινω
D
ἔβησαν =stamaoristus van βαινω

Slide 5 - Quizvraag

Ἦν δ’ ἐν τῇ ἀγορᾷ καὶ Νικόμαχος, παῖς δέκα
ἐτῶν, σὺν δ’ αὐτῷ ἡ μήτηρ = Op de agora was ook Nikomachos, een kind van tien jaar, en met hem zijn moeder.
A
de functie van δέκα ἐτῶν = BWB
B
de functie van δέκα ἐτῶν = BVB

Slide 6 - Quizvraag

r. 7-9 Ὁ δὲ παῖς ἤκουε τὴν βοὴν τῶν ἀνθρώπων· « Ἡ τῶν Μήδων στρατιά ἐστι ἄπειρος.» = Het kind
hoorde het geschreeuw van de mensen: 'Het Medische leger is ontelbaar groot.'
A
Er is hier een betekenisfout gemaakt
B
Er is hier een naamvalsfout gemaakt

Slide 7 - Quizvraag

r. 7-9 Ὁ δὲ παῖς ἤκουε τὴν βοὴν τῶν ἀνθρώπων· « Ἡ τῶν Μήδων στρατιά ἐστι ἄπειρος.» = Het kind
hoorde het geschreeuw van de mensen: 'Het Medische leger is ontelbaar groot.'
De fout zit in de vertaling van τῶν Μήδων: dat betekent "van de Mediërs" (en niet "Medisch"), dus een betekenis fout; bovendien congrueert "τῶν Μήδων" niet met στρατιά (nominativus): naamvalsfout

Slide 8 - Tekstslide

r. 7-9 Ὁ δὲ παῖς ἤκουε τὴν βοὴν τῶν ἀνθρώπων· « Ἡ τῶν Μήδων στρατιά ἐστι ἄπειρος.» = Het kind
hoorde het geschreeuw van de mensen: 'Het leger van de Mediërs is ontelbaar groot.'
A
ἄπειρος= ND
B
ἄπειρος= LV
C
ἄπειρος= Ond

Slide 9 - Quizvraag

r. 9-11 «Οἱ Μῆδοι κρατοῦσιν.» «Τί δρᾶν μέλλουσιν; Ἆρα μὴ ἐννοοῦσι τὰς Ἀθήνας διαφθεῖραι;» = 'De
Mediërs zijn het sterkste.' 'Wat zullen ze doen? Ze zijn toch niet van plan om Athene te vernietigen?'
A
Τί = acc ev (BWB)
B
Τί = acc ev (LV)
C
Τί = nom ev (Ond)

Slide 10 - Quizvraag

r. 11-12 Ὁ δὲ Νικόμαχος τὴν
μητέρα ἠρώτησεν· = Nikomachos vroeg zijn moeder:
A
ἠρώτησεν komt van: ἐρωταω
B
ἠρώτησεν komt van: ἐρωτεω
C
ἠρώτησεν komt van: ἠρωτεω

Slide 11 - Quizvraag

« Ἆρα μὴ οἱ θεοὶ ἐῶσι
τὰ τοιαῦτα; Ἀεὶ γὰρ ἐτιμήσαμεν τὴν Ἀθηνᾶν
καὶ τὸν Ἀπόλλωνα καὶ...», = 'De goden laten dit soort dingen toch toe? We hebben immers altijd Athena geëerd en Apollo en ...',
A
Ἀρα = niet vertaald
B
Μη = niet vertaald
C
Ἀει = niet vertaald

Slide 12 - Quizvraag

« Ἆρα μὴ οἱ θεοὶ ἐῶσι
τὰ τοιαῦτα; Ἀεὶ γὰρ ἐτιμήσαμεν τὴν Ἀθηνᾶν
καὶ τὸν Ἀπόλλωνα καὶ...», = 'De goden laten dit soort dingen toch toe? We hebben immers altijd Athena geëerd en Apollo en ...',
A
ἐῶσι van ἐαω
B
ἐῶσι van ἐιμι
C
ἐῶσι =praes
D
ἐῶσι = aoristus

Slide 13 - Quizvraag

r. 14-16 ἀλλ᾽ οὐκ ἐτέλεσε
15,16 τοὺς λόγους. Ἐξαίφνης γὰρ ἡ μήτηρ αὐτοῦ εἶπεν· « Ἄνδρα ὁρῶ.» = maar hij maakte zijn woorden niet
af. Want plotseling zei zijn moeder: 'Ik zie een man.'
A
Ἐξαίφνης = Ond
B
Ἐξαίφνης = LV
C
Ἐξαίφνης = BWB

Slide 14 - Quizvraag

r. 14-16 ἀλλ᾽ οὐκ ἐτέλεσε
15,16 τοὺς λόγους. Ἐξαίφνης γὰρ ἡ μήτηρ αὐτοῦ εἶπεν· « Ἄνδρα ὁρῶ.» = maar hij maakte zijn woorden niet
af. Want plotseling zei zijn moeder: 'Ik zie een man.'
DE AOR bij DE PV'S GEEFT AAN:
A
Dat beide gebeurtenissen afgerond zijn(en éenmalig )zijn
B
Dat het om een verandering in de situatie gaat
C
Dat het een situatie is, die aan de gang is
D
Dat het hier om een concreet bevel of verzoek gaat

Slide 15 - Quizvraag

Opdracht 37 (kijk na!)
1 πότερον … ἢ                     of…of                               12 κατέπεσε viel hij neer
2 ἀνέγνωσαν                        herkenden ze                  13 ἀπέθανεν stierf hij
3 ἐκάλεσεν                          riep
4 αὐτόν                               hem
5 ἆρα μὴ                             toch niet
6 δεῦρο                               hierheen
7 κατέτριψεν                       had uitgeput
8 ἧκε                                  kwam hij
9 μόνον                              slechts
10 Χαίρετε                          Wees blij / Gegroet
11 Νικῶμεν                        We winnen


Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 38
 De afstand Marathon – Athene is ca. 42 km; gemiddeld loopt een geoefende renner 15 km per uur, dus ca. 3 uur (een recreant gemiddeld 10 km per uur dus ca. 4 uur)

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 39
a) De goden hebben geholpen de Meden/Perzen te overwinnen, dus moeten zij bedankt worden met een passend geschenk.
b) De aspectswaarde van de aoristus geeft aan dat de handeling succesvol is voltooid, het overtuigen is gelukt.
c) Ja. De Atheners hebben beide goden geëerd door een schathuisje te wijden in Delphi waar zowel Apollo als Athena een tempel hadden. Het schathuisje is gebouwd ter herinnering aan de overwinning bij Marathon (zie bijschrift op p. 70). Of ze daarbij een suggestie van een jongetje gevolgd hebben, is onbekend.

Slide 18 - Tekstslide

De volgende vraag heb ik nog over tekst 19 en vertaling:

Slide 19 - Open vraag