2 BK Th.2 Recap

Thema 2 

Voeding en vertering
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 

Voeding en vertering

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn voedingsmiddelen?

Slide 2 - Woordweb

Een voorbeeld van een gezond voedingsmiddel

Slide 3 - Open vraag

Voedingsmiddelen

Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn dierlijke voedingsmiddelen?
A
rookworst
B
sla
C
kopje thee
D
appel

Slide 5 - Quizvraag

Zijn dierlijke voedingsmiddelen alleen vlees en vis?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Waar zitten meer voedingsvezels in?
A
dierlijke voedingsmiddelen
B
plantaardige voedingsmiddelen

Slide 7 - Quizvraag

Plantaardige voedingsmiddelen
Dierlijke voedingsmiddelen

Slide 8 - Tekstslide

Koolhydraten zijn
A
Brandstof
B
Brandstof, bouwstof
C
Brandstof, bouwstof en reservestof
D
Brandstof, bouwstof, reserve- en beschermende stof

Slide 9 - Quizvraag

Mineralen zijn
A
brandstof
B
beschermende stof
C
bouwstof

Slide 10 - Quizvraag

Vetten zijn
A
Bouwstof
B
Bouwstof, beschermende stof
C
Bouwstof en brandstof
D
Bouwstof, brandstof, beschermende stof en reservestof

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn eiwitten niet?
A
Bouwstof
B
Brandstof
C
beschermende stof

Slide 12 - Quizvraag

Functies
- bouwstoffen
- brandstoffen
- reservestoffen
- beschermende stoffen

Slide 13 - Tekstslide

welk antwoord is geen voedingsstof?
A
eiwitten
B
vitamines
C
water
D
voedingsvezel

Slide 14 - Quizvraag

Volkorenbrood
In dit product komt veel voedingsvezel voor.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Voedingsvezel (= geen voedingsstof!)

Slide 16 - Tekstslide

Eiwitten zijn een
A
Voedingsstof
B
Voedingsmiddel

Slide 17 - Quizvraag

In brood zitten veel..
A
Eiwitten
B
Koolhydraten
C
Vetten

Slide 18 - Quizvraag

Welke voedingsstoffen moeten worden verteerd?
A
Vitaminen, eiwitten, koolhydraten
B
Vetten, koolhydraten, mineralen
C
Eiwitten, vetten, koolhydraten
D
Koolhydraten, vitamine, mineralen

Slide 19 - Quizvraag

Welke voedingsstoffen moeten worden verteerd?
A
Vitaminen, eiwitten, koolhydraten
B
Vetten, koolhydraten, mineralen
C
Eiwitten, vetten, koolhydraten
D
Koolhydraten, vitamine, mineralen

Slide 20 - Quizvraag

Koolhydraten zijn:
A
brandstoffen
B
bouwstoffen

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn de ongezonde vetten?
A
Verzadigde vetten
B
Onverzadigde vetten

Slide 22 - Quizvraag

Zit in plantaardige vetten veel verzadigde vetten?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

Vitamines
Eiwitten
Koolhydraten
Water
Vetten
Mineralen

Slide 24 - Tekstslide

Welk verteringssap maakt de lever?
A
Darmsap
B
Alvleessap
C
Speeksel
D
Gal

Slide 25 - Quizvraag

Welk verteringssap verteert zetmeel?
A
maagsap
B
speeksel
C
enzymen
D
darmsap

Slide 26 - Quizvraag

Welk verteringssap heeft deze functie?
A
speeksel
B
gal
C
alvleessap
D
maagsap

Slide 27 - Quizvraag

Welke voedingsstof wordt verteerd door speeksel?
A
Eiwitten
B
Glucose
C
Suiker
D
Zetmeel

Slide 28 - Quizvraag

In de galblaas wordt gal gemaakt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Verterings
-sappen

Slide 30 - Tekstslide

Verteringssappen bevatten enzymen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Verteringssappen bevatten enzymen

Slide 32 - Tekstslide

Wat is de functie van hoektanden

Slide 33 - Open vraag

Hoektanden zijn puntiger dan snijtanden.
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Snijtanden en hoektanden
Stukken van voedsel afbijten

Slide 35 - Tekstslide

Door darmperistaltiek wordt de voedselbrij voortgeduwd
A
Goed
B
Fout

Slide 36 - Quizvraag

Darmperistaltiek

Slide 37 - Tekstslide

Hoe heet deel 1?
A
Alvleesklier
B
mondholte
C
slokdarm
D
speekselklier

Slide 38 - Quizvraag

De luchtpijp zit
A
voor de slokdarm
B
achter de slokdarm

Slide 39 - Quizvraag

Dit orgaan noemen we............
A
hart
B
longen
C
maag
D
lever

Slide 40 - Quizvraag

De lever maakt gal waar wordt dit opgeslagen?
A
lever
B
twaalfvingerige darm
C
alvleesklier
D
galblaas

Slide 41 - Quizvraag

Het voedsel komt door de alvleesklier?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 42 - Quizvraag

nummer 3 is
A
maag
B
maagportier
C
twaalvingerige darm
D
galblaas

Slide 43 - Quizvraag

Hoe heet het stuk darm dat na je maag komt?
A
dunne darm
B
dikke darm
C
twaalfvingerige darm
D
endel darm

Slide 44 - Quizvraag

Wat is het langste stuk darm?
A
Dunne darm
B
Slokdarm
C
Dikke darm
D
Twaalfvingerige darm

Slide 45 - Quizvraag

Welk orgaan is eigenlijk ontstoken bij een blindedarmontsteking?
A
Dunne darm
B
Wormvormig aanhangsel (appendix)
C
Dikke darm
D
Blinde darm

Slide 46 - Quizvraag

Hoort frisdrank in de schijf van vijf?
A
Ja
B
Nee

Slide 47 - Quizvraag

Welk onderdeel van de schijf van vijf bevat veel koolhydraten?
A
Groen
B
Oranje
C
Geel
D
Blauw

Slide 48 - Quizvraag

In welk vak van de schijf van
vijf staat bloemkool?
A
Blauw
B
Roze
C
Geel
D
Groen

Slide 49 - Quizvraag



Gezonde voeding

Slide 50 - Tekstslide