In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Das Verb: Werden
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je nog?
De persoonlijke voornaamwoorden (Personal pronomen)
ik =
du =
er/sie/es =
wir =
ihr =
sie/Sie =
Slide 2 - Tekstslide
Ezelsbruggetje
Bij de vervoeging van de regelmatige werkwoorden gebruik je het woord: esttenten
De uitgangen vormen samen het woord: esttenten
ich mache
du machst
er/sie/es macht
wir machen
ihr macht
sie/Sie machen
Slide 3 - Tekstslide
Maar hoe gaat het dan bij de onregelmatige werkwoorden?
Deze moet je uit je hoofd leren.
Je kunt een klein beetje steun hebben door aan het woord "esttenten" te denken, maar dit geldt niet voor alle uitgangen van de onregelmatige werkwoorden
Slide 4 - Tekstslide
Belangrijke werkwoorden
Haben, sein und werden
Ich habebin werde
Du hast bist wirst
Er/sie/es hat ist wird
Wir habensind werden
Ihr habtseid werdet
Sie/sie habensind werden
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Werden
Slide 7 - Tekstslide
Het werkwoord werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden
Slide 8 - Sleepvraag
(werden): wir ...
timer
0:10
A
werde
B
werden
C
wirst
D
wirden
Slide 9 - Quizvraag
(werden): ich ...
timer
0:10
A
werden
B
werde
C
wirst
D
wird
Slide 10 - Quizvraag
(werden): Sie ...
timer
0:10
A
wird
B
werd
C
werdet
D
werden
Slide 11 - Quizvraag
werden Ihr ....... das jetzt sagen!
timer
0:10
A
wird
B
werdet
C
werden
D
werde
Slide 12 - Quizvraag
(werden) Ihr ....... das jetzt sagen!
timer
0:10
A
wird
B
werdet
C
werden
D
werde
Slide 13 - Quizvraag
Werden betekent
A
Worden
B
C
Zullen
Slide 14 - Quizvraag
werden: Es _______ dunkel.
Slide 15 - Open vraag
https:
Slide 16 - Link
Habt ihr noch Fragen
Slide 17 - Tekstslide
bij vragen:
Stuur een mail en maak een afspraak voor extra uitleg.