6.1 produceren

Regels:
Telefoons: alleen voor LessonUp
Tassen zijn van tafel
We luisteren als iemand anders praat
Als je iets wil zeggen: vinger opsteken



1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Regels:
Telefoons: alleen voor LessonUp
Tassen zijn van tafel
We luisteren als iemand anders praat
Als je iets wil zeggen: vinger opsteken



Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
kennis:
productiefactoren + beloningen
toegevoegde waarde
bedrijfskolom
kunnen:
toegevoegde waarde berekenen


Slide 2 - Tekstslide

Productiefactoren
wat lever je aan het bedrijf?

Slide 3 - Tekstslide

Productiefactor
Beloning
Kapitaal
Rente / huur
Arbeid
Loon
Natuur
Pacht
Ondernemersschap
Winst

Slide 4 - Tekstslide

Toegevoegde waarde
Door producten te bewerken krijgen ze meer waarde.

appel -> appelmoes
koffieboon -> espresso
boom -> houten stoel
ijzererts -> sportauto

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Bedrijfskolom
Alle bedrijven die na elkaar 
aan een product meewerken 
vormen samen de bedrijfskolom.

Slide 11 - Tekstslide

Bedrijfskolom
Opdracht per tafel:
Maak een bedrijfskolom voor een ander product.
Minstens vier onderdelen
Tijd: 2 minuten


(voorbeelden: airpods, hamburger, sneaker, stoel)

Slide 12 - Tekstslide

Bedrijfskolom uittekenen
Prijzen
Wat is de toegevoegde waarde?
Arbeids- of kapitaalintensief?

Slide 13 - Tekstslide

Welke productiefactor is het grootst in een fabriek met veel techniek?
A
Kapitaal
B
Arbeid
C
Natuur

Slide 14 - Quizvraag

Welke productiefactor levert Elon Musk aan Tesla?
A
Kapitaal
B
Arbeid
C
Natuur
D
Ondernemersschap

Slide 15 - Quizvraag

Van welke productiefactor is sprake als je een busje verhuurt aan een ijssalon?
A
Kapitaal
B
Arbeid
C
Natuur
D
Ondernemersschap

Slide 16 - Quizvraag

Een scooterwinkel is vooral...
A
kapitaalintensief
B
arbeidsintensief

Slide 17 - Quizvraag

Een scooterfabriek is vooral...
A
kapitaalintensief
B
arbeidsintensief

Slide 18 - Quizvraag

Welke productiefactor loopt het meeste risico op een kleine beloning?
A
Kapitaal
B
Arbeid
C
Natuur
D
Ondernemersschap

Slide 19 - Quizvraag

Huiswerk
Je gaat nu werken aan de opdrachten uit het boek van deze  paragraaf.

Slide 20 - Tekstslide