week3 gezonde voeding

Wat is gezonde voeding?
(leg in je eigen woorden uit)
1 / 30
volgende
Slide 1: Woordweb
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat is gezonde voeding?
(leg in je eigen woorden uit)

Slide 1 - Woordweb

Geef een voorbeeld van een
gezond voedingsmiddel

Slide 2 - Open vraag

Voedingsmiddelen

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn dierlijke voedingsmiddelen?
A
rookworst
B
sla
C
kopje thee
D
appel

Slide 4 - Quizvraag

Zijn dierlijke voedingsmiddelen alleen vlees en vis?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Waar zitten meer voedingsvezels in?
A
dierlijke voedingsmiddelen
B
plantaardige voedingsmiddelen

Slide 6 - Quizvraag

Plantaardige voedingsmiddelen
Dierlijke voedingsmiddelen

Slide 7 - Tekstslide

Koolhydraten zijn
A
Brandstof
B
Brandstof, bouwstof
C
Brandstof, bouwstof en reservestof
D
Brandstof, bouwstof, reserve- en beschermende stof

Slide 8 - Quizvraag

Mineralen zijn
A
brandstof
B
beschermende stof
C
bouwstof

Slide 9 - Quizvraag

Vetten zijn
A
Bouwstof
B
Bouwstof, beschermende stof
C
Bouwstof en brandstof
D
Bouwstof, brandstof, beschermende stof en reservestof

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn eiwitten niet?
A
Bouwstof
B
Brandstof
C
beschermende stof

Slide 11 - Quizvraag

Functies
- bouwstoffen
- brandstoffen
- reservestoffen
- beschermende stoffen

Slide 12 - Tekstslide

welk antwoord is geen voedingsstof?
A
eiwitten
B
vitamines
C
water
D
voedingsvezel

Slide 13 - Quizvraag

In volkorenbrood komt veel voedingsvezel voor.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Voedingsvezel (= geen voedingsstof!)

Slide 15 - Tekstslide

Eiwitten zijn een
A
Voedingsstof
B
Voedingsmiddel

Slide 16 - Quizvraag


Wat zit hier veel in?
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vetten

Slide 17 - Quizvraag

(leg in je eigen woorden uit)
Wat is verteren?

Slide 18 - Woordweb

Welke voedingsstoffen moeten worden verteerd?
A
Vitaminen, eiwitten, koolhydraten
B
Vetten, koolhydraten, mineralen
C
Eiwitten, vetten, koolhydraten
D
Koolhydraten, vitamine, mineralen

Slide 19 - Quizvraag

Welke voedingsstoffen moeten worden verteerd?
A
Vitaminen, eiwitten, koolhydraten
B
Vetten, koolhydraten, mineralen
C
Eiwitten, vetten, koolhydraten
D
Koolhydraten, vitamine, mineralen

Slide 20 - Quizvraag

Koolhydraten zijn:
A
brandstoffen
B
bouwstoffen

Slide 21 - Quizvraag

Vitamines
Eiwitten
Koolhydraten
Water
Vetten
Mineralen

Slide 22 - Tekstslide

Verterings
-sappen

Slide 23 - Tekstslide

Darmperistaltiek

Slide 24 - Tekstslide

Welk verteringssap maakt de lever?
A
Darmsap
B
Alvleessap
C
Speeksel
D
Gal

Slide 25 - Quizvraag

Welk verteringssap verteert zetmeel?
A
maagsap
B
speeksel
C
enzymen
D
darmsap

Slide 26 - Quizvraag

Welk verteringssap heeft deze functie?
A
speeksel
B
gal
C
alvleessap
D
maagsap

Slide 27 - Quizvraag

Welke voedingsstof wordt verteerd door speeksel?
A
Eiwitten
B
Glucose
C
Suiker
D
Zetmeel

Slide 28 - Quizvraag

In de galblaas wordt gal gemaakt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Door darmperistaltiek wordt de voedselbrij voortgeduwd
A
Goed
B
Fout

Slide 30 - Quizvraag